NEDERLANDS DIGITALE CAMERA Voordat u de camera gebruikt Opnamen maken Afspelen/wissen Afdruk-/verzendopties Beelden weergeven op een televisie De camera aanpassen Problemen oplossen © 2006 CANON INC. Uitgebreide gebruikershandleiding CEL-SF6VA280 Berichten Uitgebreide Bijlage Gebruikershandleiding In deze handleiding worden de camerafuncties en -procedures gedetailleerd beschreven.
Belangrijkste functies Opnamen maken Opname-instellingen automatisch aanpassen aan specifieke omstandigheden (modus Speciale opnamen) Een intelligente sensor herkent automatisch de stand van de camera Vervagen van opnamen reduceren met de IS-modus De effecten van camerabewegingen of onscherpe objecten vermijden bij het maken van opnamen met een hoge ISO-waarde De kleuren van het beeld wijzigen zodat een speciaal effect wordt verkregen (Kleur Accent, Kleur Wissel) Afspelen Films afspelen met geluid Diashows
Conventies die in deze handleiding worden gebruikt De pictogrammen onder de titels geven aan in welke modi de procedure kan worden uitgevoerd. Programmakeuzewiel Continu-opnamen Opnamemodus Zie Functies beschikbaar in elke opnamemodus (p. 132). In deze handleiding wordt de Verkorte gebruikershandleiding afgekort tot Verkorte handleiding en de Uitgebreide gebruikershandleiding wordt afgekort tot Uitgebreide handleiding.
Inhoudsopgave Items die zijn gemarkeerd met een zijn lijsten of tabellen met overzichten van de camerafuncties of procedures. Conventies die in deze handleiding worden gebruikt . . . . . . .1 Voorzorgsmaatregelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .5 Ter informatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Veiligheidsvoorschriften . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Defecten voorkomen . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Briefkaart met ingesloten datum . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .40 De zelfontspanner gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .41 Filmopnamen maken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .43 Panoramabeelden maken (Stitch Hulp) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47 Verschillende modi voor scherpstellen gebruiken. . . . . . . . . .49 Opnamen maken van onderwerpen die moeilijk kunnen worden scherpgesteld (Scherpstelvergrendeling, AF lock). . .
Beelden weergeven op een televisie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 94 De camera aanpassen (Instellingen voor Mijn camera) . . . . . . 95 Mijn camera-instellingen wijzigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 95 Mijn camera-instellingen registreren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 96 Problemen oplossen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 98 Camera. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Voorzorgsmaatregelen Ter informatie Proefopnamen Wij raden u aan eerst diverse proefopnamen te maken om te controleren of de camera werkt en of u de camera juist bedient, voordat u belangrijke onderwerpen fotografeert. Canon Inc.
Temperatuur van de camerakast Als u de camera gedurende langere tijd gebruikt, kan de camerakast warm worden. Houd hier rekening mee en wees voorzichtig als u de camera gedurende langere tijd gebruikt. Informatie over het LCD-scherm Het LCD-scherm is gefabriceerd met extreem hoge precisietechnieken. Meer dan 99,99% van de pixels voldoet aan de specificaties. Minder dan 0,01% van de pixels kan soms weigeren of als zwarte of rode puntjes verschijnen.
Waarschuwingen Apparatuur Kijk niet via de zoeker naar de zon of een andere sterke lichtbron die uw gezichtsvermogen kan aantasten. Berg de apparatuur op buiten het bereik van kinderen en peuters. • Polsriem: het plaatsen van de riem om de nek van een kind kan leiden tot verstikking. • Geheugenkaart: gevaarlijk als deze per ongeluk wordt ingeslikt. Raadpleeg in dat geval onmiddellijk uw huisarts.
Batterij Plaats de batterij niet in de buurt van een warmtebron en stel deze niet bloot aan vuur of hitte. Dompel de batterij niet onder in water. Probeer de batterijen niet te demonteren, te wijzigen of op te warmen. Laat de batterij niet vallen en voorkom beschadiging van de behuizing van de batterij. Gebruik alleen aanbevolen batterijen en accessoires.
Overige Gebruik de flitser niet dicht bij de ogen van mensen of dieren. Blootstelling aan het sterke licht van de flitser kan het gezichtsvermogen aantasten. Houd vooral bij kleine kinderen ten minste één meter afstand wanneer u de flitser gebruikt. Houd objecten die gevoelig zijn voor magnetische velden (zoals creditcards) uit de buurt van de luidspreker op de camera. Dergelijke objecten kunnen defect raken of gegevens kunnen verloren gaan.
Apparatuur Sluit geen compacte voedingsadapters of batterijladers aan op apparaten zoals elektrische transformators wanneer u naar het buitenland reist, omdat dit kan leiden tot storingen, overmatige warmtevorming, brand, elektrische schokken of verwondingen. Flitser Gebruik de flitser niet als er vuil of stof op zit. Zorg dat uw vingers of uw kleding niet voor de flitser komen wanneer u een opname maakt. De flitser kan beschadigd raken en gaan roken of een vreemd geluid maken.
Defecten voorkomen Vermijd sterke magnetische velden Plaats de camera nooit in de buurt van elektromotoren of andere apparaten die sterk magnetische velden genereren. Blootstelling aan sterke magnetische velden kan leiden tot defecten of beschadigde opnamegegevens.
Voordat u de camera gebruikt - Overzicht van de onderdelen Vooraanzicht De polsriem bevestigen* Bevestigingspunt polsriem Microfoon (p. 82) Zoeker (p. 21) AF-hulplicht (p. 27) Lampje voor rode-ogenreductie (Verkorte handleiding p. 9) Lampje voor zelfontspanner (p. 41) Flitser (Verkorte handleiding p. 9) Lens * Als u de camera aan de riem draagt, moet u erop letten dat de camera niet heen en weer zwaait of tegen andere objecten stoot.
Achteraanzicht De interfacekabel en de AV-kabel kunnen niet tegelijkertijd worden aangesloten. Voordat u de camera gebruikt - Overzicht van de onderdelen LCD-scherm (p. 15) Zoeker (p. 21) DIGITAL-aansluiting (Verkorte handleiding p. 19) A/V OUT-uitgang (audio/video) (p. 94) Klepje van de aansluiting (Verkorte handleiding p. 19) Aansluiting statief Klepje van aansluiting voor gelijkstroomkoppeling (p. 116) Geheugenkaartsleuf/batterijhouder (Verkorte handleiding p.
Bedieningspaneel Luidspreker Lampjes (p. 22) Aan/Uit-lampje Aan/Uit-knop (Verkorte handleiding p. 5) Zoomknop (p. 73, Verkorte handleiding p. 9) Opnamen maken: (Groothoek)/ (Telestand) Afspelen: (Index)/ (Vergroten) Ontspanknop (Verkorte handleiding p. 5) Programmakeuzewiel (Verkorte handleiding p. 5, 6) Knop (Afdrukken/Delen) (Verkorte handleiding p. 14, 22) Knop DISP. (Weergave) (p. 15) Knop FUNC./SET (Functie/Instellen) (p. 25) Knop MENU (p. 26) Knop (Macro)/ (Oneindig)/ (Verkorte handleiding p.
Voordat u de camera gebruikt - Basisbeginselen Het LCD-scherm gebruiken 1 Druk op . De weergavemethode verandert telkens wanneer u op deze knop drukt. ) [Details] (Informatieweergave) [Uit] Weergavemodus ( ) [Standaard] [Details] [Geen informatie] Als een instelling wordt gewijzigd, wordt in de opnamemodus gedurende ongeveer 6 seconden informatie over de opname weergegeven, ongeacht de geselecteerde weergavemethode.
De klok gebruiken Met de volgende twee methoden kunt u de huidige datum en de tijd gedurende 5 seconden* weergeven. * Standaardinstelling Methode 1 Houd de knop FUNC./SET ingedrukt terwijl u de camera inschakelt. Methode 2 In de opnamemethode houdt u de knop FUNC./SET ingedrukt. Als u de camera horizontaal houdt, geeft deze de tijd weer. Als u hem verticaal houdt, worden de tijd en de datum weergegeven.
Helderheid van het LCD-scherm Instellingen voor de helderheid van het LCD-scherm * U kunt de helderheid van het LCD-scherm niet met deze functie wijzigen als u de helderheid al op de hoogste stand hebt ingesteld in het menu Instellen. Nachtscherm Wanneer u opnamen maakt in donkere omstandigheden, wordt het LCD-scherm automatisch helderder zodat het geschikt is voor de helderheid van het onderwerp* en u het onderwerp gemakkelijker kunt inkaderen.
