Operation Manual

158
Door opnamen te beveiligen voorkomt u dat deze per ongeluk worden verwijderd.
1
Selecteer [Beveilig beelden].
Selecteer [
Beveilig beelden
] op het
tabblad [
3
] en druk vervolgens op <
0
>.
X
Het scherm met beveiligingsinstellingen
wordt weergegeven.
2
Selecteer de opname en beveilig deze.
Druk op de toets <U> om de
gewenste opname te selecteren en
druk vervolgens op <0>.
X Als een opname is beveiligd, wordt
het pictogram <K> weergegeven op
het scherm.
Als u de wisbeveiliging ongedaan wilt
maken, druk dan nogmaals op de
knop <0>. Het pictogram <K>
verdwijnt dan.
Als u nog een opname wilt beveiligen,
herhaalt u stap 2.
Als u de functie voor het beveiligen
van opnamen wilt afsluiten, drukt u op
de knop <M>. U keert terug naar
het menu.
K
Opnamen beveiligen
Wisbeveiligingspictogram
Als u de kaart formatteert (pag. 40), worden ook de beveiligde
opnamen verwijderd.
Als een opname eenmaal is beveiligd, kan deze niet worden verwijderd
met de wisfunctie van de camera. Als u een beveiligde opname wilt
wissen, moet u eerst de beveiliging opheffen.
Als u alle opnamen wist (pag. 160), blijven alleen de beveiligde opnamen
over. Dit is handig als u in één keer alle overbodige opnamen wilt wissen.