NEDERLANDS Voordat u de camera gebruikt Opnamen maken Afspelen/wissen Print-/verplaatsinstellingen De camera aanpassen Problemen oplossen Lijst met berichten Bijlage Uitgebreide gebruikershandleiding In deze handleiding worden de camerafuncties en -procedures gedetailleerd beschreven.
Belangrijkste functies Opnamen maken zOpname-instellingen automatisch aanpassen aan specifieke omstandigheden (modus Speciale opnamen) zVervagen van opnamen reduceren met de IS-modus zDe instellingen Hoge ISO Automatisch en Auto ISO Shift gebruiken om de effecten van camerabewegingen of onduidelijke objecten te voorkomen zGez. Detect.
Conventies die in deze handleiding worden gebruikt De pictogrammen onder de titels geven aan in welke modi de procedure kan worden uitgevoerd. Programmakeuzewiel Briefkaartmodus • De opnamemodi die niet beschikbaar zijn, worden grijs weergegeven • en worden allebei weergegeven door . Zie Functies beschikbaar in elke opnamemodus (p. 153).
Inhoudsopgave Onderwerpen die met een zijn gemarkeerd, geven een overzicht van camerafuncties of procedures. Conventies die in deze handleiding worden gebruikt . . . . . . 1 Voorzorgsmaatregelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Lees dit eerst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Veiligheidsvoorschriften . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Defecten voorkomen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Panoramabeelden maken (Stitch Hulp) . . . . . . . . . . . . . . . . 47 Verschillende modi voor scherpstellen gebruiken. . . . . . . . . 49 Opnamen maken van onderwerpen die moeilijk kunnen worden scherpgesteld (Scherpstelvergrendeling, AF lock) . . . . . . . . 51 De belichting vergrendelen (AE Lock). . . . . . . . . . . . . . . . . . 53 De flitsbelichting vergrendelen (Flitsbelichtingsvergrendeling) 54 Verschillende methoden voor lichtmeting gebruiken. . . . . . . 55 De belichtingscompensatie aanpassen. . .
Print-/verplaatsinstellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 107 De DPOF-printinstellingen selecteren . . . . . . . . . . . . . . . . 107 De DPOF-verplaatsinstellingen selecteren . . . . . . . . . . . . 111 De camera aanpassen (Instellingen voor Mijn camera) . . 113 Mijn camera-instellingen wijzigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 113 Mijn camera-instellingen registreren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 114 Problemen oplossen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Voorzorgsmaatregelen Lees dit eerst Proefopnamen Wij raden u aan eerst diverse proefopnamen te maken om te controleren of de camera werkt en of u de camera juist bedient, voordat u belangrijke onderwerpen fotografeert. Canon Inc.
Temperatuur van de camerabehuizing Als u de camera gedurende langere tijd gebruikt, kan de camerabehuizing warm worden. Houd hier rekening mee en wees voorzichtig als u de camera gedurende langere tijd gebruikt. Informatie over het LCD-scherm Het LCD-scherm is vervaardigd met extreem hoge precisietechnieken. Meer dan 99,99% van de pixels voldoet aan de specificaties. Minder dan 0,01% van de pixels kan soms weigeren of als zwarte of rode puntjes verschijnen.
Waarschuwingen Apparatuur z Richt de camera niet rechtstreeks op de zon of sterke lichtbronnen. • Dit kan beschadiging van de CCD van de camera veroorzaken of het gezichtsvermogen aantasten. z Berg de apparatuur op buiten het bereik van kinderen en peuters. • Polsriem: het plaatsen van de riem om de nek van een kind kan leiden tot verstikking. • Geheugenkaart: gevaarlijk als deze per ongeluk wordt ingeslikt. Raadpleeg in dat geval onmiddellijk uw huisarts.
Batterij z Plaats de batterij niet in de buurt van een warmtebron en stel deze niet bloot aan vuur of hitte. z Dompel de batterij niet onder in water. z Probeer de batterij niet te demonteren, te wijzigen of op te warmen. z Laat de batterij niet vallen en voorkom beschadiging van de behuizing van de batterij. z Gebruik alleen aanbevolen batterijen en accessoires.
Overige z Gebruik de flitser niet dicht bij de ogen van mensen of dieren. Blootstelling aan het sterke licht van de flitser kan het gezichtsvermogen aantasten. Houd vooral bij kleine kinderen ten minste één meter afstand wanneer u de flitser gebruikt. z Houd objecten die gevoelig zijn voor magnetische velden (zoals creditcards) uit de buurt van de luidspreker op de camera. Dergelijke objecten kunnen defect raken of gegevens kunnen verloren gaan.
Apparatuur z Sluit geen compacte voedingsadapters of batterijladers aan op apparaten zoals elektrische transformators wanneer u naar het buitenland reist, omdat dit kan leiden tot storingen, overmatige warmteontwikkeling, brand, elektrische schokken of verwondingen. Flitser z Gebruik de flitser niet als er vuil, stof of andere voorwerpen op zitten. z Zorg dat uw vingers of uw kleding niet voor de flitser komen wanneer u een opname maakt.
Defecten voorkomen Vermijd sterke magnetische velden z Plaats de camera nooit in de buurt van elektromotoren of andere apparaten die sterke magnetische velden genereren. Blootstelling aan sterke magnetische velden kan leiden tot defecten of beschadigde opnamegegevens.
Voordat u de camera gebruikt - Basisbeginselen Het LCD-scherm gebruiken 1 Druk op . zDe weergavemethode verandert telkens wanneer u op deze knop drukt. Opnamemodus ( , , of Standaard (Geen informatie) Gedetailleerd (Informatievenster) Uit ) Weergavemodus ( ) Geen informatie Standaard Gedetailleerd zAls een instelling wordt gewijzigd, wordt in de opnamemodus gedurende ongeveer 6 seconden informatie over de opname weergegeven, ongeacht de geselecteerde weergavemethode.
De klok gebruiken Met de volgende twee methoden kunt u de huidige datum en de tijd gedurende 5 seconden* weergeven. * Standaardinstelling Als u de camera horizontaal houdt, geeft deze de tijd weer. Als u hem verticaal houdt, worden de tijd en de datum weergegeven. Als u de camera echter verticaal houdt en u gebruikt methode 1 om de datum en tijd weer te geven, wordt de tijd aanvankelijk op dezelfde manier weergegeven als wanneer u de camera horizontaal zou houden.
Helderheid van het LCD-scherm Instellingen voor de helderheid van het LCD-scherm De helderheid van het LCD-scherm kan op de volgende twee manieren worden aangepast. zInstellingen wijzigen in het menu Instellen (p. 26) zInstellingen wijzigen met de knop DISP. (functie LCD snel helder) U kunt het LCD-scherm de meest heldere instelling geven, ongeacht de functie die u hebt geselecteerd in het menu Instellen, door langer dan één seconde op de knop DISP. te drukken.
De informatie op het LCD-scherm Informatie over de opname (Opnamemethode) Digitale Tele-converter/Zoominstelling/ Veiligheidszoom (p. 33) Macro/Oneindig (Verkorte handleiding p. 15) Spotmetingkader AF Frame (p. 49) ... ( )*1 ISO-waarde (p. 69) Flitser (Verkorte handleiding p. 14) Opnamemethode (p. 37, Verkorte handleiding p. 16) Batterij bijna leeg (p. 130) IS-modus (p. 32) *1*/ Sluitertijd*1/Instelling AE lock (p. 53) Flitsbelichtingsvergrendeling (p. 54) van de lensopening*1 Uitsnede (p.
Als het lampje oranje knippert en het waarschuwingspictogram dat aangeeft dat de camera beweegt wordt weergegeven, betekent dit dat er onvoldoende licht is en dat er een lange sluitertijd wordt geselecteerd. Maak opnamen met de volgende methoden. - Stel de IS-modus in op een andere instelling dan [Uit] (p. 32). - Verhoog de ISO-waarde (p. 69). - Stel de Auto ISO Shift in op [Aan] (p. 70). - Selecteer een andere instelling dan (flits uit) (Verkorte handleiding p. 14).
Gedetailleerd My Category (p. 82) ... Belichtingscompensatie (p. 56) Flitser (Verkorte handleiding p. 14) Histogram (p. 18) Meetmethode (p. 55) ... ISO-waarde (p. 69) Opgenomen pixels/Opnamesnelheid (films) (p. 45) Sluitertijd Time Lapse Movie (p. 46) Instelling van de lensopening My Colors (opnamen maken) (p. 62), Kleur Accent/Kleur Wissel (p. 64) My Colors (Afspelen) (p. 92) Opname met Rode-Ogen Correctie (p. 89)/My Colors-effect (p. 92) Witbalans (p.
De functie Histogram Het histogram is een grafiek waarmee u de helderheid van het beeld kunt beoordelen. Hoe groter de neiging naar links in de grafiek, des te donkerder het beeld. Hoe groter de neiging naar rechts, des te helderder het beeld. Als het beeld te donker is, wijzigt u de belichtingscompensatie in een positieve waarde. Als het beeld te licht is, wijzigt u de belichtingscompensatie in een negatieve waarde (p. 56).
Spaarstand De camera is uitgerust met een spaarstand. In de volgende gevallen wordt de camera uitgeschakeld. Druk op de ON/OFF-knop om de camera weer in te schakelen. Ongeveer drie minuten nadat er voor het laatst een camerafunctie is gebruikt, wordt de camera uitgeschakeld. Eén minuut* nadat er voor het laatst een camerafunctie is gebruikt, wordt het LCD-scherm automatisch uitgeschakeld, zelfs als [Automatisch Uit] is ingesteld op [Uit].
