Operation Manual

82
Er wordt automatisch scherpgesteld op objecten op de voorgrond en op
de achtergrond. Alle AF-punten functioneren om het onderwerp waar te
nemen en het diafragma dat vereist is voor de benodigde
scherptediepte, wordt automatisch ingesteld.
* <8> betekent automatische scherptediepte. In deze modus wordt de
scherptediepte automatisch ingesteld.
1
Stel het programmakeuzewiel in
op <8>.
2
Stel scherp op het onderwerp.
Richt de AF-punten op het onderwerp
en druk de ontspanknop half in. (0)
Er wordt scherpgesteld op alle
onderwerpen die onder de AF-punten
vallen en die rood knipperen.
3
Maak de opname.
De diafragmawaarde in de zoeker knippert.
De belichting is goed, maar de gewenste scherptediepte kan niet
worden verkregen. Gebruik een groothoekobjectief of ga verder van
het onderwerp af staan.
De sluitertijd in de zoeker knippert.
Als de sluitertijd '30"' knippert, is het onderwerp onderbelicht.
Verhoog de ISO-snelheid. Als de sluitertijd '4000' knippert, is het
onderwerp overbelicht. Verlaag de ISO-snelheid.
Er is een lange sluitertijd ingesteld.
Gebruik een statief.
Ik wil de flitser gebruiken.
De flitser kan worden gebruikt, maar dit geeft hetzelfde resultaat als
het gebruik van de modus <d> met flitser. De gewenste
scherptediepte kan niet worden verkregen.
8
:
Automatische scherptediepte AE
Veelgestelde vragen