Operation Manual

92
De camera kan delen van een compositie, zoals gezichten of achtergronden,
die te licht of te donker zijn, detecteren en deze tijdens het maken van
opnamen automatisch aanpassen aan de optimale helderheid. Ook als het
gehele beeld niet genoeg contrast heeft, wordt het beeld tijdens het maken
van de opname automatisch door de camera gecorrigeerd, zodat het
scherper wordt.
Selecteer [i-Contrast].
Druk op de knop n en selecteer
het tabblad 4. Selecteer vervolgens
het menu-item [i-Contrast]. Druk op de
knoppen qr om [Auto] te selecteren.
Na de instelling verschijnt @ op het
scherm.
De helderheid corrigeren en opnamen maken (i-Contrast)
In sommige omstandigheden kan het beeld grof lijken of is de belichting
mogelijk niet juist aangepast.
U kunt opgeslagen beelden corrigeren (p. 131).