Installation Instructions
9
Benodigde handelingen om de machine te gebruiken
1
Om via de UI op afstand in te loggen als beheerder, moet u van
tevoren de instellingen voor de netwerkverbinding opgeven.
Voor informatie over het opgeven van de instellingen voor de
netwerkverbinding raadpleegt u “De machine aansluiten op
een netwerk,” op pag. 9.
Als u een inlogservice gebruikt, raadpleegt u de e-Handleiding >
MEAP.
Als geen authentificatiefunctie is ingesteld, wordt geen
inlogscherm getoond.
Voor informatie over de benodigde systeemomgeving en de
voorbereidingen om de UI op afstand te starten, raadpleegt u
de e-Handleiding > UI op afstand.
In dit voorbeeld worden het standaard Systeembeheerder-ID
en de standaard Systeem-PIN gebruikt om in te loggen.
1
Start uw webbrowser.
2
Voer ‘http://<IP-adres of hostnaam van de
machine>’ bij [Adres] in.
3
Voer het Systeembeheerder-ID en de Systeem PIN
in → klik op [Administrator Login].
[System Manager ID]: 7654321
[System PIN]: 7654321
U bent nu als beheerder ingelogd op de machine.
Raadpleeg Hoofdstuk 2, “De machine voor de eerste keer
instellen” om de instellingen op te geven voor elke functie.
Als u de instellingen hebt opgegeven en de betreffende
handelingen hebt uitgevoerd, drukt u op [Log Out] om uit te
loggen.
•
•
•
•
De machine aansluiten
op een netwerk
Om functies zoals Afdrukken of Faxen via een
computer te kunnen gebruiken, moet de
machine van tevoren aangesloten worden op
een netwerk.
Voordat u de netwerkverbinding instelt, moeten de machine
en de computer via een netwerkkabel worden aangesloten.
Raadpleeg voor meer informatie de e-Handleiding >
Netwerk > De machine aansluiten op een computer of
netwerk.
1
Druk op .
2
Druk op [Voorkeuren].
3
Druk op [Netwerk].