Operation Manual

53
In alle basismodi behalve <
C
> (Automatisch/creatief) wordt alles automatisch
ingesteld. In de creatieve automatische modus <
C
> daarentegen kunt u
eenvoudig de helderheid van de opname, scherptediepte, kleurtoon (Picture
Style), enzovoort aanpassen. De standaardinstellingen zijn hetzelfde als in de
modus <
1
> (Automatisch).
* CA staat voor Automatisch/creatief (Creative Auto).
1
Stel het programmakeuzewiel in
op <C>.
X
Het scherm Automatisch/creatief wordt
weergegeven op het LCD-scherm.
2
Druk op <0>.
U kunt met de toets <S> de functie
selecteren. (7)
Zie pagina 54-55 voor informatie over
iedere functie.
3
Stel de gewenste optie in.
Druk op de toets <S> om de functie
te selecteren.
X Onder aan het scherm wordt een
korte beschrijving van de
geselecteerde functie weergegeven.
Draai aan het instelwiel <6> om de
instelling te wijzigen.
Druk de ontspanknop half in om terug
te keren naar het scherm van stap 2.
4
Maak de opname.
Druk de ontspanknop helemaal in om
een opname te maken.
C Creatieve automatische opnamen
Als u de opnamemodus wijzigt of de camera wordt uitgeschakeld via de automatische
uitschakelfunctie (pag. 131) of doordat u de aan-uitschakelaar op <
2
> zet, worden de
standaardinstellingen voor creatieve automatische opnamen hersteld. De instellingen voor
de opnamekwaliteit, de zelfontspanner en de afstandsbediening blijven echter behouden.