Operation Manual
182
Het scherm wordt donker.
De weergave van het LCD-
scherm wordt donkerder in
sterk zonlicht of fel licht.
z Dit is normaal bij apparaten met
CCD's en wijst niet op een storing
of defect. Dit beeld wordt vastgelegd
bij films, maar niet bij foto's.
Het scherm knippert.
Het scherm knippert bij het
maken van opnamen bij
tl-verlichting.
z Dit is geen camerastoring (knipperen
wordt vastgelegd bij films, maar niet
bij foto's).
Lichtbalk (paarsachtig rood) verschijnt op het
LCD-scherm.
Dit kan gebeuren wanneer
u opnamen maakt van een
helder onderwerp, zoals de
zon of een andere lichtbron.
z Dit is normaal bij apparaten met
CCD's en wijst niet op een storing
of defect. De lichtbalk wordt niet
opgenomen bij het maken van
foto's, maar wel bij filmopnamen.
wordt weergegeven.
Waarschijnlijk is een
langere sluitertijd
geselecteerd vanwege
onvoldoende licht.
z Stel de IS modus anders in dan
[Uit] (p. 70).
z Verhoog de ISO-waarde (p. 71).
z Selecteer een andere instelling
dan (Flitser uit) (p. 64)
z Sluit de camera aan op een statief
of een ander apparaat (p. 66).
wordt weergegeven.
Dit wordt weergegeven
wanneer op de geheugen-
kaart afdrukinstellingen,
verzendinstellingen of
selecties voor diashows
zijn opgeslagen die zijn
ingesteld door andere
camera's met DPOF-
ondersteuning.
z Deze instellingen worden
overschreven door de instellingen
van uw camera (pagina's 131, 156).