De wereldklok instellen Als u in het buitenland bent, kunt u beelden opnemen met de lokale datum en tijd door simpelweg de tijdzone-instelling te wijzigen. U moet de tijdzone van uw bestemming dan wel van tevoren registreren. U hoeft de datum en de tijd dan niet opnieuw in te stellen. De tijdzones Thuis/Wereld instellen 1 Menu (Instellen) [Tijdzone] . Zie Menu's en instellingen (p. 23). 2 3 (Thuis) . Gebruik de knoppen en om een tijdzone voor thuis te selecteren .
5 Gebruik de knoppen en om een bestemmingstijdzone te selecteren zU kunt ook een gebied selecteren met de touch control dial. Bovendien kunt u de zomertijd op dezelfde manier instellen als bij stap 3. 6 Tijdsverschil in vergelijking met de tijdzone Thuis Overschakelen naar de bestemmingstijdzone 1 Menu (Instellen) [Tijdzone] . Zie Menu's en instellingen (p. 23). 2 Gebruik de knop om of . te selecteren. zGebruik de knop FUNC./SET om de bestemmingstijdzone te wijzigen.
Menu's en instellingen In de menu's kunt u opname-, weergave- en printopties instellen, evenals camera-instellingen zoals de datum, de tijd en het elektronische audiosignaal. De volgende menu's zijn beschikbaar. zMenu FUNC. zMenu's Opname, Keuze, Print, Instellen en Mijn camera Menu FUNC. Met dit menu kunnen de meest gebruikelijke functies voor het maken van opnamen worden ingesteld. a b e c d Dit voorbeeld geeft het menu FUNC. weer in de modus 22 , , of .
Menu's Opname, Keuze, Print, Instellen en Mijn camera Met deze menu's kunnen handige opties voor het maken, weergeven of afdrukken van opnamen worden ingesteld. Menu (Opname) a Menu (Instellen) Menu (Mijn camera) e b U kunt met de c d • Dit voorbeeld geeft het menu Opname weer in de modus (Auto). • In de afspeelmodus worden de menu's Keuze, Print, Instellen en Mijn camera weergegeven. a Druk op de knop MENU. b Druk op de knop of om tussen de menu's te schakelen.
Menuoverzicht Zie Functies beschikbaar in elke opnamemodus (p. 153). Menu FUNC. De onderstaande pictogrammen zijn de standaardinstellingen. Menu-item Pagina Menu-item Pagina Handmatige modus Verkorte handleiding Meetmethode Speciale opnamen Verkorte handleiding Compressie (stilstaand beeld) p. 30 p. 12 p. 12 p. 55 Filmmodus p. 42 Opnamesnelheid (film) p. 45 Belichtingscompensatie p. 56 Opname-interval (film) p. 46 p. 57 Opgenomen pixels (stilstaand beeld) p. 30 Witbalans p.
Disp. Sjabloon (Foto) Uit*/Raster/Uitsnede/Beiden (Film) Uit*/Raster IS-modus Continu*/Opname/Pan/Uit Datum stempel Uit*/Datum/Datum & Tijd Instellen knop */ / / / / p. 41 p. 32 p. 40 / / p. 71 / (Gelegenh.): , , , Menu Keuze Menu-item Dia Show , , Print menu Pagina Menu-item p. 97 Print My Category p. 82 Sel. beeld & aantal Wissen p. 105 Selecteer per Datum Beveilig p. 102 Select. per Categorie Rode-Ogen Corr. p. 89 Selecteer per Folder My Colors p. 92 Sel.
Menu Instellen Menu-item * Standaardinstelling Opties Mute Aan/Uit* Stel deze in op [Aan] om alle geluiden behalve de waarschuwingssignalen uit te schakelen. (Verkorte handleiding p. 10) Volume Uit/1/2*/3/4/5 Het volume aanpassen van het opstartgeluid, het werkgeluid, het geluid van de zelfontspanner, het sluitergeluid en het geluid bij het afspelen. U kunt het volume niet aanpassen als [mute] is ingesteld op [Aan].
Tijdzone Thuis*/Wereld Datum/Tijd Klok Display 0–10*1 sec./ 20 sec./30 sec./ 1 min./2 min./ 3 min. Formatteren Bestandnr. p. 20 Verkorte handleiding p. 9 p. 13 U kunt het ook instellen op Low Level Format uitvoeren (p. 29). Continu*/Auto reset p. 78 Maak folder p. 76 Maak autom. Uit*/Dagelijks/ MaandagZondag/ Maandelijks Beeldomkeren Aan*/Uit Lens intrekken 1 min.*/0 sec. Taal p.
Menu Mijn camera Menu-item * Standaardinstelling Mogelijke instellingen Thema Een gemeenschappelijk thema selecteren voor alle Mijn camera-instellingen. Opstart scherm Het beeld instellen dat wordt weergegeven wanneer de camera wordt ingeschakeld. Opstartgeluid Het geluid instellen dat te horen is wanneer de camera wordt ingeschakeld. Werkgeluid Het geluid instellen dat te horen is wanneer u op een andere knop dan de sluiterknop drukt.
Geheugenkaarten formatteren U moet een nieuwe geheugenkaart of een geheugenkaart waarvan u alle beelden en andere gegevens wilt wissen, altijd formatteren. z Bij het formatteren (initialiseren) van een geheugenkaart worden alle gegevens op de kaart gewist, dus ook beveiligde beelden en andere soorten bestanden. z Wanneer het pictogram wordt weergegeven, bestaan er geluidsgegevens die zijn opgenomen met de Audio Recorder. Denk goed na voordat u de geheugenkaart formatteert.
Opnamen maken U kunt ook de touch control dial gebruiken om opnamemodi of opties in het menu FUNC. te selecteren. Zie de Verkorte handleiding, p. 4 De opgenomen pixels en compressie wijzigen (stilstaande beelden) 1 Menu FUNC. * (Compressie)/ * (Opgenomen pixels). Zie Menu's en instellingen (p. 22). * Standaardinstelling. zGebruik de knop of om de instellingen voor compressie/ opgenomen pixels te selecteren en druk op de knop FUNC./SET.
*2 (Breedbeeld) Afdrukken op breed papier (u kunt de compositie beoordelen bij een lengte3264x1832 breedteverhouding van 16:9. Gebieden die pixels niet zijn opgenomen, worden op het LCDscherm weergegeven als zwarte rand.) *1 Papierformaten verschillen per land. *2 Deze functie kan niet worden geconfigureerd in de modi en .
De IS-modus gebruiken Door de IS-modus te gebruiken, kunt u de vervaging van afbeeldingen reduceren wanneer u een onderwerp in de verte vergroot of opnamen maakt in situaties met weinig licht. 1 Continu U kunt het effect van de IS-modus op de vervaging van een afbeelding bekijken op het LCD-scherm, omdat de IS-modus continu actief is. Zodoende kunt u gemakkelijker composities samenstellen en scherpstellen op onderwerpen.
De Digitale Zoom/Digitale Teleconverter gebruiken U kunt ingezoomde beelden maken met de gecombineerde optische en digitale zoom. De brandpuntsafstanden (35mm-filmbereik) en details zien er als volgt uit. Brandpuntsafstand Standaard 35-560 mm Uit 1,6x 35-140 mm 56-224 mm 2,0x 70-280 mm Details U kunt opnamen maken met een maximale zoomfactor van ongeveer 16x en gebruikmaken van een combinatie van optische en digitale zoomfuncties. Opnamen zonder digitale zoom.
De digitale zoom gebruiken 2 Duw de zoomknop naar opname. en maak de zDe gecombineerde optische en digitale zoomfactor wordt op het LCD-scherm weergegeven. zOp basis van het aantal opgenomen pixels berekent de functie Veiligheidszoom de maximale zoomfactor vanaf welke de beeldkwaliteit begint af te nemen. De digitale zoom stopt even bij deze zoomfactor en verschijnt op het LCD-scherm (behalve in de modus ). Als u de zoomknop opnieuw naar drukt, kunt u nog dichter inzoomen.
Vergrote close-ups maken (Digitale Macro) Bij de maximale groothoekinstelling kunt u opnamen maken van een onderwerp dat zich 2 tot 50 cm van het uiteinde van de lens bevindt. Dankzij de digitale zoom is het opnamegebied 7,5x5,5 mm bij maximale zoom (ongeveer 4,0x). 1 Menu FUNC. Macro). * (Handmatig) (Digitale Zie Menu's en instellingen (p. 22). *Standaardinstelling. Kies de beeldhoek met de zoomknop en maak de opname. zDe zoomfactor wordt weergegeven op het LCD-scherm.
Rode-ogenreductie U kunt instellen of de lamp voor de rode-ogenreductie* automatisch met de flitser wordt gebruikt of niet. *Met deze functie wordt het effect gereduceerd van licht dat door ogen wordt gereflecteerd waardoor ze rood worden weergegeven. 1 Menu (Opname) [Aan]*/[Uit]. [Rode ogen] Zie Menu's en instellingen (p. 23). *Standaardinstelling. De functie Slow sync instellen U kunt opnamen maken met de flitser ingesteld op lange sluitertijden.
Continu Opname In deze modus worden continu opnamen gemaakt wanneer u de sluiterknop ingedrukt houdt. Als u de aanbevolen geheugenkaart* gebruikt, kunt u bij een ingesteld interval continu opnamen maken (vloeiende continu opname) tot de geheugenkaart vol is (p. 144). *Aanbevolen geheugenkaart Supersnelle SDC-512MSH-geheugenkaart (wordt afzonderlijk verkocht), opnieuw geformatteerd in Low Level Format (p. 29). • Dit is gebaseerd op standaardopnamen bij Canon.
De modus Creative Light Effect Deze modus is voor het maken van opnamen van mensen die afsteken tegen een nachtelijke achtergrond of die worden beschenen door lichtpunten, zoals vakantieverlichting. U kunt de bron van de lichtpunten weergeven in specifieke vormen om een fantastisch beeld te krijgen. Maak in deze modus altijd gebruik van de flitser (flitser is standaard ingeschakeld). Opname waarbij is geselecteerd.
