Operation Manual

Opnameprogramma’s
Geavanceerde functies
41
NL
Flexibel opnemen: Het diafragma en
de sluitertijd wijzigen
Gebruik het programma met
automatische belichting (AE) of geef
prioriteit aan de belichtingswaarde of de
sluitertijd.
WAAR U OP MOET LETTEN
Programmakeuzeschakelaar:
P
Opties
Standaardwaarde
D
E
SLUITERTIJD
OF
DIAFRAGMAWAARDE
INSTELLEN
Als u [ SHUTTER-PRIO.AE/
SLUITERTIJDVOORKEUZE AE]
selecteert, verschijnt naast het pictogram
van het opnameprogramma een
numerieke waarde.
1 Als de joystickaanduiding op het
scherm wordt weergegeven, druk
dan op ( ) om deze te verbergen.
Er verschijnen kleine pijlen naast het
getal als de numerieke waarde kan
worden gewijzigd.
2 Wijzig met ( ) de numerieke
waarde (sluitertijd of
diafragmawaarde).
Het weergegeven getal zal knipperen
als de sluitertijd voor de
opnameomstandigheden niet geschikt
is. Selecteer in dat geval een andere
waarde.
OPMERKINGEN
Wijzig tijdens het opnemen de stand van de
programmakeuzeschakelaar niet. De
helderheid van het beeld kan anders abrupt
veranderen.
[
SHUTTER-PRIO.AE/
SLUITERTIJDVOORKEUZE AE]
- Als u op donkere plaatsen een lange sluitertijd
gebruikt, kunt u een helderder beeld krijgen,
maar kan de beeldkwaliteit minder zijn, en werkt
de automatische scherpstelling mogelijk niet
goed.
- Het beeld kan flikkeren wanneer u opneemt
met hoge sluitertijden.
( 10)
[ PROGRAM AE/AE-PROGRAMMA]
De camcorder stelt automatisch het
diafragma en de sluitertijd zo af dat voor
het onderwerp een optimale belichting
wordt verkregen.
[ SHUTTER-PRIO.AE/
SLUITERTIJDVOORKEUZE AE]
Stel de sluitertijdwaarde in. De camcorder
stelt automatisch de juiste
diafragmawaarde in. Gebruik een hogere
sluitertijd om snel bewegende
onderwerpen op te nemen of een lagere
sluitertijd om aan een beweging een
bepaalde wazigheid toe te voegen,
waardoor het gevoel van beweging wordt
overgebracht.
FUNC.
(22)
Pictogram van het momenteel
geselecteerde
Opnameprogramma
Gewenste optie
FUNC.
FUNC.