De informatie op het LCD-scherm Informatie over de opname (Opnamemethode) * Spotmetingkader ISO-waarde(p. 67) * AF-kader (p. 49) * Batterij bijna leeg (p. 111) Zoominstelling* (p. 38) Raster* (p. 27) Opnamemethode (p. 39, 41) Macro/Oneindig (Verkorte handleiding p. 10) Flitser (Verkorte handleiding p. 9) Beeldomkeren (p. 68) Rec. * Films opnemen (p. 43) * Belichting vergrendelen (p. 51) * * * IS-modus (p. 35) * Flitserbelichting vergrendelen (p. 52) * Automatische belichting vergrendelen (p.
Als het lampje oranje knippert en het waarschuwingspictogram dat aangeeft dat de camera beweegt wordt weergegeven, betekent dit dat er onvoldoende licht is en dat er een lange sluitertijd wordt geselecteerd. Maak opnamen met de volgende methoden. - Stel de IS-modus in op een andere instelling dan [Uit] (p. 35). - Verhoog de ISO-waarde (p. 67). - Selecteer een andere instelling dan (Flits uit). - Bevestig de camera op een statief of een ander apparaat.
Details Histogram Belichtingscompensatie (p. 54) Flitser (Verkorte handleiding p. 9) Macro/Oneindig (Verkorte handleiding p. 10) Opnamemodus (pags. 36, 43, 47, 63, 64, My Colors (Opnamen maken) (p. 60) Verkorte handleiding p. 6 – 8) Opname met het My Colors-effect (p. 81) Lange sluitertijd (p. 55) ISO-waarde (p. 67) My Colors (Afspelen) (p. 81) Meetmethode (p. 53) Witbalans (p. 57) Bestandsgrootte Opgenomen pixels (films) (p. 46) Aantal beelden (films) (p.
De functie Histogram Het histogram is een grafiek waarmee u de helderheid van het beeld kunt beoordelen. Hoe groter de neiging naar links in de grafiek, des te donkerder het beeld. Hoe groter de neiging naar rechts, des te helderder het beeld. Als het beeld te donker is, wijzigt u de belichtingscompensatie in een positieve waarde. Als het beeld te licht is, wijzigt u de belichtingscompensatie in een negatieve waarde (p. 54).
Lampjes In de volgende situaties branden of knipperen de lampjes van de camera. U moet het volgende nooit doen wanneer er een groen lampje brandt. Deze handelingen kunnen leiden tot beschadiging van de beeldgegevens. - Schud niet met de camera en stel deze niet bloot aan schokken of stoten. - Schakel de camera niet uit en open het klepje van de geheugenkaart/batterijhouder niet.
De wereldklok instellen Als u in het buitenland bent, kunt u beelden opnemen met de lokale datum en tijd door simpelweg de tijdzone-instelling te wijzigen. U moet de tijdzone van uw bestemming dan wel van tevoren registreren. U hoeft de datum en de tijd dan niet opnieuw in te stellen. De tijdzones Thuis en Wereld instellen 1 Menu (Instellen) [Tijdzone] . Zie Menu's en instellingen (p. 26). 3 . Gebruik de knoppen en om een tijdzone voor thuis te selecteren .
5 Gebruik de knoppen en om een bestemmingstijdzone te selecteren U kunt de zomertijd op dezelfde manier instellen als bij stap 3. 6 Tijdsverschil in vergelijking met de tijdzone Thuis Gebruik de knop of om [Thuis/Wereld] te selecteren en de knop of om te selecteren. Overschakelen naar de bestemmingstijdzone 1 Menu (Instellen) [Tijdzone] . Zie Menu's en instellingen (p. 26). 2 Gebruik de knop of om . te selecteren. Gebruik de knop FUNC./SET om de bestemmingstijdzone te wijzigen.
Menu's en instellingen In de menu's kunt u opname-, weergave- en afdrukopties instellen, evenals camera-instellingen zoals de datum, de tijd en het elektronische piepgeluid. De volgende menu's zijn beschikbaar. Menu FUNC. Menu's Opname, Keuze, Afdrukken, Instellen en Mijn camera Menu FUNC. In dit menu kunt u veel van de gangbare opnamefuncties instellen. Voordat u de camera gebruikt - Basisbeginselen Stel het programmakeuzewiel in op , , of . Druk op de knop FUNC./SET.
Menu's Opname, Keuze, Afdrukken, Instellen en Mijn camera Via deze menu's kunnen handige opties voor het maken, weergeven of afdrukken van opnamen worden ingesteld. Menu (Opname) Menu (Instellen) Menu (Mijn camera) U kunt met de knoppen en tussen de menu's schakelen als dit gedeelte is geselecteerd. • In dit voorbeeld wordt het menu Opname weergegeven. • In de afspeelmodus worden de menu's Keuze, Afdrukken, Instellen en Mijn camera weergegeven. Druk op de knop MENU.
Menuoverzicht Menu FUNC. De onderstaande pictogrammen zijn de standaardinstellingen. Pagina p. 36 My Colors p. 60 Speciale opnamen p. 36 Meetmethode p. 53 p. 43 Compressie (stilstaand beeld) p. 33 Belichtingscompensatie p. 54 Aantal beelden (film) p. 46 Lange sluitertijd p. 55 Aantal opgenomen pixels (Stilstaand beeld) p. 33 Witbalans p. 57 Aantal opgenomen pixels (Film) p.
IS-modus Datum stempel Lange sluiter Uit/Continu*/Opname/Pan Uit*/Datum/Datum & Tijd Aan/Uit* p. 35 p. 40 p. 55 Menu Keuze Menuonderdeel Pagina Overgang p. 80 Menuonderdeel Beveilig p. 88 Pagina Dia Show p. 84 Roteren p. 79 My Colors p. 81 Alles wissen p. 88 Geluids memo p. 82 Volgorde p. 92 Menuonderdeel Pagina Menu Afdrukken Menuonderdeel Pagina Afdrukken Wis alle selecties Sel. beeld & aantal. p. 89 Afdrukinstellingen p. 91 Sel.
sluitergeluid Het volume instellen van het geluid dat te horen is wanneer de sluiter wordt ontgrendeld. Dit geluid is niet te horen wanneer u een film opneemt. afspeel vol. Het volume instellen van filmgeluiden en geluidsmemo's. LCD-Helderheid -7 tot 0* tot +7 Spaarstand p. 22 Tijdzone 10 sec./20 sec./ De tijdsduur instellen waarna het LCD30 sec./1 min.*/ scherm wordt uitgeschakeld als de camera niet wordt bediend. 2 min./3 min. Thuis*/Wereld Datum/Tijd Klok Display 0 -5*-10 sec./ 20 sec.
Beeldomkeren Aan*/Uit Lens intrekken 1 min.*/0 sec. p. 68 Hiermee wordt de tijd ingesteld waarbinnen de lens wordt ingetrokken bij het overschakelen van de opnamemodus naar de afspeelmodus. Taal Verkorte handleiding p. 4 Video Systeem NTSC/PAL Afdrukmethode Auto*/ p. 94 Zie hieronder.*1 Reset alle p. 31 *1U kunt de manier wijzigen waarop de printer is aangesloten.
Alle standaardwaarden herstellen 1 Menu (Instellen) alle]. [Reset Zie Menu's en instellingen (p. 26). 2 Selecteer [OK] en druk op . Voordat u de camera gebruikt - Basisbeginselen De instellingen kunnen niet worden hersteld als de camera is aangesloten op een computer of een printer. De volgende items kunnen niet worden hersteld. - Opnamemodus. - De opties [Tijdzone], [Datum/Tijd], [Taal] en [Video Systeem] in het menu (Instellen) (p.
Geheugenkaarten formatteren U moet een nieuwe geheugenkaart of een geheugenkaart waarvan u alle beelden en andere gegevens wilt wissen, altijd formatteren. Bij het formatteren (initialiseren) van een geheugenkaart worden alle gegevens op de kaart gewist, dus ook beveiligde beelden en andere soorten bestanden. 1 Menu (Instellen) [Formateren]. Zie Menu's en instellingen (p. 26). 2 Selecteer [OK] en druk op .
Opnamen maken De opgenomen pixels en compressie wijzigen (Stilstaande beelden) Opnamemodus 1 Menu FUNC. (Compressie). * (Opgenomen pixels)/ * Zie Menu's en instellingen (p. 25). * Standaardinstelling.