1 Menu FUNC. Light Effect). * (Portret) (Creative Zie Menu's en instellingen (p. 22). *Standaardinstelling. 2 . Gebruik de knop om een vorm te of selecteren, druk op maak vervolgens de opname. en zDe grootte van de geselecteerde vorm varieert afhankelijk van de zoominstelling. Opnamen maken 3 Druk op z De functie voor beeldstabilisatie is in deze modus mogelijk niet zo effectief als in andere modi.
Briefkaartmodus U kunt opnamen met de optimale instellingen voor briefkaarten maken door de beelden in het afdrukgebied (lengte-breedteverhouding van ongeveer 3:2) te plaatsen, dat op het LCD-scherm wordt weergegeven. 1 Menu FUNC. (Briefkaart). * (Opgenomen pixels)/ Zie Menu's en instellingen (p. 22). *Standaardinstelling. zOpgenomen pixels is ingesteld op (1600x1200) en de compressie op (Fijn). zHet gebied dat niet wordt afgedrukt, wordt in het grijs weergegeven.
De weergavesjabloon instellen U kunt op het LCD-scherm de horizontale en verticale uitlijning van een compositie beoordelen evenals de 3:2 lengtebreedteverhouding voor het afdrukken door tijdens de opname gebruik te maken van opnameaanwijzingen. Raster Uitsnede Beide Geeft een raster weer dat het scherm verdeelt in 9 gebieden waardoor u de horizontale en verticale uitlijning van het onderwerp kunt beoordelen.
Filmopnamen maken De volgende filmmodi zijn beschikbaar. Voor informatie over de opgenomen pixels en de opnamesnelheid in elke modus, raadpleegt u Opgenomen pixels en opnamesnelheid wijzigen (p. 45). Als u de functie registreert met de knop , kunt u een film opnemen door simpelweg op de knop te drukken zelfs als het programmakeuzewiel is ingesteld op (p. 71).
• De opnametijd varieert naargelang de capaciteit van de geheugenkaart die u gebruikt (p. 144). * De opname wordt gestopt nadat gedurende een uur continu opnamen zijn gemaakt, zelfs wanneer het volume van de opgenomen gegevens kleiner is dan 4 GB. Afhankelijk van het volume en de snelheid waarmee gegevens op de geheugenkaart kunnen worden geschreven, zal de opname na 1 uur continu opname worden gestopt zelfs wanneer het volume van de opgenomen gegevens kleiner is dan 4 GB. 1 Menu FUNC.
z Wij raden u aan voor het opnemen van films geheugenkaarten te gebruiken die in uw camera zijn geformatteerd (p. 29). De kaart die bij de camera wordt geleverd, kunt u gebruiken zonder dat u de kaart hoeft te formatteren. z Let op het volgende wanneer u aan het opnemen bent: - Probeer de microfoon niet aan te raken (Verkorte handleiding p. 1). - Gebruik behalve de sluiterknop geen andere knoppen. Het geluid van andere knoppen wordt met de film opgenomen.
Opgenomen pixels en opnamesnelheid wijzigen U kunt de opgenomen pixels en de opnamesnelheid wijzigen als de filmmodus is ingesteld op (Standaard), (Kleur Accent) of (Kleur Wissel). 1 Menu FUNC. * (Opnamesnelheid)/ * (Opgenomen pixels). Zie Menu's en instellingen (p. 22). *Standaardinstelling. zGebruik de knop of om de instellingen voor opgenomen pixels/aantal beelden te selecteren en druk op de knop FUNC./SET. De opnamesnelheid geeft het aantal beelden aan dat per seconde wordt opgenomen of weergegeven.
Het opname-interval veranderen ( (Time Lapse Movie)) 1 Menu FUNC. */ . Zie Menu's en instellingen (p. 22). *Standaardinstelling. zGebruik de knop of om een opname-interval (1 sec./2 sec.) te selecteren en druk op de knop FUNC./SET. zDe resterende opnameduur wordt weergegeven.
Panoramabeelden maken (Stitch Hulp) Gebruik Stitch Hulp om overlappende beelden te maken die u later op een computer kunt samenvoegen tot een panoramisch beeld. 1 Menu FUNC. *(Handmatig) / Zie Menu's en instellingen (p. 22). *Standaardinstelling. zU kunt kiezen tussen de volgende twee opnamerichtingen. Horizontaal, van links naar rechts Horizontaal, van rechts naar links 2 (Stitch Hulp).
3 Maak de tweede opname zodanig dat deze een deel van de eerste opname overlapt. zU kunt een opname opnieuw maken door op de knop of te drukken en terug te keren naar het scherm van de zojuist gemaakte opname. zKleine verschuivingen in de overlappende delen kunnen worden gecorrigeerd tijdens het samenvoegen van de opnamen. 4 Herhaal de procedure voor de overige beelden. zDruk na de laatste opname op de knop FUNC./SET. zEen opnamereeks kan maximaal 26 beelden bevatten.
Verschillende modi voor scherpstellen gebruiken Met het automatische focuskader (AF Frame) wordt het gebied aangeduid dat wordt gebruikt om scherp te stellen. Maak een keuze uit volgende drie scherpstelmethodes. U kunt de camera automatisch de positie van een gezicht laten detecteren en deze gegevens gebruiken om de focus en belichting* in te stellen wanneer u opnamen maakt. Bovendien zal de Gezicht camera het onderwerp meten zodat het gezicht det. correct is belicht wanneer u de flitser gebruikt.
z Het volgende gebeurt als [Gezicht det.] is geselecteerd. - De camera geeft tot drie kaders weer waar hij een gezicht heeft gedetecteerd. Het beeld dat de camera als het hoofdonderwerp aanziet, verschijnt in het wit; de andere beelden verschijnen in het grijs. Door de sluiterknop half in te drukken, worden er maximaal negen groene AF frame weergegeven. - Indien er geen wit beeld wordt weergegeven en alle beelden grijs zijn, is het beter opnamen te maken met de optie [Aan] dan met [Gezicht det.].
Opnamen maken van onderwerpen die moeilijk kunnen worden scherpgesteld (Scherpstelvergrendeling, AF lock) Het scherpstellen van de volgende typen onderwerpen kan moeilijk zijn. zObjecten met bijzonder weinig contrast. zScènes met een combinatie van onderwerpen dichtbij en ver weg. zComposities met bijzonder heldere objecten in het midden. zObjecten die snel bewegen. zObjecten achter glas: houd de camera zo dicht mogelijk tegen het glas om de kans op lichtreflectie te verkleinen.
4 Wijzig de stand van de camera om de gewenste beeldcompositie te krijgen en maak de opname. AF lock opheffen Druk op de knop / . z Wanneer u opnamen maakt met scherpstelvergrendeling of AF lock en u het LCD-scherm gebruikt, is het eenvoudiger om [AiAF] in te stellen op [Uit] (p. 49). De camera gebruikt dan alleen het middelste AF frame om scherp te stellen. z AF lock is handig omdat u daarbij de sluiterknop kunt loslaten om de juiste compositie te maken.
De belichting vergrendelen (AE Lock) U kunt de belichting en de focus afzonderlijk instellen. Dit is handig wanneer het contrast tussen het onderwerp en de achtergrond te groot is of wanneer het onderwerp van achteren wordt belicht. Stel de flitser in op . De belichtingsvergrendeling kan niet gebruikt worden wanneer de flitser is geactiveerd. 1 2 Schakel het LCD-scherm in. 3 Druk de sluiterknop half in en druk op de knop . Stel scherp op het onderwerp waarvan u de belichting wilt vergrendelen.
De flitsbelichting vergrendelen (Flitsbelichtingsvergrendeling) U kunt de flitsbelichting vergrendelen zodat de belichting juist is ingesteld, ongeacht de compositie van het onderwerp. 1 2 Schakel het LCD-scherm in. 3 Stel scherp op het onderwerp waarvan u de flitsbelichting wilt vergrendelen. 4 Druk de sluiterknop half in en druk op de knop . Druk op de knop (flits aan). en selecteer zDe flitser maakt een proefflits en 5 wordt weergegeven.
Verschillende methoden voor lichtmeting gebruiken 1 Menu FUNC. * (Deelmeting). Zie Menu's en instellingen (p. 22). *Standaardinstelling. zGebruik de knop of om een methode voor lichtmeting te selecteren en druk op de knop FUNC./SET. Lichtmeetmethoden Opnamen maken Deelmeting Geschikt voor standaard opnameomstandigheden, waaronder scènes die van achteren worden belicht. Het beeld wordt verdeeld in een aantal gebieden voor lichtmeting.
De belichtingscompensatie aanpassen Pas de belichtingscompensatie aan in een positieve waarde om te voorkomen dat het onderwerp te donker wordt als het van achteren wordt belicht of als de achtergrond erg helder is. Pas de belichtingscompensatie aan in een negatieve waarde om te voorkomen dat het onderwerp te helder wordt weergegeven in nachtscènes of als de achtergrond donker is. 1 Menu FUNC. * (Belichtingscompensatie). Zie Menu's en instellingen (p. 22). *Standaardinstelling.
De sluitertijd instellen (Lange sluitertijd) U kunt een lange sluitertijd instellen om donkere onderwerpen lichter weer te geven. 1 Menu FUNC. * (Belichtingscompensatie) . Zie Menu's en instellingen (p. 22). *Standaardinstelling. Gebruik de knop of selecteren . om de sluitertijd te zHoe hoger de waarde, des te helderder het beeld. Hoe lager de waarde, des te donkerder het beeld. zAls u op dit moment op de knop MENU drukt, gaat u terug naar het scherm Belichtingscompensatie.
z Controleer op het LCD-scherm of het beeld is opgenomen met de gewenste helderheid. z Houd er rekening mee dat camerabewegingen bij lange sluitertijden een grote rol spelen. Stel de IS-modus in op een andere instelling dan [Uit] of bevestig de camera op een statief. z Als u de flitser gebruikt, kan het beeld worden overbelicht. Wanneer dit het geval is, stelt u de flitser in op .
