Operation Manual

61
Z: De ISO-snelheid wijzigenN
Als u de ISO-snelheid instelt op 'AUTO',
wordt de werkelijk in te stellen ISO-
snelheid weergegeven wanneer u de
ontspanknop half indrukt. Zoals
hieronder wordt aangegeven, wordt de
ISO-snelheid automatisch aangepast
aan de opnamemodus.
* Indien invulflitsen tot overbelichting leidt, wordt ISO 100 of een hogere ISO-
snelheid ingesteld.
* Als u een externe Speedlite gebruikt voor reflectieflitsen, wordt automatisch ISO
400 - 1600 ingesteld.
'AUTO' voor automatische ISO-snelheid
Opnamemodus Instelling ISO-snelheid
1/3/4/5/6/7/C/
d/s/f/8
Automatisch ingesteld tussen ISO 100 en 1600
2 Vastgesteld op ISO 100
a Vastgesteld op ISO 400
Met flitser Vastgesteld op ISO 400*
Als 'AUTO' is ingesteld, wordt de ISO-snelheid in volledige stappen van
100, 200, 400, 800 of 1600 weergegeven. De daadwerkelijke ISO-snelheid
kan echter nauwkeuriger worden ingesteld. In de opname-informatie kan
daarom een ISO-snelheid van bijvoorbeeld 125 of 640 worden
weergegeven.