Geschatte waarden voor compressie-instellingen Compressie Superfijn Hoge kwaliteit Fijn Doel Opnamen van hoge kwaliteit maken Opnamen van standaardkwaliteit maken Normaal Normaal Meer opnamen maken Zie Grootte beeldgegevens (geschat) (p. 125). Zie Geheugenkaarten en geschatte capaciteiten (p. 124).
De IS-modus gebruiken Opnamemodus Door de IS-modus te gebruiken, kunt u de vervaging van afbeeldingen reduceren wanneer u een onderwerp in de verte vergroot of opnamen maakt in situaties met weinig licht. Opname IS-modus wordt alleen geactiveerd als de sluiterknop wordt ingedrukt, zodat onderwerpen met minder vervaging worden vastgelegd, zelfs als de bewegingen ervan in het LCD-scherm er niet vloeiend uitzien. Deze optie is niet beschikbaar in de modus .
Opnamen maken in een modus voor speciale opnamen Opnamemodus U kunt een optimale opname maken door eenvoudig de juiste opnamemethode te selecteren. 1 Menu FUNC. * (Portret). Zie Menu's en instellingen (p. 25). *Standaardinstelling. Gebruik de knop of om een opnamemethode te selecteren en druk op de knop FUNC./SET. Zie de Verkorte handleiding (p. 7) voor uitleg over de modi voor speciale opnamen. 2 Maak de opname.
Vergrote close-ups maken (Digitale Macro) Opnamemodus Bij de maximale groothoekinstelling kunt u opnamen maken van een onderwerp dat zich 2 tot 60 cm van het uiteinde van de lens bevindt. Dankzij de digitale zoom is het opnamegebied 7,5 × 5,5 mm bij maximale zoom (ongeveer 4,0 keer). 1 Menu FUNC. * (Handmatig) (Digitale macro). Zie Menu's en instellingen (p. 25). *Standaardinstelling. Kies de beeldhoek met de zoomknop en maak de opname.
De digitale zoom gebruiken Opnamemodus U kunt ingezoomde beelden maken met de gecombineerde optische en digitale zoom. Foto's: met ongeveer 16 keer inzoomen Films (Standaard): met ongeveer 16 keer inzoomen De digitale zoom kan alleen worden gebruikt als het LCD-scherm is ingeschakeld. De digitale zoom kan niet worden gebruikt in de modus (Briefkaart met ingesloten datum) of (Breedbeeld). 1 Menu (Opname) Zoom] [Aan]. [Digitale Zie Menu's en instellingen (p. 26).
Continu-opnamen Opnamemodus In deze modus worden continu opnamen gemaakt wanneer u de ontspanknop ingedrukt houdt. Als u de aanbevolen geheugenkaart* gebruikt, kunt u bij een ingestelde interval continu opnamen maken (vloeiende continuopname) tot de geheugenkaart vol is (p. 124). *Aanbevolen geheugenkaart Supersnelle SDC-512 MSH-geheugenkaart (wordt afzonderlijk verkocht), opnieuw geformatteerd in Low Level Format (p. 32). • Dit is gebaseerd op standaardopnamen bij Canon.
Briefkaart met ingesloten datum Opnamemodus U kunt opnamen met de optimale instellingen voor briefkaarten maken door de beelden in het afdrukgebied (lengte-breedteverhouding van ongeveer 3:2) te plaatsen, dat op het LCD-scherm wordt weergegeven. 1 Menu FUNC. * (Opgenomen pixels) (Briefkaart met ingesloten datum). Zie Menu's en instellingen (p. 25). *Standaardinstelling. Opgenomen pixels is ingesteld op (1600x1200) en de compressie op (Fijn).
Zorg ervoor dat de datum en de tijd van de camera van tevoren zijn ingesteld (p. 29). Wanneer de datumstempel eenmaal in de beeldgegevens is opgenomen, kan deze niet meer worden verwijderd. De zelfontspanner gebruiken Opnamemodus U kunt een vertraging van 10 ( ) of 2 seconden ( ) instellen nadat de ontspanknop is ingedrukt, of een aangepaste vertraging en het aantal opnamen ( Handm. Timer). 1 2 Druk op de knop om , of weer te geven. Maak de opname.
De vertraging en het aantal opnamen wijzigen . U kunt de vertraging (0-10, 15, 20, 30 sec.) en het aantal opnamen (1-10) wijzigen. Deze instellingen kunnen echter niet worden ingesteld voor de modi Kleur Accent, Kleur Wissel, Stitch Hulp of Film. 1 Menu (Opname) [Zelfontspanner] . Zie Menu's en instellingen (p. 26).
Filmopnamen maken Opnamemodus De volgende filmmodi zijn beschikbaar. Standaard U kunt de opgenomen pixels en de opnamesnelheid selecteren en opnemen totdat de geheugenkaart vol is (wanneer u een zeer snelle geheugenkaart gebruikt, zoals het aanbevolen model SDC-512MSH). De digitale zoom kan ook worden gebruikt in deze modus. (p. 38) • Opgenomen pixels: (640 × 480), • Aantal beelden: (30 beelden/sec.), • Maximumgrootte: 1 GB*/film (320 × 240) (15 beelden/sec.
• De opnametijd varieert naargelang de capaciteit van de geheugenkaart die u gebruikt (p. 124). * De opname wordt gestopt nadat gedurende een uur continu-opnamen zijn gemaakt, zelfs wanneer het volume van de opgenomen gegevens kleiner is dan 1 GB. 1 Menu FUNC. * (Standaard). Zie Menu's en instellingen (p. 25). *Standaardinstelling. Gebruik de knop of om een Movie-opnamemethode te selecteren en druk op de knop FUNC./SET. In de modus , of kunt u de opgenomen pixels en de opnamesnelheid wijzigen (p. 46).
Vóór de opname kunt de belichtingsvergrendeling (p. 51) en de belichting instellen. 1. Druk op de knop . De belichting wordt vergrendeld (AE lock) en de belichtingsschuifbalk verschijnt in het LCD-scherm. 2. Gebruik de knop of om de belichting aan te passen. Druk nogmaals op de knop om de instelling op te heffen. De instelling wordt ook geannuleerd als u op de knop MENU drukt of de witbalans, My Colors of de opnamemethode wijzigt. U hebt QuickTime 3.
Opgenomen pixels en opnamesnelheid wijzigen U kunt de opgenomen pixels en de opnamesnelheid wijzigen als de filmmodus is ingesteld op (Standaard), (Kleur Accent) of (Kleur Wissel). 1 Menu FUNC. * (Opgenomen pixels)/ * (Aantal beelden). Zie Menu's en instellingen (p. 25). *Standaardinstelling. Gebruik de knop of om de instellingen voor opgenomen pixels/aantal beelden te selecteren en druk op de knop FUNC./SET.
Panoramabeelden maken (Stitch Hulp) Opnamemodus Gebruik Stitch Hulp om overlappende beelden te maken die u later op een computer kunt samenvoegen tot een panoramisch beeld. 1 Menu FUNC. Hulp). *(Handmatig) Zie Menu's en instellingen (p. 25). *Standaardinstelling. / (Stitch Opnamen maken De overlappende naden van meerdere aan elkaar grenzende beelden kunnen worden samengevoegd tot een volledig panorama. U kunt kiezen tussen de volgende twee opnamerichtingen.
3 Maak de tweede opname zodanig dat deze een deel van de eerste opname overlapt. U kunt een opname opnieuw maken door op de knop of te drukken en terug te keren naar het scherm van de zojuist gemaakte opname. Kleine verschuivingen in de overlappende delen kunnen worden gecorrigeerd tijdens het samenvoegen van de opnamen. 4 Herhaal de procedure voor de overige beelden. Een opnamereeks kan maximaal 26 beelden bevatten. Druk na de laatste opname op de knop FUNC./SET.
Verschillende modi voor scherpstellen gebruiken Opnamemodus U kunt, afhankelijk van de AiAF-instelling, kiezen tussen de volgende twee scherpstelmethoden. De camera detecteert het onderwerp en markeert de (Geen kader) Aan AF-kaders vanaf negen beschikbare punten, die worden gebruikt om de focus te bepalen. De opname wordt scherpgesteld met het middelste Uit AF-kader. Dit is handig wanneer u nauwkeuriger wilt scherpstellen op een bepaald deel van een onderwerp. Menu Opname [AiAF] [Aan]/[Uit].
Opnamen maken van onderwerpen die moeilijk kunnen worden scherpgesteld (Scherpstelvergrendeling, AF lock) Opnamemodus Het scherpstellen van de volgende typen onderwerpen kan moeilijk zijn. Objecten met bijzonder weinig contrast. Scènes met een combinatie van onderwerpen dichtbij en ver weg. Composities met bijzonder heldere objecten in het midden. Objecten die snel bewegen. Objecten achter glas: houd de camera zo dicht mogelijk tegen het glas om de kans op lichtreflectie te verkleinen.