De kleurtint aanpassen (witbalans) Normaal selecteert de automatische witbalansinstelling (Auto) de optimale witbalans. Pas de instelling van de witbalans aan de lichtbron aan als de instelling geen natuurlijke kleuren kan genereren. 1 Menu FUNC. * (Auto). Zie Menu's en instellingen (p. 22). *Standaardinstelling. zGebruik de knop of om een witbalans te selecteren en druk op de knop FUNC./SET.
De aangepaste witbalans gebruiken U kunt de optimale witbalans voor een opname instellen door de camera een stuk wit papier, een witte doek of grijs karton van fotografische kwaliteit te laten evalueren om de standaardkleur wit in te stellen. Vooral in de volgende situaties waarin de witbalans met de (Auto) moeilijk kan worden ingesteld, kunt u beter optie een aangepaste witbalans instellen.
Opnamen maken z Voordat u een aangepaste witbalans instelt, kunt u het beste de opnamemodus kiezen en de belichtingscompensatie op [±0] instellen. De witbalans kan mogelijk niet goed worden ingesteld wanneer de belichtingsinstelling onjuist is (het beeld is volledig zwart of wit). z Maak de opnamen met dezelfde instellingen die u hebt gebruikt bij het aanpassen van de witbalans. Als de instellingen verschillen, gebruikt u mogelijk niet de optimale witbalans.
Opnamen maken in een modus van My Colors U kunt uw foto's een speciale sfeer meegeven. My Colors-instellingen My Colors uit Met deze instelling maakt u normale opnamen. Levendig De nadruk komt te liggen op contrast en kleurintensiteit, zodat u een opname met heldere kleuren krijgt. Neutraal Hiermee worden het contrast en de kleurverzadiging afgevlakt, zodat u neutrale kleuren krijgt. Sepia Zwart/Wit Positief Film Lichtere Huidtint* Donkerder Huidtint* De opnamen worden gemaakt in sepiakleuren.
1 Menu FUNC. * (My Colors uit). Zie Menu's en instellingen (p. 22). *Standaardinstelling. zGebruik de knop of om een My Colors-modus te selecteren. zIn Zie De camera instellen op een modus voor Custom Kleur (p. 63). zAls u zich niet bevindt in Druk op de knop FUNC./SET om terug te gaan naar het opnamescherm. 2 Maak de opname. De camera instellen op een modus voor Custom Kleur 1 Menu FUNC. Colors uit) Kleur) . * (My (Custom Zie Menu's en instellingen (p. 22). *Standaardinstelling.
Kleuren wijzigen U kunt opnamen maken waarbij de oorspronkelijke kleuren zijn gewijzigd. Dit kan zowel op films als op stilstaande beelden worden toegepast zodat u kunt fotograferen met beeld- of filmeffecten. Beelden kunnen er wel enigszins onzuiver uitzien en niet de verwachte kleur hebben, afhankelijk van de omstandigheden waaronder de opname is gemaakt. Het is verstandig om proefopnamen te maken en deze te bekijken voordat u probeert belangrijke onderwerpen vast te leggen. Als u [Orig. Opslaan] (p.
2 . zDe modus Kleur Accent wordt geactiveerd. 3 . zDe camera schakelt over op de kleureninvoermodus en op het scherm worden afwisselend het oorspronkelijke beeld en het beeld met kleuraccent weergegeven (met de vooraf ingestelde kleur). 4 zU kunt slechts één kleur opgeven. zU kunt de knop of gebruiken om de kleuren op te geven die behouden blijven.
Opnamen maken in de modus Kleur Wissel Oorspronkelijke kleur (vóór conversie) 1 Gewenste kleur (na conversie) Foto's: Menu FUNC. (Kleur Wissel). Films: Menu FUNC. (Kleur Wissel). * (Handmatig) * (Standaard) Zie Menu's en instellingen (p. 22). *Standaardinstelling. Foto's 2 Films . zDe modus Kleur Wissel wordt geactiveerd. 3 .
4 Richt de camera zodat de oorspronkelijke kleur wordt weergegeven in het midden van het LCD-scherm en druk op de knop . zU kunt slechts één kleur opgeven. zU kunt de knop of gebruiken om de kleuren op te geven die worden geconverteerd. • -5: alleen de kleur die u wilt converteren, wordt genomen • +5: ook andere kleuren die sterk lijken op de kleur die u wilt converteren, worden genomen 5 Richt de camera zodat de gewenste kleur wordt weergegeven in het midden van het LCD-scherm en druk op de knop .
De methode van opslaan van het oorspronkelijke beeld wijzigen Wanneer u stilstaande beelden vastlegt in de modus Kleur Accent of Kleur Wissel, kunt u instellen of u de oorspronkelijke opname en de aangepaste opname wilt vastleggen. 1 Menu (Opname) [Aan]/[Uit]*. [Orig. Opslaan] Zie Menu's en instellingen (p. 23). *Standaardinstelling. zAls u [Aan] selecteert, worden de twee beelden opeenvolgend genummerd, waarbij het gewijzigde beeld volgt op het oorspronkelijke, ongewijzigde beeld. z [Orig.
De ISO-waarde aanpassen Pas de ISO-waarde aan als u een korte sluitertijd wilt gebruiken om het effect van camerabewegingen te verminderen of onscherpe objecten te vermijden, of schakel de flitser uit als u opnamen wilt maken in een donkere omgeving. 1 Druk op de knop en gebruik de instellingen te veranderen. of om zU kunt naar de volgende optie bladeren telkens wanneer u op de knop: */ / / / / / / drukt. *Standaardinstelling.
De ISO-waarde met één handeling veranderen (Auto ISO shift) Als de waarschuwing dat de camera beweegt ( ) tijdens de opname verschijnt, kunt u de ISO-waarde verhogen door eenvoudigweg op de knop te drukken. Hierdoor kunt u opnamen maken met een sluitertijd die de effecten van camerabewegingen vermijdt. 1 Menu (Rec.) [Auto ISO shift] [Aan]/[Uit]*. Zie Menu's en instellingen (p. 23). *Standaardinstelling. 2 Druk de sluiterknop half in. zAls 3 verschijnt, knippert de knop blauw.
Functies vastleggen met de knop U kunt een functie die u vaak gebruikt, vastleggen met de knop U kunt de volgende functies vastleggen. Menu-item Menu-item Pagina – Disp. Sjabloon p. 41 +/- (Comp.) p. 56 Opname Film p. 42 Witbalans p. 59 Display uit p. 26 Gebruikers Witbalans p. 60 Weergave geluidseffect*2 p. 28 Digitale Tele-converter p. 33 Niet ingesteld*1 Pagina . 1 Menu (Opname) [Knop instellen]. Zie Menu's en instellingen (p. 23). 2 Opnamen maken *1 Standaardinstelling.
De knop 1 gebruiken Druk op de knop . zDe instelwaarde van de vastgelegde functie verandert telkens wanneer knop daarna wordt ingedrukt. - Er zal een configuratiescherm verschijnen voor de functies en . - Als de functie is vastgelegd, wordt de witbalans vastgelegd telkens wanneer u op de knop drukt. In dit geval verschijnt er geen hulpkader in het LCD-scherm. Let er dus op dat het witte onderwerp of de witte doek in het midden van het LCD-scherm wordt weergegeven voordat u op de knop drukt.
De functie Beeldomkeren instellen Uw camera is uitgerust met een intelligente sensor die de stand van een beeld herkent wanneer u de camera verticaal houdt. Het beeld wordt automatisch naar de juiste stand gedraaid wanneer u het op het LCD-scherm bekijkt. 1 Menu (Instellen) [Beeldomkeren] [Aan]*/[Uit]. Zie Menu's en instellingen (p. 23). *Standaardinstelling. (links is z Deze functie werkt mogelijk niet goed wanneer de camera recht omhoog of recht omlaag wijst.
Focus direct na opname controleren U kunt direct na de opname beoordelen of het beeld scherp is. 1 Maak de opname. 2 Druk op zHet opgenomen beeld wordt ongeveer 2 seconden weergegeven (of het interval dat is ingesteld met de weergavefunctie p. 24). (of ) tijdens Opgenomen beeld de weergave van het beeld. zHet aantal keer dat de knop DISP. wordt ingedrukt, hangt af van de weergaveinstellingen van het LCD-scherm (zie hieronder). Druk verschillende keren op de knop DISP.
Schakelen tussen AF frame/ De weergavepositie wijzigen 1 Druk op . zAls u de focus richt op een beeld met meerdere AF frame, kunt u de weergavepositie tussen de oranje kaders wijzigen telkens wanneer u op de knop MENU drukt. 2 Druk op . Opnamen maken zDe camera schakelt over naar de modus Weergavepositie wijzigen. Wijzig de weergavepositie met de knop , , of . zAls u op de knop MENU drukt, keert het oranje kader terug naar de vorige positie.
Een doelmap (folder) voor beelden maken U kunt op ieder moment een nieuwe folder maken. De opnamen worden automatisch in die folder opgeslagen. Een nieuwe folder maken voor de volgende keer Maak nieuwe folder dat u opnamen maakt. Als u een extra folder wilt maken, voegt u nog een vinkje toe. Maak autom. U kunt ook een datum en tijd opgeven als u een nieuwe folder wilt maken met een opnametijd na de opgegeven datum en tijd. Een nieuwe folder maken voor de volgende keer dat u opnamen maakt.
De datum en tijd instellen voor het automatisch maken van folders 1 Menu (Instellen) [Maak folder]. Zie Menu's en instellingen (p. 23). 2 Selecteer een datum voor de optie [Maak autom.] en een tijd voor de optie [Tijd] Er kunnen maximaal 2000 beelden in een folder worden bewaard. Er wordt automatisch een nieuwe folder gemaakt als u meer dan 2000 opnamen maakt, zelfs als u zelf geen nieuwe folder maakt. . Opnamen maken z wordt weergegeven als de opgegeven tijd nadert.
