Operation Manual
Problemen oplossen
158
Ook als u de sluiterknop half indrukt, verschijnt het AF-kader niet en stelt de
camera niet scherp.
• Als u richt op contrasterende lichte en donkere gebieden van het onderwerp en de
sluiterknop half indrukt, of als u de sluiterknop meerdere malen half indrukt, verschijnt
het kader en stelt de camera scherp.
Het onderwerp is te donker.
• Stel de flitser in op h (p. 71).
• Pas de helderheid aan met belichtingscompensatie (p. 71).
• Pas het beeld aan met i-Contrast (pp. 92, 131).
• Gebruik AE lock of gebruik spotmeting om foto's te maken (pp. 87, 88).
Het onderwerp is te licht (overbelicht).
• Stel de flitser in op ! (p. 64).
• Pas de helderheid aan met belichtingscompensatie (p. 71).
• Gebruik AE lock of gebruik spotmeting om foto's te maken (pp. 87, 88).
• Verminder de belichting van het onderwerp.
Het beeld is donker hoewel de flitser is gebruikt (p. 27).
• Verhoog de ISO-waarde (p. 75).
• Maak de opname met de juiste afstand voor het gebruik van de flitser (p. 71).
De opname die is gemaakt met de flitser, is te licht (overbelicht).
• Maak de opname met de juiste afstand voor het gebruik van de flitser (p. 71).
• Stel de flitser in op ! (p. 64).
Er verschijnen witte stippen op het beeld als ik een opname maak met de flitser.
• Het licht van de flitser wordt weerspiegeld door stofdeeltjes of andere voorwerpen
in de lucht.
Het beeld is onzuiver of korrelig.
• Maak opnamen met een lagere ISO-waarde (p. 75).
• Afhankelijk van de opnamemodus kan het beeld onzuiver of korrelig lijken als
u opnamen maakt met een hoge ISO-waarde (pp. 56, 75).
Ogen worden rood weergegeven (p. 93).
•
Stel [Lamp Aan] in op [Aan] (p. 148). Als u opnamen maakt met de flitser, gaat de lamp
(aan de voorkant van de camera) branden (p. 42) en gedurende ongeveer 1 seconde, terwijl
de camera rode ogen tegengaat, is het niet mogelijk opnamen te maken. Deze functie is
doeltreffender als het onderwerp direct naar de lamp kijkt. U krijgt nog betere resultaten als
u de verlichting binnenshuis verbetert of dichter bij het onderwerp gaat staan.
Het schrijven van opnamen naar een geheugenkaart verloopt traag of het
maken van continu-opnamen gaat langzamer.
• Voer een Low Level Format van de geheugenkaart uit op de camera (p. 51).
U kunt geen opties voor opnamefuncties of in het menu FUNC. instellen.
• Welke opties u kunt instellen, is afhankelijk van de opnamemodus (pp. 164 – 167).