Operation Manual

12
Cameragegevens op het scherm
Cameragegevens tijdens het opnemen
Als u films opneemt op een band
()
Bedieningsstand ( 4), Zoom ( 33),
Belichting ( 47)
Opnameprogramma ( 43)
Witbalans ( 55)
Beeldeffect ( 57)
Zelfontspanner ( 51)
Beeldopnamestand ( 79)
Digitale effecten ( 58)
Filmgrootte ( 75)
Beeldkwaliteit/grootte ( 75)
Condens ( 113)
Opnameherinnering ( 28)
Handmatige scherpstelling ( 48)
Beeldstabilisator ( 64)
Als u opnamen maakt op een
geheugenkaart ( )
Opnamestand ( 65)
Cassettebediening ( 13)
Tijdcode ( 28)
Resterende band ( 28)
Resterende accucapaciteit
Breedbeeldstand ( 35)
Windscherm ( 69)
Audiostand ( 66)
Resterende capaciteit op de
geheugenkaart voor foto's ( 32)
Resterende capaciteit op de kaart voor
films ( 32)
Stand sensor voor afstandsbediening
(67)
Cameratrillingswaarschuwing ( 64)
LED-lamp ( 50)
AF/AE vergrendeld tijdens het maken van
foto's ( 30)
AF-kader ( 78)
Resterende accucapaciteit
Het accusymbool geeft aan in hoeverre de
accu nog opgeladen is.
Vervang de accu door een volledig
opgeladen accu als ” in een rode
kleur gaat knipperen.
Als u een lege accu aansluit, wordt
mogelijk de stroom uitgeschakeld zonder
dat “ ” wordt weergegeven.
Mogelijk wordt de resterende
accucapaciteit niet nauwkeurig
aangegeven. Dit hangt af van de
omstandigheden waaronder de
camcorder en accu worden gebruikt.