Het bestandnummer terugzetten Er worden automatisch bestandnummers toegewezen aan de opnamen die u maakt. U kunt selecteren hoe bestandnummers worden toegewezen. 1 Menu (Instellen) [Bestandnr.] [Continu]*/[Auto reset]. Zie Menu's en instellingen (p. 23). *Standaardinstelling. Functie Bestandnr. Reset Continu Auto reset 78 De volgende opname krijgt een nummer dat één cijfer hoger is dan de vorige opname.
Nummers van bestanden en folders Opnamen krijgen opeenvolgende bestandsnummers toegewezen, beginnend bij 0001 en eindigend bij 9999. Bij folders beginnen de nummers bij 100 en eindigen ze bij 999. In een folder kunnen maximaal 2000 beelden worden opgeslagen.
Afspelen/wissen U kunt ook de touch control dial gebruiken om beelden te selecteren en verschillende bewerkingen uit te voeren. Zie de Verkorte handleiding, p. 4, 18. Een beeld vergroten 1 Duw de zoomknop naar . z wordt weergegeven en op het scherm ziet u een vergroot gedeelte van het beeld. zBeelden kunnen ongeveer 10 maal worden vergroot. Geschatte locatie van het weergegeven gebied 2 Gebruik de knop , , of om andere delen van het beeld te vergroten.
Negen beelden tegelijk weergeven (Indexweergave) 1 Duw de zoomknop naar . zU kunt maximaal negen beelden tegelijk bekijken. zGebruik de knop , , of om een ander beeld te selecteren. Geselecteerd beeld Film Schakelen tussen reeksen van negen beelden Springbalk Afspelen/wissen De springbalk wordt weergegeven wanneer u de zoomknop in de indexweergave naar drukt en u kunt schakelen tussen reeksen van negen beelden. zGebruik de knop of om naar de vorige of volgende reeks van negen beelden te gaan.
Beelden sorteren per categorie (My Category) U kunt beelden rangschikken in reeds aangemaakte categorieën (Mensen, Landschap, Gelegenh., Category 1-3, To Do). Op het niveau van categorieën, kunt u het volgende doen. zBeeld zoeken (p. 83) zDia Show (p. 97) zBeveilig (p. 102) zWissen (p. 105) zPrintinstellingen configureren (p. 107) 1 Menu (Keuze) Zie Menu's en instellingen (p. 23). zIn de weergavemodus kunt u op de knop drukken om het scherm van Stap 2 rechtstreeks weer te geven.
Naar beelden springen Wanneer u op een geheugenkaart veel beelden hebt vastgelegd, is het handig om de zes zoekcriteria hieronder te gebruiken om door de beelden te springen om te vinden wat u zoekt. Opnamedatum My Category Folder Film 1 U springt naar het eerste beeld van elke opnamedatum. U springt naar het eerste beeld van elke categorie. U springt naar het eerste beeld van elke folder. U springt naar een film. 10 beelden U springt met 10 beelden tegelijk.
/ / / : gebruik de knoppen Selecteer het zoekcriterium of om de datum, categorie, folder of film voor afspelen te selecteren en druk op FUNC./SET. - De camera schakelt over naar de gedefinieerde weergavemodus en er wordt een blauw kader weergegeven. U kunt het afspelen beperken tot de beelden die met het zoekcriterium overeenkomen. - Als een categorie wordt geselecteerd met de knop of , wordt het eerste beeld in elke categorie weergegeven op het LCD-scherm.
2 Selecteer (Afspelen) en druk op . zDe film wordt gepauzeerd wanneer Filmbedieningspaneel u tijdens het afspelen op de knop FUNC./SET drukt. Als u het afspelen Volume wilt voortzetten, drukt u nogmaals op (Aanpassen met de de knop. knop of ) zWanneer het afspelen is voltooid, wordt het laatste beeld weergegeven. Druk op de knop FUNC./SET om het filmbedieningspaneel weer te geven. zU kunt tijdens het afspelen van een film de afspeelbalk afwisselend tonen en verbergen via de knop DISP.
Films bewerken U kunt delen van opgenomen films wissen. Films van 1 seconde of langer kunnen worden bewerkt in stappen van 1 seconde. Films die zijn beveiligd of die korter zijn dan 1 seconde ( van 15 sec.* of 30 sec.**) kunnen niet worden bewerkt. * Wanneer het opname-interval 1 sec. is. **Wanneer het opname-interval 2 sec. is. 1 Selecteer (bewerken) in het filmbedieningspaneel en druk op . Bewerkingspaneel voor films zHet paneel voor filmbewerking en de balk voor filmbewerking worden weergegeven.
Afhankelijk van de grootte van het filmbestand, kan het opslaan van een bewerkte film wat tijd in beslag nemen. Als de batterij halverwege leeg raakt, kunt u de bewerkte film niet opslaan. Het is dan ook aan te raden tijdens het bewerken van films een volledig opgeladen batterij of de afzonderlijk verkrijgbare voedingsadapterset ACK-DC30 te gebruiken (p. 135). Beelden draaien op het scherm U kunt beelden 90º of 270º rechtsom draaien op het scherm.
Afspelen met overgangseffecten U kunt selecteren welk overgangseffect wordt gebruikt tijdens het wisselen van beelden. Geen overgangseffect. Het weergegeven beeld wordt donkerder en het volgende beeld wordt langzaam lichter totdat het wordt weergegeven. Druk op de knop zodat het vorige beeld vanaf de linkerzijde wordt weergegeven, en op de knop om het volgende beeld vanaf de rechterzijde weer te geven. 1 Menu (Keuze) / Zie Menu's en instellingen (p. 23). *Standaardinstelling. 88 */ .
Rode ogen corrigeren U kunt rode ogen corrigeren in opgenomen beelden. Het is echter mogelijk dat rode ogen in sommige beelden niet automatisch gedetecteerd worden of dat de resultaten niet zijn wat u verwacht. Voorbeelden: zGezichten dichtbij de schermranden of gezichten die heel klein, heel groot, heel donker of heel helder zijn in verhouding tot het algemene beeld. zGezichten die naar opzij of diagonaal zijn gedraaid of gezichten waarvan een gedeelte is verstopt.
4 Selecteer [Nieuw bestand] of [Overschrijven] en druk op . z[Nieuw bestand]: slaat het beeld op met een nieuwe bestandsnaam. Het originele bestand wordt niet gewijzigd. Het nieuwe beeldbestand wordt opgeslagen als het laatste beeld van de fotobeelden. z[Overschrijven]: slaat het nieuwe beeld op met de originele bestandsnaam. Het originele beeld wordt overgeschreven. zGa verder naar Stap 5 als u het beeld [Nieuw bestand] hebt geselecteerd. 5 Druk op en selecteer [Ja] of [Nee] en druk vervolgens op .
Kaders voor correctie toevoegen U kunt tot 35 kaders toevoegen. 1 Gebruik de knop of om [Voeg Kader Toe] te selecteren en druk vervolgens op . 2 Gebruik de knop , , of om de positie van het kader aan te passen en druk op . Afspelen/wissen zU kunt de grootte van het kader wijzigen met de zoomknop.
Effecten toepassen met de functie My Colors Met de functie My Colors kunt u effecten toepassen op opgenomen beelden (alleen stilstaande beelden). De volgende My Colorseffecten zijn beschikbaar. Zie p. 62 voor meer informatie. 1 Levendig Lichtere Huidtint Neutraal Donkerder Huidtint Sepia Levendig Blauw Zwart/Wit Levendig Groen Positief Film Levendig Rood Menu (Keuze) Zie Menu's en instellingen (p. 23). 2 3 Gebruik de knop of om een beeld te selecteren en druk op .
4 Selecteer [OK] en druk op . zHet zojuist opgeslagen beeld dat is aangepast met het My Colors-effect staat onder aan de lijst. zAls u effecten wilt toepassen op andere beelden, herhaalt u de procedure vanaf Stap 2. 5 Druk op en selecteer [Ja] of [Nee] en druk vervolgens op . zAls u [Ja] hebt geselecteerd, wordt het beeld weergegeven zoals het is aangepast met het My Colorseffect. Kiest u [Nee], dan gaat u terug naar het menu Keuze.
Geluidsmemo’s aan beelden toevoegen In de weergavemodus (enkelvoudige weergave en indexweergave) kunt u aan beelden geluidsmemo's van maximaal 1 minuut koppelen. De geluidsgegevens worden opgeslagen in de WAVE-indeling. 1 Menu (Keuze) Zie Menu's en instellingen (p. 23). 2 Gebruik de knop of om het beeld te selecteren waaraan u een geluidsmemo wilt toevoegen en druk op . zHet geluidsmemopaneel wordt weergegeven. 3 Selecteer (opnemen) en druk op .
Wissen Selecteer [Wissen] in het bevestigingsscherm en druk op de knop FUNC./SET. z Het is niet mogelijk om geluidsmemo's toe te voegen aan films. z Geluidsmemo's voor beveiligde beelden kunnen niet worden gewist. Alleen geluid opnemen (Audio Recorder) U kunt een continu geluidsmemo opnemen van ongeveer 2 uur zonder foto’s te maken. 1 Menu (Keuze) Zie Menu's en instellingen (p. 23). Selecteer (opnemen) en druk op . zDe verstreken opnametijd wordt weergegeven.
Audio Recorderpaneel Gebruik de knop knop FUNC./SET. of om een optie te selecteren en druk op de Uit Opnemen Stop Afspelen (Gebruik de knop of om een geluidsmemo te selecteren en druk vervolgens op de knop FUNC./SET.) Terugspoelen (Houd de knop FUNC./SET ingedrukt om terug te spoelen. Het geluidsmemo kan niet worden beluisterd tijdens het terugspoelen.) Snel Vooruit (Houd de knop FUNC./SET ingedrukt om snel vooruit te spoelen. Het geluidsmemo kan niet worden beluisterd tijdens het snel vooruitspoelen.