4 Wijzig de stand van de camera om de gewenste beeldcompositie te krijgen en maak de opname. AF lock opheffen Druk op de knop / . Wanneer u opnamen maakt met de scherpstelvergrendeling of AF lock en u het LCD-scherm gebruikt, is het eenvoudiger om [AiAF] in te stellen op [Uit] (p. 49). De camera gebruikt dan alleen het middelste AF-kader om scherp te stellen. AF lock is handig omdat u daarbij de ontspanknop kunt loslaten om de juiste compositie te maken.
AE lock kan ook worden ingesteld en opgeheven in de modus (p. 45). U kunt de flitsbelichtingsvergrendeling gebruiken als u de flitser gebruikt. De flitsbelichting vergrendelen (Flitsbelichtingsvergrendeling) Opnamemodus U kunt de flitsbelichting vergrendelen zodat de belichting juist is ingesteld, ongeacht de compositie van het onderwerp. 1 2 Schakel het LCD-scherm in. 3 Stel scherp op het onderwerp waarvan u de flitsbelichting wilt vergrendelen. 4 Druk de ontspanknop half in en druk op de knop .
Verschillende methoden voor lichtmeting gebruiken Opnamemodus 1 Menu FUNC. * (Deelmeting). Zie Menu's en instellingen (p. 25). *Standaardinstelling. Gebruik de knop of om een methode voor lichtmeting te selecteren en druk op de knop FUNC./SET. Lichtmeetmethoden Gem. centrum meeting De gemiddelde belichting van het gehele beeld wordt berekend, maar het object in het midden krijgt meer gewicht. Spot Het gebied binnen het spotmetingpunt midden op het LCD-scherm wordt gemeten.
De belichtingscompensatie aanpassen Opnamemodus Pas de belichtingscompensatie aan om te voorkomen dat het onderwerp te donker wordt als het van achteren wordt belicht of als de achtergrond erg helder is, of om te voorkomen dat lichtjes te helder worden weergegeven in nachtscènes. 1 Menu FUNC. * (Belichtingscompensatie). Zie Menu's en instellingen (p. 25). *Standaardinstelling. Gebruik de knop of om de belichtingscompensatie aan te passen en druk op de knop FUNC./SET.
Opnamen maken met een lange sluitertijd Opnamemodus U kunt een lange sluitertijd instellen om donkere onderwerpen lichter weer te geven. 1 Menu (Opname) [Lange sluiter] [Aan]. Zie Menu's en instellingen (p. 26). Menu FUNC. * (Belichtingscompensatie) . Zie Menu's en instellingen (p. 25). *Standaardinstelling. 3 Gebruik de knop selecteren . of Opnamen maken 2 om de sluitertijd te Hoe hoger de waarde, des te helderder het beeld. Hoe lager de waarde, des te donkerder het beeld.
Bij CCD-beeldsensoren neemt de hoeveelheid ruis in het opgenomen beeld toe bij korte sluitertijden. Bij deze camera worden beelden die met een sluitertijd van minder dan 1,3 seconden zijn opgenomen, echter speciaal verwerkt om de ruis te verwijderen, zodat beelden van hoge kwaliteit ontstaan. Het kan echter enige tijd duren voordat de volgende opname kan worden gemaakt. Controleer op het LCD-scherm of het beeld is opgenomen met de gewenste helderheid.
De witbalans aanpassen Opnamemodus Normaal selecteert de (Auto) automatische witbalansinstelling de optimale witbalans. Pas de instelling van de witbalans aan de lichtbron aan als de instelling geen natuurlijke kleuren kan genereren. 1 Menu FUNC. * (Auto). Zie Menu's en instellingen (p. 25). *Standaardinstelling. Gebruik de knop of om een witbalans te selecteren en druk op de knop FUNC./SET.
De aangepaste witbalans gebruiken U kunt de optimale witbalans voor een opname instellen door de camera een stuk wit papier, een witte doek of grijs karton van fotografische kwaliteit te laten evalueren om de standaardkleur wit in te stellen. Vooral in de volgende situaties waarin de witbalans met de optie (Auto) moeilijk kan worden ingesteld, kunt u beter een aangepaste witbalans instellen.
Opnamen maken Voordat u een aangepaste witbalans instelt, kunt u het beste de opnamemodus kiezen en de belichtingscompensatie op [±0] instellen. De witbalans kan mogelijk niet goed worden ingesteld wanneer de belichtingsinstelling onjuist is (het beeld is volledig zwart of wit). Maak de opnamen met dezelfde instellingen die u hebt gebruikt bij het aanpassen van de witbalans. Als de instellingen verschillen, gebruikt u mogelijk niet de optimale witbalans.
Opnamen maken in een modus van My Colors Opnamemodus U kunt uw foto's een speciale sfeer meegeven. My Colors-instellingen My Colors uit Met deze instelling maakt u normale opnamen. Levendig De nadruk komt te liggen op contrast en kleurintensiteit, zodat u een opname met heldere kleuren krijgt. Neutraal Hiermee worden het contrast en de kleurverzadiging afgevlakt, zodat u neutrale kleuren krijgt.
1 Menu FUNC. * (My Colors uit). Zie Menu's en instellingen (p. 25). *Standaardinstelling. Gebruik de knop of om een modus van [My Colors] te selecteren. In Zie De camera instellen op een modus voor Custom Kleur (p. 61). Als u zich niet bevindt in Druk op de knop FUNC./SET om terug te gaan naar het opnamescherm. 2 Maak de opname. Met deze modus kunt u het contrast, de scherpte en verzadiging en de kleurbalans voor rode, groene, blauwe en huidtinten aanpassen. 1 Menu FUNC.
3 . De instelling wordt voltooid. Als u nu op de knop MENU drukt, gaat u terug naar het scherm waar u een [My Colors]-modus kunt selecteren. Kleuren wijzigen Opnamemodus U kunt opnamen maken waarbij de oorspronkelijke kleuren zijn gewijzigd. Dit kan zowel op films als op stilstaande beelden worden toegepast zodat u kunt fotograferen met beeld- of filmeffecten.
Opnamen maken in de modus Kleur Accent 1 Foto's: Menu FUNC. (Kleur Accent). Films: Menu FUNC. (Kleur Accent). *(Portret) * (Standaard) Zie Menu's en instellingen (p. 25). * Standaardinstelling. Foto's . De modus Kleur Accent wordt geactiveerd. 3 . De camera schakelt over op de kleureninvoermodus en op het scherm worden afwisselend het oorspronkelijke beeld en het beeld met kleuraccent weergegeven (met de vooraf ingestelde kleur). 4 Opnamen maken 2 Films.
De standaardaccentkleur is groen. Het resultaat is mogelijk niet wat u verwacht wanneer u de flitser gebruikt. Het opgegeven kleuraccent blijft behouden, ook wanneer de camera wordt uitgeschakeld. Opnamen maken in de modus Kleur Wissel Oorspronkelijke kleur (vóór conversie) 1 Gewenste kleur (na conversie) Foto's: Menu FUNC. (Kleur Wissel). Films: Menu FUNC. (Kleur Wissel). *(Portret) * (Standaard) Zie Menu's en instellingen (p. 25). * Standaardinstelling. Foto's 2 Films. .
3 . De camera schakelt over op de kleureninvoermodus en op het scherm worden afwisselend het oorspronkelijke beeld en het beeld met kleurwissel weergegeven (met de vooraf ingestelde kleur). 4 Richt de camera zodat de oorspronkelijke kleur wordt weergegeven in het midden van het LCD-scherm en druk op de knop . 5 Richt de camera zodat de gewenste kleur wordt weergegeven in het midden van het LCD-scherm en druk op de knop . • U kunt slechts één kleur opgeven.
De methode van opslaan van het oorspronkelijke beeld wijzigen Wanneer u stilstaande beelden vastlegt in de modus Kleur Accent of Kleur Wissel, kunt u instellen of u de oorspronkelijke opname (vóór de aanpassing) en de aangepaste opname wilt vastleggen. 1 Menu (Opname) [Aan]/[Uit]. [Orig. Opslaan] Zie Menu's en instellingen (p. 26). Als u [Aan] selecteert, worden de twee beelden opeenvolgend genummerd, waarbij het gewijzigde beeld volgt op het oorspronkelijke, ongewijzigde beeld. [Orig.
