Operation Manual

76
De beeldgrootte en beeldkwaliteit selecteren
Alleen beschikbaar in de stand (in de stand kan alleen de
beeldkwaliteit worden ingesteld).
1. Druk op de FUNC.-toets.
2. Selecteer met ( ) het symbool van de beeldgrootte/beeldkwaliteit.
Het symbool van de huidige instelling wordt weergegeven.
3. Selecteer met ( ) de beeldgrootte.
Het nummer aan de rechterzijde geeft bij benadering aan hoeveel foto's op de
geheugenkaart kunnen worden gemaakt bij de huidige instelling van de beeldgrootte/
beeldkwaliteit.
4. Als u ook een andere beeldkwaliteit wilt kiezen: druk op ( ) en
selecteer met ( ) de gewenste beeldkwaliteit.
Het nummer aan de rechterzijde geeft bij benadering aan hoeveel foto's op de
geheugenkaart kunnen worden gemaakt bij de huidige instelling van de
beeldgrootte/beeldkwaliteit.
U kunt nogmaals op ( ) drukken als u terug wilt gaan om de beeldgrootte te kiezen
(stap 3).
5. Druk op de FUNC.-toets.
De filmgrootte selecteren
Alleen beschikbaar in de stand en .
1. Druk op de FUNC.-toets.
2. Selecteer met ( ) het symbool van de filmgrootte.
Het symbool van de huidige instelling wordt weergegeven.
3. Selecteer met ( ) de filmgrootte.
Het getal aan de rechterzijde geeft bij benadering aan hoe lang u bij de huidige
filmgrootte op de geheugenkaart nog films kunt opnemen (resterende opnameduur).
4. Druk op de FUNC.-toets.
(53)
L 1152x864/FINE
(53)
320x240