Operation Manual
100
Normaal wordt de optimale witbalans geselecteerd door de
witbalansinstelling (Auto). Pas de instelling van de witbalans
aan de lichtbron aan als de instelling geen natuurlijke kleuren
kan genereren.
z Controleer op het LCD-scherm of het beeld is opgenomen
met de gewenste helderheid.
z Houd er rekening mee dat camerabewegingen bij lange
sluitertijden een grote rol spelen. Maak opnamen met de
camera op een statief.
z Als u de flitser gebruikt, kan het beeld worden overbelicht.
Wanneer dit het geval is, stelt u de flitser in op .
De toon (witbalans) aanpassen
Beschikbare opnamemodi p. 223
Auto
De instellingen worden automatisch geselecteerd
door de camera.
Dag Licht Voor buitenopnamen met veel zonlicht.
Bewolkt
Voor buitenopnamen met bewolkte of donkere
luchten of tijdens de schemering.
Lamplicht
Gebruik deze optie wanneer u opnamen maakt bij
het licht van gloeilampen en tl-lampen met licht dat
bestaat uit 3 golflengten.
TL licht
Gebruik deze optie wanneer u opnamen maakt bij
warm-wit, koel-wit of warm-wit tl-licht dat bestaat uit
3 golflengten.
TL licht H
Voor opnamen onder daglicht-tl en daglicht-tl type
3-golflengte.
Custom
Voor het instellen van de optimale witbalans voor
de opname-omstandigheden aan de hand van
vastgelegde witbalansgegevens in de camera
voor een witgekleurd object, zoals wit papier
of een witte doek.