De ISO-waarde aanpassen Opnamemodus Pas de ISO-waarde aan als u een korte sluitertijd wilt gebruiken om het effect van camerabewegingen te verminderen of onscherpe objecten te vermijden, of schakel de flitser uit als u opnamen wilt maken in een donkere omgeving. 1 Druk op de knop en wijzig de instellingen. Opnamen maken Druk herhaaldelijk op de knop om de instellingen / / / / / / uit te proberen.
De functie Beeldomkeren instellen Opnamemodus Uw camera is uitgerust met een intelligente sensor die de stand van een beeld herkent wanneer u de camera verticaal houdt. Het beeld wordt automatisch naar de juiste stand gedraaid wanneer u het op het LCD-scherm bekijkt. 1 Menu (Instellen) [Beeldomkeren] [Aan]/[Uit]. Zie Menu's en instellingen (p. 26).
Een doelmap voor beelden maken Opnamemodus U kunt op ieder moment een nieuwe map maken en de opnamen worden automatisch in die map opgeslagen. Een nieuwe map maken voor de volgende keer dat Maak nieuwe folder u opnamen maakt. Als u een extra map wilt maken, voegt u nog een vinkje toe. U kunt ook een datum en tijd opgeven als u een Maak autom. nieuwe map wilt maken met een opnametijd na de opgegeven datum en tijd (p. 29). 1 Menu (Instellen) [Maak folder]. Zie Menu's en instellingen (p. 26).
2 Selecteer een datum voor de optie [Maak autom.] en een tijd voor de optie [Tijd] . wordt weergegeven als de opgegeven tijd nadert. Het pictogram verdwijnt zodra de nieuwe map is gemaakt. Er kunnen maximaal 2000 beelden in een map worden bewaard. Er wordt automatisch een nieuwe map gemaakt als u meer dan 2000 opnamen maakt, zelfs als u zelf geen nieuwe map maakt. File nummers Reset Opnamemodus Aan de opnamen die u maakt, worden automatisch bestandsnummers toegewezen.
Functie File No. Reset Continu Auto reset De volgende opname krijgt een nummer dat één hoger is dan de vorige opname. Dit is handig als u al uw opnamen wilt beheren op een computer, omdat dubbele bestandsnamen worden voorkomen wanneer u van map of geheugenkaart wisselt.* De nummers van de map en de opname worden teruggezet naar de beginwaarde (100-0001).* Dit is handig wanneer u opnamen per map wilt beheren. *Wanneer er een lege geheugenkaart wordt gebruikt.
Beelden kunnen in een andere map worden opgeslagen als er niet genoeg ruimte meer is, ook als het aantal beelden in de map kleiner is dan 2000. De volgende beeldtypen worden namelijk altijd samen in een map opgeslagen. - Beelden van continu-opname - Beelden die zijn gemaakt met de zelfontspanner (handmatig) - Beelden die zijn gemaakt met de opnamemodus Stitch Hulp - Stilstaande beelden die zijn gemaakt in de modus Kleur Accent/ Kleur Wissel, waarbij de categorie [Orig.
Afspelen/wissen Raadpleeg ook de Verkorte gebruikershandleiding (p. 11). Beelden vergroten 1 Duw de zoomknop naar . wordt weergegeven en op het scherm ziet u een vergroot gedeelte van het beeld. Beelden kunnen ongeveer 10 maal worden vergroot. Geschatte locatie van het weergegeven gebied Gebruik de knop , , of om andere delen van het beeld te vergroten. Wanneer u in een vergrote weergave op de knop FUNC.
Negen beelden tegelijk weergeven (Indexweergave) 1 Duw de zoomknop naar U kunt maximaal negen beelden tegelijk bekijken. Gebruik de knop , , of om een ander beeld te selecteren. . Geselecteerd beeld Film Schakelen tussen reeksen van negen beelden De springbalk wordt weergegeven wanneer u de zoomknop in de indexweergave naar drukt en u kunt schakelen tussen reeksen van negen beelden. Gebruik de knop of om naar de vorige of volgende reeks van negen beelden te gaan. Houd de knop FUNC.
Naar beelden springen Wanneer u op een geheugenkaart veel beelden hebt vastgelegd, is het handig om de vijf zoekcriteria hieronder te gebruiken om door de beelden te springen om te vinden wat u zoekt. Volgende 10 U springt met 10 beelden tegelijk. Volgende 100 U springt met 100 beelden tegelijk. Ga naar datum U springt naar het eerste beeld van elke opnamedatum. Ga naar film Ga naar folder 1 U springt naar een film. Hiermee wordt het eerste beeld in elke map weergegeven.
Films bekijken U kunt geen films afspelen als de indexweergave is geactiveerd. 1 Geef een film weer en druk op . Beelden met het pictogram zijn films. Filmbedieningspaneel Volume (Aanpassen met de knop of ) 2 Selecteer (afspelen) en druk op . De film wordt gepauzeerd wanneer u tijdens het afspelen op de knop FUNC./ SET drukt. Het afspelen gaat verder als u nogmaals op die knop drukt. Wanneer het afspelen is voltooid, wordt het laatste beeld weergegeven. Druk op de knop FUNC.
Films bewerken U kunt delen van opgenomen films wissen. Beveiligde films en films korter dan 1 seconde kunnen niet worden bewerkt. 1 Selecteer (bewerken) in het filmbedieningspaneel en druk op . Bewerkingspaneel voor films Het scherm voor filmbewerking en de balk met bewerkingsfuncties worden weergegeven. Bewerkingsbalk voor films Gebruik de knop of om (snijden begin) of (snijden eind) te selecteren en de knop of om het snijpunt aan te geven ( ).
4 Selecteer [Nieuw bestand] of [Overschrijven] en druk op . Met [Nieuw bestand] slaat u de bewerkte film op met een nieuwe bestandsnaam. De gegevens van vóór de wijziging blijven bewaard. Als u op de knop FUNC./SET drukt terwijl u een film opslaat, wordt het opslaan geannuleerd. Met [Overschrijven] wordt de bewerkte film met de oorspronkelijke naam opgeslagen. De gegevens van vóór de wijziging gaan verloren. Als er onvoldoende ruimte over is op de geheugenkaart, kunt u alleen [Overschrijven] selecteren.
Beelden draaien in het scherm U kunt beelden 90º of 270º rechtsom draaien op het scherm. Origineel 1 90° Menu (Keuze) 270° . Zie Menu's en instellingen (p. 26). Gebruik de knop of om het beeld te selecteren dat u wilt draaien en druk op om het draaien uit te voeren. Druk herhaaldelijk op de knop FUNC./SET om de standen 90°/270°/Origineel uit te proberen. U kunt dit ook instellen in de indexweergave. Afspelen/wissen 2 Filmbeelden kunnen niet worden gedraaid.
Weergeven met overgangseffecten U kunt selecteren welk overgangseffect wordt gebruikt tijdens het wisselen van beelden. Standaardweergave. Het weergegeven beeld wordt donkerder en het volgende beeld wordt langzaam lichter totdat het wordt weergegeven. Druk op de knop zodat het vorige beeld vanaf de linkerzijde wordt weergegeven, en op de knop om het volgende beeld vanaf de rechterzijde weer te geven. 1 Menu (Keuze) / . Zie Menu's en instellingen (p. 26).
Effecten toepassen met de functie My Colors Met de functie My Colors kunt u effecten toepassen op opgenomen beelden (alleen stilstaande beelden). De volgende My Colorseffecten zijn beschikbaar. Zie p.60 voor meer informatie. 1 Levendig Lichtere Huidtint Neutraal Donkerder Huidtint Sepia Levendig Blauw Zwart/Wit Levendig Groen Positief Film Levendig Rood Menu (Keuze) . Zie Menu's en instellingen (p. 26). Gebruik de knop of om een beeld te selecteren en druk vervolgens op .
4 Selecteer [OK] en druk op . Het zojuist opgeslagen beeld dat is aangepast met het My Colorseffect staat onder aan de lijst. Als u effecten wilt toepassen op andere beelden, herhaalt u de procedure vanaf stap 2. 5 Druk op en selecteer [Ja] of [Nee]. Druk vervolgens op . Als u [Ja] hebt geselecteerd, wordt het beeld weergegeven zoals het is aangepast met het My Colorseffect. Kiest u [Nee], dan gaat u terug naar het menu Keuze.