Automatisch afspelen (Dia Shows) Beelden op de geheugenkaart automatisch afspelen. De beeldinstellingen voor dia shows worden gebaseerd op de DPOF-norm (Digital Print Order Format). Alle beelden Alle beelden met een specifieke datum op volgorde weergeven. Datum My Category 1 Folder Alle beelden in een specifieke folder op volgorde weergeven. Films Alleen filmbestanden op volgorde afspelen. Foto's Alleen stilstaande beelden op volgorde afspelen.
3 Selecteer [Start] en druk op . zTijdens de dia shows zijn de volgende functies beschikbaar. - De dia show onderbreken/ hervatten: druk op de knop FUNC./SET. - De dia show snel vooruit en achteruit afspelen: druk op de knop of (houd de knop ingedrukt om sneller tussen de beelden te schakelen). - De dia show stoppen: druk op de knop MENU. Overgangseffecten U kunt selecteren welk overgangseffect wordt gebruikt wanneer een beeld wordt vervangen door een ander. Geen overgangseffect.
Een datum/categorie/folder selecteren om af te spelen ( / / ) 1 2 Selecteer , of en druk op . Selecteer de datum/categorie/folder die u wilt afspelen met de knop of en druk vervolgens op . Afspelen/wissen zDe selectie annuleren: druk nogmaals op de knop FUNC./SET. zDe beelden worden weergegeven in de volgorde waarin ze zijn geselecteerd. zU kunt meerdere selecties maken voor datum/categorie/folder. zDe beelden voor elke datum/categorie/folder controleren: druk op de knop of .
De beelden selecteren die u wilt weergeven ( – ) Selecteer alleen die beelden die u wilt afspelen en sla die op als dia show (Custom 1, 2 of 3). U kunt maximaal 998 beelden selecteren. Ze worden afgespeeld in de volgorde waarin ze zijn geselecteerd. 1 Selecteer 2 Gebruik de knop of om te wisselen tussen de beelden die u wilt weergeven en de knop om beelden te selecteren , of en druk op . zEerst wordt alleen het pictogram weergegeven.
De instellingen voor [Speeltijd] en [Herhalen] aanpassen zSpeeltijd Hiermee kunt u opgeven hoe lang elk beeld moet worden weergegeven. Kies uit 3*-10 seconden, 15 seconden en 30 seconden. Afhankelijk van het beeld kan de weergaveduur enigszins variëren. *Standaardinstelling. zHerhalen Hiermee geeft u op of de dia show moet worden beëindigd wanneer alle beelden zijn weergegeven of opnieuw moet worden afgespeeld. 1 2 Selecteer [Stel in] en druk op .
Beelden beveiligen U kunt belangrijke beelden en films beveiligen, zodat ze niet per ongeluk worden gewist. U kunt voor elk beeld afzonderlijk, terwijl u het bekijkt, de beveiligingsinstellingen configureren. U kunt de beelden vanaf een bepaalde datum Selecteer per Datum beveiligen. U kunt de beelden in een bepaalde categorie Select. per Categorie beveiligen. U kunt de beelden in een bepaalde folder Selecteer per Folder beveiligen. U kunt alle beelden op de geheugenkaart Alle beelden beveiligen.
3 Selecteer het beeld, de datum, categorie of folder die u wilt beveiligen en druk op . 4 Voor de opties [Selecteer Per Datum], [Select. per Category] en [Selecteer Per Folder], drukt u op . 5 Selecteer [Beveilig] en druk op Afspelen/wissen zSelectie Gebruik de knop of om een beeld te selecteren en druk vervolgens op de knop FUNC./SET. - Wanneer u nogmaals op FUNC./SET drukt, wordt de instelling ongedaan gemaakt. Beveiligingspictogram - U kunt beelden ook beveiligen in de indexweergave.
Beelden weergeven op een televisie U kunt beelden afspelen op een televisie via de meegeleverde AV-kabel. 1 2 Schakel de camera en de televisie uit. Sluit de AV-kabel aan op de A/V-OUT van de camera. zOpen het afdekplaatje van de DIGITAL-uitgang met uw nagel vanaf de linkerzijde en plaats de AV-kabel correct in de uitgang. 3 Sluit de andere uiteinden van de AV-kabel aan op de ingangen voor video en audio van de televisie. Geel VIDEO AUDIO Zwart 4 Zet de televisie aan en selecteer het videokanaal.
Beelden wissen U kunt beelden van een geheugenkaart wissen. Wis beelden nadat u ze één voor één hebt geselecteerd. Wist beelden op basis van de geselecteerde Selecteer per Datum datum. Select. per Categorie Wist beelden in de geselecteerde categorie. Selecteer per Folder Wist beelden in de geselecteerde folder. Alle beelden Wist alle beelden op een geheugenkaart Select. z Gewiste beelden kunnen niet worden hersteld. Denk goed na voordat u beelden wist.
3 Selecteer het beeld, de datum, categorie of folder en druk op . z[Selectie Gebruik de knop of om een beeld te selecteren en druk vervolgens op de knop FUNC./SET. - Wanneer u nogmaals op FUNC./SET drukt, wordt de instelling ongedaan gemaakt. - U kunt beelden ook wissen in de indexweergavemodus. z[Selecteer Per Datum, Select. per Category, Selecteer Per Folder] Gebruik de knop of om een datum, categorie of folder te selecteren en druk vervolgens op de knop FUNC./SET. - Wanneer u nogmaals op FUNC.
Print-/verplaatsinstellingen U kunt ook de touch control dial gebruiken om beelden te selecteren en verschillende bewerkingen uit te voeren. Zie de Verkorte handleiding, p. 4, 22. De DPOF-printinstellingen selecteren Met de camera kunt u vooraf de beelden op een geheugenkaart selecteren die u wilt afdrukken en het gewenste aantal exemplaren instellen. De instellingen op de camera zijn compatibel met de DPOF-norm (Digital Print Order Format).
1 Stel het programmakeuzewiel in op (Afspelen) Menu (Print) Selecteer een menu-item . Zie Menu's en instellingen (p. 23). zGa naar Stap 4 indien u [Sel. alle beelden] geselecteerd hebt. 2 Selecteer het beeld, de datum, categorie of folder die u wilt afdrukken en druk op z[Sel. beeld & aantal] De selectiemethode is afhankelijk van de instellingen van het Afdruktype (p. 110). Aantal afdrukexemplaren - (Standaard)/ (Beide) Gebruik de knop of om een beeld te selecteren, druk op de knop FUNC.
zSelecteer Per Datum, Select. per Category, Selecteer Per Folder] Gebruik de knop of om een datum, categorie of folder te selecteren en druk vervolgens op de knop FUNC./SET. - Wanneer u nogmaals op FUNC./SET drukt, wordt de instelling ongedaan gemaakt. - U kunt verschillende datums, categorieën of folders selecteren. - Gebruik de knoppen of om elke datum, categorie of folder van een beeld te bevestigen. 3 Voor de opties [Selecteer Per Datum], [Select. per Category] en [Selecteer Per Folder], drukt u op .
De printmethode instellen Stel de printmethode in en selecteer vervolgens de afbeelding(en) die u wilt afdrukken. U kunt de volgende printinstellingen selecteren: *Standaardinstelling Afdruktype Standaard* Eén beeld per pagina afdrukken. Index De geselecteerde beelden worden verkleind afgedrukt in de vorm van een index. Beide Datum (Aan/Uit*) De datum wordt ook afgedrukt. File No. (Aan/Uit*) Het bestandnummer wordt ook afgedrukt.
z Beelden met ingesloten datum aangemaakt door (Briefkaart met ingesloten datum) (p. 40) zullen steeds een datum bevatten, ongeacht de instelling voor [Datum]. Ook de datum zal twee keer afgedrukt worden wanneer [Datum] ingesteld is op [Aan]. z De datum wordt afgedrukt in de stijl die in het menu [Datum/Tijd] is opgegeven. (p. 27). De DPOF-verplaatsinstellingen selecteren Met de camera kunt u instellingen voor beelden opgeven voordat u deze naar een computer gaat downloaden.
3 Gebruik de knop of om een beeld te selecteren dat u wilt verplaatsen en druk vervolgens op . zDoor nogmaals op FUNC./SET te Verplaatsselectie drukken, wordt de instelling ongedaan gemaakt. zU kunt ook opnamen selecteren in de indexweergave. Alle beelden op een geheugenkaart 1 Menu (Keuze) Zie Menu's en instellingen (p. 23). 2 Selecteer [Markeer alles] en druk op zDoor [Herstel] te selecteren, annuleert u alle verplaatsinstellingen. 3 Selecteer [OK] en druk op .
De camera aanpassen (Instellingen voor Mijn camera) U kunt ook de touch control dial gebruiken om beelden te selecteren en verschillende bewerkingen uit te voeren. Zie de Verkorte handleiding, p. 4 In het menu Mijn camera kunt u het opstartscherm, het opstartgeluid, het werkgeluid, het geluid van de zelftimer en het sluitergeluid aanpassen. U kunt deze instellingen wijzigen en registreren zodat u de camera aan uw eigen wensen kunt aanpassen.
Mijn camera-instellingen registreren Beelden die op de geheugenkaart zijn opgeslagen en recent opgenomen geluiden kunt u eenvoudig als Mijn camera-instellingen toevoegen aan de menu-items en . U kunt ook de bijgeleverde software gebruiken om beelden en geluiden van uw computer over te brengen naar de camera. Als u de standaardinstellingen van Mijn camera wilt herstellen, moet u een computer gebruiken.
