Operation Manual

85
Belichtingscompensatie instellenN
Stel de flitsbelichtingscompensatie in wanneer de belichting van het onderwerp anders uitvalt dan gewenst.
1
Selecteer [Flitsbesturing].
Selecteer op het tabblad [
1
] de optie
[
Flitsbesturing
] en druk vervolgens op <
0
>.
2
Selecteer [
Func.inst. interne flitser
].
Selecteer [Func.inst. interne flitser]
en druk op <0>.
3
Selecteer [Flitsbel. comp.].
Selecteer [Flitsbel. comp.] en druk
op <0>.
4
Stel de waarde voor de
flitsbelichtingscompensatie in.
Druk op de toets <
Z
> voor om de belichting
helderder te maken (hogere belichting)
of druk op de toets <
Y
> als u de belichting
donkerder wilt maken (lagere belichting).
Druk op <
0
> nadat u de waarde voor de
flitsbelichtingscompensatie hebt ingesteld.
X
Als u de ontspanknop half indrukt, worden
het pictogram <
y
> en de waarde voor de
flitsbelichtingscompensatie weergegeven op
het LCD-scherm en wordt het pictogram
<
y
> in de zoeker weergegeven.
Nadat u een opname hebt gemaakt, voert u stap
1 t/m 4 uit om de waarde voor de flitsbelichtings-
compensatie terug te zetten op nul.
y FlitsbelichtingscompensatieN
De waarde voor de flitsbelichtingscompensatie kan ook worden ingesteld
of geannuleerd in het scherm Snel instellen (pag. 102).
De belichtingscompensatie kan ook worden ingesteld met het menu
[2 Bel. corr./AEB] (pag. 86).
Wanneer [
Auto Lighting Optimizer/Auto Helderheid Optimalisatie
]
(pag .186) in het menu [
7
Persoonlijke voorkeuze(C.Fn)
] is ingesteld op een
andere instelling dan [
3: Uitschakelen
], lijkt de opname helder, zelfs wanneer een
lagere belichtingscompensatie of flitsbelichtingscompensatie is ingesteld.