2 Gebruik de knop of om het beeld te selecteren waaraan u een geluidsmemo wilt toevoegen en druk op . Het geluidsmemopaneel wordt weergegeven. 3 Selecteer (opnemen) en druk op De verstreken tijd en de resterende tijd worden weergegeven. Druk op de knop FUNC./SET om de opname te beëindigen. Druk nogmaals op de knop om het opnemen te hervatten. U kunt een geluidsmemo van maximaal 1 minuut toevoegen aan een beeld. .
Automatisch afspelen (Dia Shows) Beelden op de geheugenkaart automatisch weergeven. *De beeldinstellingen voor diapresentaties worden gebaseerd op de DPOF-norm (Digital Print Order Format) (p. 89). Alle beelden – 1 Alle beelden op een geheugenkaart op volgorde weergeven Datum Alle beelden met een specifieke datum op volgorde weergeven. Folder Alle beelden in een specifieke map op volgorde weergeven. Films Alleen filmbestanden op volgorde afspelen.
3 Selecteer [Start] en druk op . Tijdens de diapresentaties zijn de volgende functies beschikbaar. - De diapresentatie onderbreken/ hervatten: druk op de knop FUNC./SET. - De diapresentatie snel vooruit en achteruit afspelen: druk op de knop of (houd de knop ingedrukt om sneller tussen de beelden te schakelen) - De diapresentatie stoppen: druk op de knop MENU. Overgangseffecten U kunt selecteren welk overgangseffect wordt gebruikt wanneer een beeld wordt vervangen door een ander. Standaardweergave.
De beelddatum of map selecteren die u wilt weergeven ( / ) 1 2 Selecteer of en druk op . Selecteer de datum of de map die u wilt afspelen met de knop of en druk vervolgens op . Datum Folder De beelden selecteren die u wilt weergeven ( – ) Selecteer alleen die beelden die u wilt afspelen en sla die op als diapresentatie (Custom 1, 2 of 3). U kunt maximaal 998 beelden selecteren. Ze worden afgespeeld in de volgorde waarin ze zijn geselecteerd. 1 Selecteer , of en druk op .
Alle beelden selecteren 1 Nadat u in stap 1 hebt geselecteerd (p. 86), kunt u de knop gebruiken om [Markeer alles] te selecteren. Druk vervolgens op de knop FUNC./SET. 2 Gebruik de knop om [Markeer alles] te selecteren en druk vervolgens op de knop FUNC./SET. 3 Gebruik de knop om [OK] te selecteren en druk vervolgens op de knop FUNC./SET. Door [Herstel] te kiezen, maakt u de selectie van alle beelden ongedaan. De instellingen voor Speeltijd en Herhalen aanpassen Speeltijd *Standaardinstelling.
Beelden beveiligen U kunt belangrijke beelden en films beveiligen, zodat ze niet per ongeluk worden gewist. 1 Menu (Keuze) . Zie Menu's en instellingen (p. 26). 2 Gebruik de knop of om een beeld te selecteren en druk vervolgens op . Wanneer u nogmaals op FUNC./ SET drukt, wordt de instelling ongedaan gemaakt. U kunt beelden ook beveiligen in de indexweergave. Beveiligingspictogram Alle beelden wissen Gewiste beelden kunnen niet worden hersteld. Denk goed na voordat u beelden wist.
Afdruk-/verzendinstellingen De DPOF-afdrukinstellingen selecteren Met de camera kunt u vooraf de beelden op een geheugenkaart selecteren die u wilt afdrukken en het gewenste aantal exemplaren instellen. De instellingen op de camera zijn compatibel met de DPOFnorm (Digital Print Order Format). Dit is heel handig als u beelden wilt afdrukken met een printer die de functie Direct Print ondersteunt of als u beelden wilt verzenden naar een fotozaak die DPOF ondersteunt.
- (Index) Selectie van indexafdruk Kies een opname en druk op de knop FUNC./SET om deze wel of niet te selecteren. U kunt ook opnamen selecteren in de indexweergave. Als de camera is aangesloten op een printer, brandt de knop blauw terwijl u afbeeldingen selecteert. Vanaf dit punt kunt u beginnen met het maken van afdrukken door op de knop te drukken, te controleren of [Afdrukken] is geselecteerd en te drukken op de knop FUNC./SET.
De afdrukmethode instellen Stel de afdrukmethode in en selecteer vervolgens de afbeelding(en) die u wilt afdrukken. U kunt de volgende afdrukinstellingen selecteren: *Standaardinstelling Afdruktype Standaard* Eén beeld per pagina afdrukken. Index De geselecteerde beelden worden verkleind afgedrukt in de vorm van een index. Beide De beelden worden standaard en ook als index afgedrukt. Datum (Aan/Uit*) De datum wordt ook afgedrukt. File No. (Aan/Uit*) Het bestandsnummer wordt ook afgedrukt.
Ingesloten datums in de modus (Briefkaart met ingesloten datum) (p. 40). Drukt de datum ook af wanneer [Datum] is ingesteld op [Uit]. Stel bij de DPOF-afdrukinstellingen niet de datum in wanneer u beelden afdrukt waarin de datum is ingesloten met de functie [Datum stempel]. Hierdoor wordt de datum mogelijk twee keer afgedrukt. De datum wordt afgedrukt in de stijl die in het menu [Datum/Tijd] is opgegeven. (p. 29).
3 Gebruik de knop of om een beeld te selecteren dat u wilt overbrengen en druk vervolgens op . Door nogmaals op FUNC./SET te drukken, wordt de instelling ongedaan gemaakt. U kunt ook opnamen selecteren in de indexweergave. Verzendselectie Alle beelden op een geheugenkaart 1 Menu (Keuze) Zie Menu's en instellingen (p. 26). Selecteer [markeer] en druk op . Door [Herstel] te selecteren, annuleert u alle verzendinstellingen. 3 Selecteer [OK] en druk op .
Beelden weergeven op een televisie U kunt een televisietoestel als monitor gebruiken om beelden af te spelen of tijdens het maken van opnamen weer te geven, als u de camera op de televisie aansluit met de meegeleverde AV-kabel. 1 2 Schakel de camera en de televisie uit. Sluit de AV-kabel aan op de A/V OUT-uitgang van de camera. Open het afdekplaatje van de DIGITAL-uitgang met uw nagel vanaf de linkerzijde en plaats de AV-kabel correct in de uitgang.
De camera aanpassen (Instellingen voor Mijn camera) In het menu Mijn camera kunt u het opstartscherm, het opstartgeluid, het werkgeluid, het geluid van de zelftimer en het sluitergeluid aanpassen. U kunt deze instellingen wijzigen en registreren zodat u de camera aan uw eigen wensen kunt aanpassen. Mijn camera-instellingen wijzigen 1 Menu (Mijn camera) Menuonderdeel. Zie Menu's en instellingen (p. 26). 2 Selecteer de inhoud die u wilt instellen.
Mijn camera-instellingen registreren Beelden die op de geheugenkaart zijn opgeslagen en recent opgenomen geluiden kunt u eenvoudig als Mijn camera-instellingen toevoegen aan de menuonderdelen en . U kunt ook de bijgeleverde software gebruiken om beelden en geluiden van uw computer over te brengen naar de camera. Als u de standaardinstellingen van Mijn camera wilt herstellen, moet u een computer gebruiken.
3 Selecteer een beeld of neem een geluid op. opstart scherm Gebruik de knop of om het gewenste beeld te selecteren en druk vervolgens op de knop FUNC./SET. opstart geluid, werkgeluid, Geluidzelftimer en Sluiter geluid Selecteer (Opnemen) en druk op de knop FUNC./SET. Na de opname selecteert u (Registreren) en druk op de knop FUNC./SET. - Het opnemen wordt automatisch gestopt zodra de opnametijd is verstreken. - Selecteer (afspelen) om de opname af te spelen.
Problemen oplossen Camera Camera doet niets. De camera is niet ingeschakeld. Druk op de Aan/Uit-knop (Verkorte handleiding p. 5). De geheugenkaartsleuf/ batterijhouder is open. Controleer of het klepje van de geheugenkaartsleuf/batterijhouder goed is gesloten (Verkorte handleiding p. 2). De batterij is bijna leeg (het bericht 'Vervang\ Verwissel accu' wordt weergegeven). Plaats een volledig opgeladen batterij in de camera (Verkorte handleiding p. 2).
LCD-scherm Het scherm wordt donkerder. De weergave van het LCD-scherm wordt donkerder in sterk zonlicht of fel licht. Dit is normaal bij apparaten met CCD's en wijst niet op een storing of defect. (Dit beeld wordt niet opgenomen bij het maken van foto's, maar wel bij filmopnamen.) Het scherm knippert. Het scherm knippert bij het maken van opnamen bij tl-verlichting. Dit is geen camerastoring (knipperen wordt vastgelegd bij films maar niet bij stilstaande beelden).
