Operation Manual

25
De camera kan de onderwerp- en opnameomstandigheden bepalen, zodat
u de camera automatisch de beste instellingen voor de compositie kunt laten
selecteren en u alleen nog maar de foto hoeft te maken. De camera kan ook
gezichten detecteren en hierop automatisch scherpstellen, waarna de kleur
en helderheid optimaal worden ingesteld.
Schakel de camera in.
Druk op de knop ON/OFF.
Het opstartscherm wordt weergegeven.
Selecteer de modus A.
Stel de modusschakelaar in op A.
Als u de camera op het onderwerp richt,
maakt de camera geluid omdat deze de
compositie bepaalt.
Het pictogram voor de ingestelde
compositie wordt weergegeven in de
rechterbovenhoek van het scherm.
De camera stelt scherp op gedetecteerde
gezichten en geeft kaders weer rond deze
gezichten.
Links en rechts van het scherm wordt een
zwarte balk weergegeven. Deze gebieden
kunnen niet worden opgenomen.
Kies de compositie.
Als u de zoomknop naar i draait, zoomt
u in op het onderwerp zodat dit groter lijkt.
Als u de zoomknop naar j draait, zoomt
u uit op het onderwerp zodat dit kleiner lijkt
(de zoombalk wordt weergegeven).
Stel het beeld scherp.
Druk de sluiterknop half in om scherp
te stellen.
Foto's maken (Smart Auto)
Zoombalk