3 Selecteer een beeld of neem een geluid op. zopstart scherm Gebruik de knop of om het gewenste beeld te selecteren en druk vervolgens op de knop FUNC./SET. zOpstartgeluid, werkgeluid, Geluidzelftimer en Sluitergeluid Selecteer (Opnemen) en druk op de knop FUNC./SET. Na de opname selecteert u (Registreren) en drukt u op de knop FUNC./SET. - Het opnemen wordt automatisch gestopt zodra de opnametijd is verstreken. - Selecteer (afspelen) om de opname af te spelen.
Problemen oplossen Camera Camera werkt niet De camera is niet ingeschakeld. zDruk op de ON/OFF-knop (Verkorte handleiding p. 10). De geheugenkaartsleuf/ batterijhouder is open. zControleer of het klepje van de geheugenkaartsleuf/batterijhouder goed is gesloten (Verkorte handleiding p. 8). De batterij is niet voldoende geladen om met de camera te kunnen werken (bericht 'Vervang/Verwissel accu' verschijnt). zPlaats een volledig opgeladen batterij in de camera (Verkorte handleiding p. 7).
LCD-scherm Er komt niets op het scherm Het LCD-scherm is ingesteld op Uit. zDruk op de knop DISP. om het LCD-scherm in te schakelen (p. 12). Het LCD-scherm wordt uitgeschakeld tijdens het opnemen Als [spaarstand] is ingesteld op [Display uit], schakelt de spaarstandfunctie het LCD-scherm uit tijdens het opnemen in modus . Het LCD-scherm wordt ingeschakeld als op een andere knop dan de Aan/Uit-knop of de sluiterknop wordt gedrukt.
wordt weergegeven Waarschijnlijk is een langere sluitertijd geselecteerd vanwege onvoldoende licht. zStel de IS-modus in op een andere instelling dan [Uit] (p. 32). zVerhoog de ISO-waarde (p. 69). zStel de Auto ISO Shift in op [Aan] (p. 70). zStel de flitser in op een andere instelling dan (Flits uit) (Verkorte handleiding p. 14). zStel de zelfontspanner in (Verkorte handleiding p. 16) en plaats de camera op bijvoorbeeld een statief.
De geheugenkaart is vol. zPlaats een nieuwe geheugenkaart (Verkorte handleiding p. 8). zDownload de beelden, indien nodig, naar een computer en verwijder ze van de geheugenkaart om ruimte vrij te maken. De geheugenkaart is niet correct geformatteerd. zFormatteer de geheugenkaart (p. 29). zAls opnieuw formatteren niet helpt, is de geheugenkaart mogelijk beschadigd. Neem contact op met de dichtstbijzijnde helpdesk van de klantenservice van Canon.
Het onderwerp van de opname is te donker Er is niet voldoende licht. zStel de flitser in op (Flits aan) (Verkorte handleiding p. 14). Het onderwerp is onderbelicht omdat de omgeving te licht is. zStel de belichtingscompensatie in op een positieve waarde (+) (p. 56). zGebruik AE lock of gebruik spotmeting (p. 53, 55). Het onderwerp valt buiten het bereik van de flitser. zZorg er bij het gebruik van de ingebouwde flitser voor dat u de opname maakt op de juiste afstand van de flitser (p. 140).
Witte stippen op het beeld Licht van de flitser is zDit is een fenomeen dat optreedt bij weerspiegeld door digitale camera's en wijst niet op een stofdeeltjes of insecten storing of defect. in de lucht. Dit valt vooral op wanneer u de groothoekinstelling gebruikt. Ogen worden rood weergegeven Licht wordt door ogen gereflecteerd wanneer de flitser in het donker wordt gebruikt. zStel de functie [Rode ogen] in op [Aan] en maak uw opname (p. 36).
De lens wordt niet ingetrokken Het klepje van de zSluit het klepje van de geheugenkaartsleuf/ geheugenkaartsleuf/ batterijhouder en schakel de camera batterijhouder is geopend terwijl vervolgens in en weer uit. (Verkorte de camera was ingeschakeld. handleiding p. 7).
Afspelen Kan niet afspelen U probeert beelden af te zComputerbeelden die niet kunnen spelen die met een andere worden afgespeeld, kunnen wel worden camera zijn gemaakt of met afgespeeld als u deze naar de camera een computer zijn bewerkt. overbrengt met het softwareprogramma ZoomBrowser EX of ImageBrowser, dat bij de camera is geleverd. zStel de bestandsnaam of de locatie in de De bestandsnaam is gewijzigd met een computer bestandsindeling/-structuur van de camera in.
Lezen van beelden op geheugenkaart verloopt traag De geheugenkaart is met zGebruik een geheugenkaart die met een ander apparaat uw camera is geformatteerd (p. 29). geformatteerd. Batterij/Batterijlader De batterij is snel leeg Batterij wordt niet op volle zZie Voorzorgsmaatregelen voor het capaciteit gebruikt omgaan met de batterij (p. 130). De levensduur van de batterij is overschreden wanneer de batterij leeg raakt bij een normale temperatuur (23º C).
Afdrukken op Direct Printcompatibele printers Kan niet printen Camera en printer zijn niet goed op elkaar aangesloten. zSluit de camera goed aan op de printer met de meegeleverde kabel. Printer staat uit. zSchakel de printer in. Onjuiste verbinding voor afdrukken. zSelecteer in het menu (Instellen) de optie [Printmethode] en selecteer [Auto]. (p. 27).
Lijst met berichten De volgende berichten kunnen tijdens het opnemen of afspelen van beelden op het LCD-scherm verschijnen. In de Gebruikershandleiding voor Direct Print vindt u meer informatie over de berichten die verschijnen als de camera op een printer is aangesloten. Bezig... zBeeld wordt opgeslagen op de geheugenkaart of de afspeelmodus wordt gestart.
Fout in benaming. zDe bestandsnaam kan niet worden gemaakt, omdat er een bestand is dat dezelfde naam heeft als de folder die de camera probeert te maken of omdat het hoogste bestandsnummer is bereikt. Stel in het menu Instellen de optie Bestandnr. in op [Auto reset]. Sla de opnamen die u wilt bewaren op een computer op en formatteer de geheugenkaart opnieuw. Vergeet niet dat daarbij alle bestaande beelden en andere gegevens worden verwijderd.
Kan niet roteren zU probeert een beeld dat met een andere camera of een ander gegevenstype is opgenomen, of een beeld dat met een computer is bewerkt te roteren. Incompatible WAVE zEr kan geen geluidsmemo worden toegevoegd aan dit beeld omdat het gegevenstype van het bestaande memo onjuist is of omdat het geluidsmemo niet kan worden afgespeeld.
Kan niet voltooien! zKan een deel van de print- of verplaatsinstellingen of de instellingen voor diashows niet opslaan. Niet selecteerbaar beeld. zU probeert printinstellingen in te stellen voor een beeld dat geen JPEG-gegevens heeft. Communicatie fout zHet beeld kan niet worden gedownload vanwege het grote aantal beelden (ongeveer 1000) dat op de geheugenkaart is opgeslagen.
Bijlage Omgaan met de batterij Batterijlading Onderstaand pictogram en bericht worden weergegeven. Vervang/Verwissel accu De batterij is bijna leeg. Laad de batterij zo snel mogelijk op als u deze gedurende een langere periode wilt gebruiken. De batterij is niet voldoende geladen om met de camera te kunnen werken. Vervang de batterij onmiddellijk. Voorzorgsmaatregelen voor het omgaan met de batterij z Zorg er altijd voor dat de batterijpolen schoon zijn.
Afhankelijk van de manier waarop het klepje van de aansluitingen is geplaatst (Fig. C, D), kunt u wellicht de sterkte van de batterij controleren. Fig. C Fig. D Opgeladen batterij Plaats het klepje zo dat zichtbaar is. Lege batterij Plaats het klepje precies andersom als in Fig. C. z U wordt aangeraden de batterij in de camera te gebruiken totdat de batterij volledig leeg is en deze vervolgens binnenshuis op een droge plaats bij een temperatuur van 0 tot 30 °C te bewaren.
De interne, oplaadbare lithiumbatterij recyclen Als u uw camera weggooit, moet u eerst de batterij verwijderen en voor recycling aanbieden volgens de regels die in uw land gelden. 1 Open het klepje van de uitgangen en het klepje van de batterijhouder. Draai de schroeven van de behuizing (5) los. Verwijder alleen de schroef van het deksel. 2 Wrik vervolgens het deksel vanaf de bovenkant los. Raak de flitser nooit aan! Raak de flitser nooit aan. Dit kan een elektrische schok veroorzaken.
Omgaan met de geheugenkaart Schuifje voor schrijfbeveiliging van SDgeheugenkaart en SDHC-geheugenkaart Schuifje voor schrijfbeveiliging Zet het schuifje omhoog. Schrijven/wissen mogelijk Zet het schuifje omlaag (hiermee beschermt u de beelden en andere gegevens op de kaart) Schrijven/wissen niet mogelijk Waarschuwingen voor het gebruik Bijlage z Een geheugenkaart bestaat uit zeer geavanceerde elektronica. Buig de kaart niet en stel deze niet bloot aan druk, schokken of trillingen.
Formatteren z Bij het formatteren (initialiseren) van een geheugenkaart worden alle gegevens op de kaart gewist, dus ook beveiligde beelden. z Wij raden u aan geheugenkaarten te gebruiken die in uw camera zijn geformatteerd. • De kaart die bij de camera wordt geleverd, kunt u gebruiken zonder dat u de kaart hoeft te formatteren. • Als de camera niet goed functioneert, kan de geheugenkaart beschadigd zijn. Mogelijk kunt u het probleem verhelpen door de geheugenkaart opnieuw te formatteren.
Een voedingsadapterset gebruiken (afzonderlijk verkrijgbaar) U wordt aangeraden de voedingsadapterset ACK-DC30 (afzonderlijk verkrijgbaar) op de camera aan te sluiten wanneer u deze lange tijd gebruikt of aansluit op een computer. Schakel de camera uit voordat u de voedingsadapter aansluit of loskoppelt. 1 2 Sluit het netsnoer eerst aan op de compacte voedingsadapter en steek vervolgens het andere uiteinde in het stopcontact.
