Operation Manual

114
Automatisch scherpstellenN
Automatisch scherpstellen
Het duurt iets langer om scherp te stellen.
Zelfs wanneer de scherpstelling al was bereikt, wordt nogmaals
scherpgesteld wanneer u op de knop <A> drukt.
Tijdens en na de automatische scherpstelling kan de helderheid
van de opname veranderen.
Als de lichtbron verandert terwijl de Live view-opname wordt
weergegeven, kan het beeldscherm flikkeren en kan moeilijk worden
scherpgesteld. Als dit gebeurt, stopt u de Live view-opname en stelt
u eerst automatisch scherp bij de huidige lichtbron.
Als u op de knop <u> drukt in de Live mode, wordt het AF-
puntgebied vergroot. Als het lastig is scherp te stellen in de vergrote
weergave, moet u eerst terugkeren naar de normale weergeven en
dan automatisch scherpstellen. De snelheid waarmee automatisch
wordt scherpgesteld kan afwijken in de normale of vergrote
weergave.
Wanneer u automatisch scherpstelt in de normale weergave van
Live mode en de opname vervolgens vergroot, is het mogelijk dat
geen juiste scherpstelling wordt bereikt.
Als u in de u Live mode op de knop <u> drukt, wordt de opname
niet vergroot.
Opmerkingen over de Live mode en
u
de Live mode (met gezichtsherkenning)
Als u in de Live mode of u Live mode (met gezichtsherkenning) een
onderwerp vastlegt in het buitengebied en er niet is scherpgesteld op het
onderwerp, richt u het middelste AF-punt op het onderwerp om scherp te
stellen en neemt u vervolgens de foto.
Het AF-hulplicht wordt niet ingeschakeld.
Automatische scherpstelling is niet mogelijk met afstandsbediening RS-
60E3 (afzonderlijk verkrijgbaar).