Er wordt ruis weergegeven/De bewegingen van het onderwerp zien er onregelmatig uit. Het beeld dat wordt weergegeven op het LCDscherm is automatisch lichter gemaakt zodat het beter zichtbaar is bij opnamen in donkere omstandigheden (p. 17). Dit heeft geen invloed op het opgenomen beeld. Opnamen maken Camera maakt geen opnamen. Het programmakeuzewiel is ingesteld op (Afspelen). Stel het programmakeuzewiel in op , , of (Verkorte handleiding p. 6). De flitser wordt opgeladen.
Het beeld is wazig of onscherp. Het AF-hulplicht is ingesteld op [Uit]. In donkere omgevingen die ongunstig zijn voor het automatisch scherpstellen van de camera, wordt het AF-hulplicht geactiveerd om het scherpstellen te vergemakkelijken. Het AF-hulplicht werkt niet wanneer het is uitgeschakeld. U moet het daarom inschakelen ([Aan]) om het te activeren (p. 27). Zorg ervoor dat u het AF-hulplicht niet afdekt met uw hand wanneer het wordt gebruikt. De camera beweegt wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt.
Het onderwerp van de opname is te helder of het beeld vertoont witte strepen. Het onderwerp is te dichtbij, waardoor het flitslicht te fel is. Zorg er bij het gebruik van de ingebouwde flitser voor dat u de opname maakt op de juiste afstand van het onderwerp (p. 121). Het onderwerp is overbelicht omdat de omgeving te donker is. Stel de belichtingscompensatie in op een negatieve waarde (-) (p. 54). Gebruik AE lock of gebruik spotmeting (p. 51, 53).
Ogen worden rood weergegeven. Licht wordt door ogen gereflecteerd wanneer de flitser in het donker wordt gebruikt. Gebruik de modus (Auto. Rode ogen red.) of (Rode ogen reductie) (Verkorte handleiding p. 9). Deze modus heeft alleen effect als de persoon recht in de lamp voor rode-ogenreductie kijkt. Vraag de persoon indien mogelijk recht in de lamp te kijken. U krijgt nog betere resultaten als u de verlichting binnenshuis verbetert of dichter bij het onderwerp gaat staan.
Films opnemen De opnametijd wordt mogelijk niet goed weergegeven of het maken van de opname wordt onverwacht gestopt. De volgende typen geheugenkaarten worden gebruikt. - Kaarten waarop langzaam wordt opgenomen. - Kaarten die zijn geformatteerd op een andere camera of op een computer. - Kaarten waarop vaak beelden zijn opgenomen en gewist. Hoewel de opnametijd tijdens het filmen mogelijk niet goed wordt weergegeven, wordt de film goed opgenomen op de geheugenkaart.
Afspelen Kan niet afspelen. U probeert beelden af te spelen die met een andere camera zijn gemaakt of met een computer zijn bewerkt. Computerbeelden die niet kunnen worden afgespeeld, worden wel afgespeeld als u deze naar de camera overbrengt met het softwareprogramma ZoomBrowser EX of ImageBrowser, dat bij de camera is geleverd. De bestandsnaam is gewijzigd met een computer of de bestandslocatie is gewijzigd. Stel de bestandsnaam of de locatie in de bestandsindeling/-structuur van de camera in.
Lezen van beelden op geheugenkaart verloopt traag. De geheugenkaart is met een ander apparaat geformatteerd. Gebruik een geheugenkaart die met uw camera is geformatteerd (p. 32). Batterij/Batterijlader De batterij is snel leeg. De levensduur van de batterij is overschreden wanneer de batterij leeg raakt bij een normale temperatuur (23º C). Vervang de batterij door een nieuwe (Verkorte handleiding p. 2). Batterij laadt niet op. De levensduur van de batterij is overschreden.
Afdrukken op Direct Printcompatibele printers Kan niet printen. Camera en printer zijn niet goed op elkaar aangesloten. Sluit de camera goed aan op de printer met de meegeleverde kabel. Printer staat uit. Schakel de printer in. Onjuiste verbinding voor afdrukken. Selecteer in het menu (Instellen) de optie [Print methode] en selecteer [Auto] (p. 30).
Lijst met berichten De volgende berichten kunnen tijdens het opnemen of afspelen van beelden op het LCD-scherm verschijnen. In de Gebruikershandleiding voor Direct Print vindt u meer informatie over de berichten die verschijnen als de camera op een printer is aangesloten. Bezig... Er wordt een beeld vastgelegd op of gelezen van de geheugenkaart. De afspeelmodus wordt gestart. Geen geheugenkaart U hebt de camera ingeschakeld zonder dat er een geheugenkaart in zit.
Geen beeld Geen beelden opgeslagen op de geheugenkaart. Beeld te groot U wilt een beeld afspelen dat groter is dan 4992 x 3328 pixels of dat een uitzonderlijke gegevensgrootte heeft. Onjuiste JPEG formaat U probeert incompatibele JPEG-gegevens af te spelen. Corrupte Data U probeert een beeld met beschadigde gegevens af te spelen. RAW U probeert RAW-beelden af te spelen.
Verplaatsen niet mogelijk! Bij het overbrengen van beelden naar uw computer met het menu Verplaats hebt u geprobeerd een beeld te selecteren waarvan de gegevens beschadigd zijn of een beeld voor een ander camera- of gegevenstype. Ook is mogelijk dat u hebt geprobeerd een filmpje te selecteren terwijl in het menu Verplaats de optie [Wallpaper] is ingesteld. Beveiligd! U probeert een beveiligd beeld, beveiligde film of geluidsmemo te wissen of te bewerken.
Bijlagen Omgaan met de batterij Batterijlading Onderstaand pictogram en bericht worden weergegeven. Vervang/Verwissel accu De batterij is bijna leeg. Laad de batterij zo snel mogelijk op als u deze gedurende een langere periode wilt gebruiken. De batterij is niet voldoende geladen om met de camera te kunnen werken. Vervang de batterij onmiddellijk. Voorzorgsmaatregelen voor het omgaan met de batterij Bijlagen Zorg er altijd voor dat de batterijpolen schoon zijn.
Afhankelijk van de manier waarop het klepje van de aansluitingen is geplaatst (Fig. C, D), kunt u wellicht de sterkte van de batterij controleren. Fig. D Fig. C Opgeladen batterij Plaats het klepje zo dat zichtbaar is. Lege batterij Plaats het klepje precies andersom als in Fig. C. U wordt aangeraden de batterij in de camera te gebruiken totdat de batterij volledig leeg is en deze vervolgens binnenshuis op een droge plaats bij een temperatuur van 0 tot 30 °C te bewaren.
De interne, oplaadbare lithiumbatterij recyclen Als u uw camera weggooit, moet u eerst de batterij verwijderen en voor recycling aanbieden volgens de regels die in uw land gelden. 1 Open het klepje van de uitgangen en het klepje van de batterijhouder. Draai de schroeven van de behuizing (5) los. Verwijder alleen de schroef van het deksel. 2 Wrik vervolgens het deksel vanaf de bovenkant los. Raak de flitser nooit aan! Raak de flitser nooit aan. Dit kan een elektrische schok veroorzaken.
Omgaan met de geheugenkaart Het schuifje voor schrijfbeveiliging van de SD-geheugenkaart Schuifje voor schrijfbeveiliging Zet het schuifje omhoog. Schrijven/wissen mogelijk Zet het schuifje omlaag (hiermee beschermt u de beelden en andere gegevens op de kaart) Schrijven/wissen niet mogelijk Waarschuwingen voor het gebruik Een geheugenkaart bestaat uit zeer geavanceerde elektronica. Buig de kaart niet en stel deze niet bloot aan druk, schokken of trillingen.
Formatteren Bij het formatteren (initialiseren) van een geheugenkaart worden alle gegevens op de kaart gewist, dus ook beveiligde beelden. Wij raden u aan geheugenkaarten te gebruiken die in uw camera zijn geformatteerd. • De kaart die bij de camera wordt geleverd, kunt u gebruiken zonder dat u de kaart hoeft te formatteren. • Als de camera niet goed functioneert, kan de geheugenkaart beschadigd zijn. Mogelijk kunt u het probleem verhelpen door de geheugenkaart opnieuw te formatteren.