Een op een flitsschoen gemonteerde flitser gebruiken (afzonderlijk verkrijgbaar) Krachtige flitser HF-DC1 Deze flitser wordt gebruikt in aanvulling op de ingebouwde flitser van de camera wanneer het onderwerp te ver weg is om goed te worden belicht. Gebruik de volgende procedure om de camera en de krachtige flitser te bevestigen aan de montageplaat. Lees de instructies bij de flitser en deze uitleg.
z Voordat u de montageplaat aan de flitser bevestigt, controleert u of de lithiumbatterij (CR123A of DL123) is geïnstalleerd. z Voor een goede belichting van de onderwerpen moet de flitser aan de zijkant van de camera en parallel aan de voorkant van de camera worden bevestigd. z Ook als u een flitser hebt aangesloten, kunt u gebruik maken van een statief.
Onderhoud en verzorging van de camera Gebruik nooit oplosmiddelen, wasbenzine, synthetische reinigingsmiddelen of water om de camera te reinigen. Deze middelen kunnen de apparatuur aantasten of beschadigen. Camerahoes Verwijder het vuil voorzichtig van de camerahoes met een zachte doek of een brillendoekje. Lens Gebruik eerst een lensblazer om stof en vuil te verwijderen en verwijder vervolgens het resterende vuil door de lens voorzichtig schoon te vegen met een zachte doek.
Specificaties Alle gegevens zijn gebaseerd op standaardtests van Canon. Wijzigingen zonder kennisgeving zijn mogelijk. DIGITAL IXUS 950 IS Effectieve pixels in camera Beeldsensor Lens Digitale Zoom Optische zoeker LCD-scherm AF-systeem Focusbereik Sluiter Sluitertijden Meetsysteem (G): Maximale groothoek (T): Maximale telelens Ongeveer 8,0 miljoen *1 Als AiAF is ingesteld op [Gezicht det.], wordt de helderheid van het gezicht ook gemeten.
ISO-waarde*1 Auto*2, Hoge ISO Automatisch*2, overeenkomstig ISO 80/100/200/400/800/1600 *1 Standaard outputgevoeligheid, Aanbevolen belichtingsindex. *2 De optimale snelheid wordt automatisch door de camera ingesteld. Witbalans Ingebouwde flitser Auto, Daglicht, Bewolkt, Lamplicht, TL licht of TL licht H, of Custom Automatisch*, Aan*, Uit * Rode-ogencorrectie, flitsbelichtingsvergrendeling en slow sync.
Compressie Aantal opgenomen pixels (Stilstaande beelden) Superfijn, Fijn, Normaal Hoog: 3264 x 2448 pixels Normaal 1: 2592 x 1944 pixels Normaal 2: 2048 x 1536 pixels Normaal 3: 1600 x 1200 pixels Laag: 640 x 480 pixels Briefkaart: 1600 x 1200 pixels Breedbeeld: 3264 x 1832 pixels Aantal opgenomen Standaard, Kleur Accent, Kleur Wissel: pixels 640 x 480 pixels (30 beelden/sec., 15 beelden/ sec.) (Films) 320 x 240 pixels (30 beelden/sec., 15 beelden/ sec.
Afspeelmodi Direct Print Instellingen voor Mijn camera Aansluiting Instellingen voor Communicatie Voedingsbron Enkelvoudig (histogram beschikbaar), Index (9 miniaturen), Vergroot (circa 10x (max.) op LCD-scherm, volgende of vorige beelden vergroot weergeven mogelijk), My Category, Beeld zoeken (datum, My Category, fodler, film, 10e beeld, 100e beeld). In de indexweergavemodus worden 9 beelden tegelijk weergegeven.
Batterijcapaciteit (batterij NB-5L (volledig opgeladen)) Aantal beelden LCD-scherm ON (Gebaseerd op de CIPA-norm) LCD-scherm OFF Ongeveer 230 beelden Ongeveer 700 beelden Afspeeltijd Ongeveer 6 uur zDe werkelijke waarden zijn afhankelijk van de opnameomstandigheden en de instellingen. zMet uitzondering van filmgegevens. zBij lage temperaturen kunnen de prestaties van de batterij teruglopen en kan het pictogram waarmee wordt aangegeven dat de batterij bijna leeg is, zeer snel verschijnen.
Geheugenkaarten en geschatte capaciteiten : Kaart die bij de camera is geleverd Aantal opgenomen pixels (Hoog) 3264 x 2448 pixels (Medium 1) 2592 x 1944 pixels (Medium 2) 2048 x 1536 pixels (Medium 3) 1600 x 1200 pixels (Laag) 640 x 480 pixels (Briefkaart) 1600 x 1200 pixels (Breedbeeld) 3264 x 1832 pixels • Compressie 32MB SDC-128M SDC-512MSH 8 35 139 14 59 231 29 123 479 11 49 190 20 87 339 41 173 671 18 76 295 32 136 529 64 269 1041 29 121 471 52 217 839 99 411 159
Film Aantal opgenomen Opnamesnelheid pixels 1 min. 1 sec. 3 min. 57 sec. 7 min. 30 sec. 38 sec. 2 min. 42 sec. 10 min. 29 sec. 1 min. 7 sec. 4 min. 39 sec. 17 min. 58 sec. 20 sec. 1 min. 27 sec. 5 min. 39 sec. Hoge Opnamesnelheid (320 x 240 pixels) Compact 14 sec. 1 min. 56 sec. Kleur Accent (320 x 240 pixels) SDC-128M SDC-512MSH 27 sec. Standaard (640 x 480 pixels) Kleur Wissel 32MB 3 min. 9 sec. 13 min. 2 sec. 50 min. 21 sec. (160 x 120 pixels) * 7 min. 30 sec.
Grootte beeldgegevens (geschat) Compressie Aantal opgenomen pixels (3264 x 2448 pixels) 3436 kB 2060 kB 980 kB (2592 x 1944 pixels) 2503 kB 1395 kB 695 kB (2048 x 1536 pixels) 1602 kB 893 kB 445 kB (1600 x 1200 pixels) 1002kB 558kB 278kB (640 x 480 pixels) 84kB 249kB 150kB (1600 x 1200 pixels) – 558kB – (3264 x 1832 pixels) 2601 kB 1540 kB 736 kB Aantal opgenomen pixels Opnamesnelheid Bestandsgrootte Standaard Kleur Accent (640 x 480 pixels) Kleur Wissel (320 x 240 pixels) H
SD-geheugenkaart Aansluiting Compatibel met de standaard voor SD-geheugenkaarten Afmetingen 32,0 x 24,0 x 2.
Compacte voedingsadapter CA-DC10 (meegeleverd met optionele voedingsadapterset ACK-DC30) Nominaal ingangsvermogen 100-240 V wisselstroom (50/60 Hz) Nominaal uitgangsvermogen 4,3 V gelijkstroom, 1,5 A Omgevingstemperatuur 0-40 °C 148 Afmetingen 42,6 x 104,4 x 31,4 mm Gewicht (exclusief netsnoer) Ongeveer 180 g
INDEX A D Aan/Uit-knop........ Verkorte 3, 10 Aantal opgenomen pixels ......................................... 30, 45 AE lock.................................. 53 AF frame ........................ 15, 49 AF lock .................................. 51 Afdrukken................. Verkorte 22 Afdrukken/Delen, knop Vastleggen........................ 71 AF-hulplicht ........................... 24 Afspelen ................... Verkorte 18 AiAF ...................................... 49 Audio Recorder .............
I Indexweergave ...................... 81 Ingesloten datum ................... 40 Instellingen voor Mijn camera ......................... 113 Interfacekabel .......................... Verkorte 22, 26 IS-modus ............................... 32 ISO-waarde ........................... 69 J JUMP (Beeld zoeken)............ 83 K Klokdisplay ............................ 13 Knop Afdrukken/ Delen ............ Verkorte 3, 22, 30 Knop FUNC./SET ...... Verkorte 3 Knop MENU...............
R V Raster ................................... 41 Reset alle .............................. 28 Rode-Ogen ........................... 36 Correctie ........................... 89 Rode-ogen ................. Verkorte 1 Roteren ................................. 87 Vergroten............................... 80 Verplaats ................. Verkorte 30 Videosysteem...................... 104 Vloeiende continu opname.... 37 Voedingsadapterset ACK-DC30........................... 135 Voeg Kader Toe ...................
Afwijzing van aansprakelijkheid • Hoewel ernaar is gestreefd de informatie in deze handleiding volledig en accuraat weer te geven, kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard voor mogelijke fouten of weglatingen. • Canon behoudt zich het recht voor de specificaties van de hierin beschreven hardware en software te allen tijde zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen.
Functies beschikbaar in elke opnamemodus Pas de instellingen aan de opnameomstandigheden aan en maak de opname. Functie Groot Normaal 1 Normaal 2 Aantal Normaal 3 opgenomen Klein pixels Briefkaart Breedbeeld Film Superfijn Compressie Fijn Normaal Opnamesnelheid Auto Flitser Aan Uit Slow sync Rode-ogen Modus Macro Modus Oneindig AF Lock AE Lock vergrendelen Flitserbelichting vergrendelen Afzonderlijke opname Continu Opnamemodus 10 sec. zelfontspanner 2 sec. zelfontspanner Handm.
Functie { { Digitale Tele-converter z Meervoudige meting { Lichtmeet Gem. Centrum meting – {(2) methode Spot – {(2) Belichtingscompensatie – {(2) – – Belichting { Lange sluiter – –(13) { Witbalans { – My Colors – – Orig. Opslaan {(14) {(15) ISO-waarde { {(2) Auto ISO shift(16) { { Beeldomkeren { { Auto Category { { Disp.
CEL-SG6VA280 © 2007 CANON INC.