Operation Manual

119
Opmerkingen over de Live view-opname
Bij weinig of juist heel fel licht is het mogelijk dat in de Live view-opname
niet de helderheid van de feitelijk gemaakte opname wordt
weergegeven.
Als de lichtbron in de opname verandert, kan het beeldscherm flikkeren.
Als dit het geval is, stopt u met het maken van Live view-opnamen en gaat
u hiermee verder bij de lichtbron die u daadwerkelijk gaat gebruiken.
Wanneer u de camera in een andere richting houdt, kan de juiste
helderheid van de Live view-opnamen even wegvallen. Wacht met het
maken van opnamen totdat het helderheidsniveau is gestabiliseerd.
Als er zich een zeer felle lichtbron in de opname bevindt (bijvoorbeeld de
zon), kan het heldere gedeelte op het LCD-scherm zwart lijken. Op de
gemaakte opname zelf wordt het heldere gedeelte wél goed
weergegeven.
Wanneer u bij weinig licht [6 LCD helderheid] instelt op een heldere
instelling, kan er chrominantieruis optreden in de Live view-opname.
De chrominantieruis wordt echter niet opgenomen in de opname.
Wanneer u de opname vergroot, lijkt deze mogelijk scherper dan hij
daadwerkelijk is.
Het pictogram <E>
Als u Live view-opnamen maakt in direct zonlicht of bij hoge
temperaturen, wordt het pictogram <E> (waarschuwing voor hoge
temperatuur binnen de camera) op het scherm weergegeven. Gaat u
door met het maken van Live view-opnamen terwijl de temperatuur in
de camera hoog is, dan kan dit een negatieve invloed hebben op de
kwaliteit van de opnamen. Daarom raden we u aan te stoppen met het
maken van Live view-opnamen als het waarschuwingspictogram wordt
weergegeven.
Als u Live view-opnamen blijft maken terwijl het waarschuwingspictogram
<
E
> wordt weergegeven zodat de interne temperatuur van de camera
oploopt, wordt het maken van Live view-opnamen automatisch gestopt.
De functie voor het maken van Live view-opnamen wordt uitgeschakeld
totdat de temperatuur in de camera weer daalt.