Een voedingsadapterset gebruiken (afzonderlijk verkrijgbaar) U wordt aangeraden de voedingsadapterset ACK-DC30 (afzonderlijk verkrijgbaar) op de camera aan te sluiten wanneer u deze lange tijd gebruikt of aansluit op een computer. Schakel de camera uit voordat u de voedingsadapter aansluit of loskoppelt. 4 5 Sluit het netsnoer eerst aan op de compacte voedingsadapter en steek vervolgens het andere uiteinde in het stopcontact.
Een op een flitsschoen gemonteerde flitser gebruiken (afzonderlijk verkrijgbaar) Krachtige flitser HF-DC1 Deze flitser wordt gebruikt in aanvulling op de ingebouwde flitser van de camera wanneer het onderwerp te ver weg is om goed te worden belicht. Gebruik de volgende procedure om de camera en de krachtige flitser te bevestigen aan de montageplaat. Lees de instructies bij de flitser en deze uitleg.
Voordat u de montageplaat aan de flitser bevestigt, controleert u of de lithiumbatterij (CR123A of DL123) is geïnstalleerd. Voor een goede belichting van de onderwerpen moet de flitser aan de zijkant van de camera en parallel aan de voorkant van de camera worden bevestigd. Ook als u een flitser hebt aangesloten, kunt u gebruikmaken van een statief.
Onderhoud en verzorging van de camera Gebruik nooit oplosmiddelen, benzeen, synthetische reinigingsmiddelen of water om de camera te reinigen. Deze middelen kunnen de apparatuur aantasten of beschadigen. Camerabehuizing Verwijder het vuil voorzichtig van de camerabehuizing met een zachte doek of een brillendoekje. Lens Gebruik eerst een lensblazer om stof en vuil te verwijderen en verwijder vervolgens het resterende vuil door de lens voorzichtig schoon te vegen met een zachte doek.
Specificaties Alle gegevens zijn gebaseerd op standaardtests van Canon. Wijzigingen zonder kennisgeving zijn mogelijk.
Witbalans Auto, Dag Licht, Bewolkt, Lamplicht, TL licht of TL licht H, of Custom Automatisch, automatische rode-ogenreductie, Ingebouwde flitser flitser aan met rode-ogenreductie, flitser aan, flitser uit, slow sync Flitsbereik Normaal: 50 cm - 3,5 m (G), 50 cm – 2,0 m (T) (Als de ISO-waarde is ingesteld op Automatisch.
Aantal opgenomen Standaard, Kleur Accent, Kleur Wissel: pixels 640 x 480 pixels (30 beelden/sec., 15 beelden/sec.) (Films) 320 x 240 pixels (30 beelden/sec., 15 beelden/sec.) U kunt blijven opnemen tot de geheugenkaart vol is* (met een maximum van 1 GB** tegelijk). Hoge opnamesnelheid: (er kan worden opgenomen gedurende 1 min.) 320 x 240 pixels (60 beelden/sec.) Compact: (er kan worden opgenomen gedurende 3 min.) 160 x 120 pixels (15 beelden/sec.
Omgevingstemperatuur Luchtvochtigheid Afmetingen Gewicht (alleen camerabehuizing) 0-40 °C 10-90% 90,4 × 56,5 × 26,4mm Circa 165 g *1 Deze digitale camera ondersteunt Exif 2.2 (ook 'Exif Print' genoemd). Exif Print is een standaard voor het verbeteren van de communicatie tussen digitale camera's en printers. Als u de camera aansluit op een printer die Exif Print ondersteunt, worden de beeldgegevens van de camera op het moment van opname gebruikt en geoptimaliseerd.
Geheugenkaarten en geschatte capaciteiten : Kaart die bij de camera is geleverd Aantal opgenomen pixels Compressie 16 MB SDC-128M SDC-512MSH 4 45 176* 8 75 292 17 156 603 6 61 237 12 109 425 24 217 839 13 121 471 24 217* 839 46 411 1590 52 460 1777 80 711 2747 127 1118 4317 (Briefkaart met ingesloten datum) 1600 × 1200 pixels 24 217* 839 (Breedbeeld) 2816 × 1584 pixels 6 60 235 11 101 392 23 205 794 (Hoog) 2816 × 2112 pixels (Medium 1) 2272 × 1704 pixels
10 sec. Hoge 320 × 240 pixels Opnamesnelheid Compact 1 min. 32 sec. 5 min. 59 sec. 1 min. 39 sec. 14 min. 29 sec. 55 min. 57 sec. 160 × 120 pixels * Maximale lengte van filmclip bij de instelling : 1 min., bij de instelling : 3 min. De cijfers geven de maximale continue opnametijd aan.
SD-geheugenkaart Aansluiting Compatibel met de standaard voor SD-geheugenkaarten Afmetingen 32,0 × 24,0 × 2,1 mm Gewicht Ongeveer 2 g MultiMediaCard Aansluiting Compatibel met de standaard voor MultiMediaCard Afmetingen 32,0 × 24,0 × 1,4 mm Gewicht Ongeveer 1,5 g Batterij NB-5L Type Oplaadbare lithium-ionbatterij Nominale spanning 3,7 V gelijkstroom Nominale capaciteit 1120 mAh Levensduur Ongeveer 300 keer Omgevingstemperatuur 0-40 °C Afmetingen 32,0 × 44,9 × 7,9 mm Gewicht Circa 25 g
Compacte voedingsadapter CA-DC10 (meegeleverd met optionele voedingsadapterset ACK-DC30) Nominaal ingangsvermogen 100-240 V wisselstroom (50/60 Hz) 16 VA (100 V)–26 VA (240 V) Nominaal uitgangsvermogen 4,3 V gelijkstroom, 1,5 A Omgevingstemperatuur 0-40 °C Afmetingen 42,6 × 104,4 × 31,4 mm Gewicht (exclusief netsnoer) Ongeveer 180 g 127
INDEX A D Aan/Uit-knop ............................... .... 14, Verkorte gebruikershandleiding 5 Aangepaste witbalans............ 58 Aantal beelden ....................... 46 Aantal opgenomen pixels .. 33, 46 AE lock................................... 51 AF lock ................................... 50 Afdrukken.................................... ........... Verkorte gebruikershandleiding14 Afdrukken/Delen, knop ................................. 14, 22 AF-hulplicht ............................
Groothoeklens ............................. ......... Verkorte gebruikershandleiding 9 Grootte beeldgegevens (geschat)............................... 125 H HF-DC1 ................................ 117 Histogram ............................... 21 I In- en uitzoomen.......................... ............ Verkorte gebruikershandleiding 9 Indexweergave ....................... 74 Instellen, menu ....................... 28 Instellingen voor Mijn camera.................................... 95 Interfacekabel ......
Night Snapshot ................... .. Verkorte gebruikershandleiding 7 Onder water ........................ .. Verkorte gebruikershandleiding 8 Portret ................................. .. Verkorte gebruikershandleiding 7 Sneeuw............................... .. Verkorte gebruikershandleiding 7 Strand ................................. .. Verkorte gebruikershandleiding 8 Vuurwerk............................. .. Verkorte gebruikershandleiding 8 Speciale opnamen .................. .......
Afwijzing van aansprakelijkheid • Hoewel ernaar is gestreefd de informatie in deze handleiding volledig en accuraat weer te geven, kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard voor mogelijke fouten of weglatingen. • Canon behoudt zich het recht voor de specificaties van de hierin beschreven hardware en software te allen tijde zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen.
Functies beschikbaar in elke opnamemodus In de volgende tabel ziet u welke instellingen u per opnamemodus kunt gebruiken. De instellingen die u voor een opnamemodus selecteert, worden opgeslagen wanneer u de opname beëindigt.
Pagina Functie AF Mode AF-hulplicht Digitale Zoom Deelmeting Lichtmeet Gem. centrum meting methode Spot Belichtingscompensatie Belichting Lange sluiter Witbalans My Colors ISO-waarde Beeldomkeren Raster IS-modus – (8) –(10) – – – – – – – – (6) U (7) – – – –(10) – – U – – – – – U U – (11) – – –(10) – –(10) U – (9) – –(10) – (10) – – – – – – – – – (5) –(10) (5) – –(10) – – – (12) p.49 p.27 p.38 p.53 p.54 p.45 p.55 p.57 p.60 p.67 p.68 p.27 p.
NEDERLANDS DIGITALE CAMERA Voordat u de camera gebruikt Opnamen maken Afspelen/wissen Afdruk-/verzendopties Beelden weergeven op een televisie De camera aanpassen Problemen oplossen © 2006 CANON INC. Uitgebreide gebruikershandleiding CEL-SF6VA280 Berichten Uitgebreide Bijlage Gebruikershandleiding In deze handleiding worden de camerafuncties en -procedures gedetailleerd beschreven.