Operation Manual

55
BELANGRIJK
Gekruld papier dient te worden gladgestreken voordat u het in de papierlade plaatst.
U kunt geen kopieën of afdrukken maken als bij het plaatsen van papier de vullimiet overschrijdt ( ), of als de
papierlade niet helemaal in de machine is geschoven.
Controleer altijd op de papierladen goed zijn geplaatst en dat het papier niet boven de vullimiet komt ( ).
OPMERKING
Wanneer u voor het eerst papier in de papierlade plaatst, stel dan de formaatknop in op het papier dat u in de papierlade
bijvult. (Raadpleeg “Een papierlade aanpassen voor een ander papierformaat op pag. 56.)
De volgende papierformaten en aantal vellen papier kunnen in papierladen 1 en 2 worden geplaatst:
Papierlade 1: 250 vel (80 g/m
2
) of 270 vel (64 g/m
2
)
Papierlade 2: 550 vel (80 g/m
2
) of 680 vel (64 g/m
2
)
Als op de verpakking van het papier instructies staan over welke zijde naar boven moet zijn gericht, volg dan die
instructies.
Wanneer papier in de papierlade is bijgevuld, wordt afgedrukt op de zijde die naar boven is gericht.
Indien zich problemen, zoals een slechte afdrukkwaliteit of papierstoringen voordoen, draai de stapel papier dan om en
probeer het opnieuw.
Voor meer informatie over de afdrukrichting van voorbedrukt papier (papier waarop al logos of andere informatie is
afgedrukt), raadpleegt u de e-Handleiding > Kopiëren.
Bewaar de resterende hoeveelheid papier in de oorspronkelijke verpakking op een droge plaats en uit het directe zonlicht.
Als het papier op is en het afdrukken wordt gestopt, plaatst u een nieuwe stapel papier. Het afdrukken wordt hervat nadat
de nieuwe stapel papier is geplaatst.