Operation Manual

44
1
Stel het programmakeuzewiel in
op <1>.
2
Richt een AF-punt op het
onderwerp.
Bij het scherpstellen worden alle AF-punten
gebruikt. Meestal wordt er scherpgesteld op
het dichtstbijzijnde object.
Het scherpstellen kan worden
vereenvoudigd door het middelste
AF-punt op het onderwerp te richten.
3
Stel scherp op het onderwerp.
Druk de ontspanknop half in en het
objectief past de scherpstelling aan.
X De stip in het AF-punt waarop wordt
scherpgesteld knippert kort rood. Op
hetzelfde moment is een pieptoon te
horen en brandt het
focusbevestigingslampje <o> in de
zoeker.
X Indien noodzakelijk komt de
ingebouwde flitser automatisch te
voorschijn.
4
Maak de opname.
Druk de ontspanknop helemaal in om
een opname te maken.
X
De opname wordt ongeveer 2 seconden
op het LCD-scherm weergegeven.
Als de ingebouwde flitser automatisch te
voorschijn is gekomen, kunt u deze met
uw vingers weer naar binnen drukken.
1 Volautomatisch opnamen maken
AF-punt
Focusbevestigingslamp