Inleiding Software voor het verwerken, weergeven en bewerken van RAW-opnamen Inhoud 1 2 3 4 5 6 7 8 Opnamen downloaden Digital Photo Professional Opnamen weergeven Versie 4.5 Instructiehandleiding Opnamen sorteren Opnamen bewerken O Inhoud van deze instructiehandleiding O O DPP staat voor Digital Photo Professional. O De schermen die in deze handleiding worden O gebruikt voor instructies voor de basisbewerkingen, zijn afkomstig uit Windows 8.1. O geeft de selectieprocedure in het menu aan.
Inleiding Inleiding Belangrijke functies van DPP Inhoud Hieronder staan de belangrijkste taken die u kunt uitvoeren voor opnamen die u naar uw computer hebt gedownload. * JPEG/TIFF geeft aan dat deze taak kan worden uitgevoerd voor JPEG- of TIFF-opnamen en ook voor RAW-opnamen.
Inleiding Systeemvereisten Besturingssysteem Windows 10, Windows 8.1, Windows 8, Windows 7* Model Processor Pc waarop een van bovenstaande besturingssystemen vooraf is geïnstalleerd (Opgewaardeerde computers worden niet ondersteund) Core 2 Duo 2.0 GHz of hoger (Core i-serie of hoger aanbevolen) RAM (geheugen) 2.0 GB RAM of meer (4.0 GB of meer aanbevolen) Harde schijf Installatie: min. 300 MB beschikbare schijfruimte Gebruik: min.
Inhoud Inleiding Inleiding...................................................................... 2 Belangrijke functies van DPP ....................................... 2 Systeemvereisten ......................................................... 3 Ondersteunde camera's ............................................... 3 Ondersteunde opnamen ............................................... 3 1 Opnamen downloaden ........................................... 7 DPP starten .........................................
Inleiding De witbalans aanpassen met de kleurtemperatuur.................................................... Geavanceerd Witbalans aanpassen ............................... Contrast aanpassen............................................... Geavanceerd De helderheid van schaduwen/lichte delen aanpassen ................................................... Kleurtoon en verzadiging wijzigen ......................... Geavanceerd Het dynamische bereik aanpassen ..........
Inleiding Opnamen verzamelen en bewerken in het venster Collection (Collectie) ................................. 93 JPEG/TIFF Opnamen samenvoegen .......................... 95 Samenvoegmethoden............................................ 98 JPEG/TIFF HDR-opnamen (High Dynamic Range) maken ........................................................................ 99 Geavanceerd Dual Pixel RAW-optimalisatie gebruiken....
1 Opnamen downloaden Inleiding DPP starten ............................................................... 8 Opnamen downloaden naar de computer ................. 9 Opnamen downloaden met het programma “EOS Utility” ...... 9 Opnamen downloaden met een kaartlezer...................
DPP starten Inleiding Dubbelklik op het pictogram op het bureaublad. Inhoud 1 2 3 4 5 6 7 8 Opnamen downloaden Opnamen weergeven Dubbelklik hierop ¿ DPP wordt gestart en het hoofdvenster (miniatuurweergave) wordt weergegeven.
Opnamen downloaden naar de computer De opnamen downloaden die zijn opgeslagen op de geheugenkaart die in de camera is geplaatst. Opnamen downloaden met het programma “EOS Utility” U kunt opnamen downloaden met “EOS Utility”, communicatiesoftware voor de camera. Raadpleeg de “EOS Utility Instructiehandleiding” (elektronische handleiding in PDF-indeling) voor gedetailleerde instructies voor het downloaden van opnamen.
2 Opnamen weergeven Inleiding Opnamen weergeven in het hoofdvenster (miniatuurweergave) .... 11 De miniatuurweergave wijzigen.................................. 12 Geavanceerd Het functiepaneel voor miniaturen gebruiken ..... 13 De functie Filteren/Sorteren van de miniatuurweergave gebruiken ................................ 14 Geavanceerd Het histogrampalet weergeven ................. 15 Geavanceerd Een opname vergroten en weergeven in het voorbeeldvenster .....
Opnamen weergeven in het hoofdvenster (miniatuurweergave) Opnamen die naar uw computer zijn gedownload, worden in het hoofdvenster als een lijst met miniaturen weergegeven (miniatuurweergave). Als u dubbelklikt op een opname, wordt het voorbeeldvenster geopend (pag. 16) waarin de opname vergroot wordt weergegeven.
Inleiding De miniatuurweergave wijzigen U kunt het formaat wijzigen van de opnameminiaturen die in het hoofdvenster worden weergegeven, en de informatie selecteren die voor miniaturen wordt weergegeven. Selecteer het menu [Thumbnails/Miniaturen] gewenste item. Inhoud 1 2 3 4 5 6 7 8 Opnamen downloaden Opnamen weergeven Opnamen sorteren Opnamen bewerken Opnamen printen Grote aantallen RAW-opnamen verwerken ¿ Het geselecteerde item wordt weergegeven.
Inleiding Geavanceerd Het functiepaneel voor miniaturen gebruiken Op het functiepaneel voor miniaturen zijn verschillende instellingen voor het weergeven van miniaturen geïntegreerd. Met dit functiepaneel kunt u de instellingen voor miniaturen efficiënt weergeven en opgeven.
Inleiding Geavanceerd De functie Filteren/Sorteren van de miniatuurweergave gebruiken Deze functie biedt de mogelijkheid om alleen de miniaturen weer te geven die overeenkomen met de geselecteerde filteroptie of om een optie voor het sorteren van miniaturen op te geven. 1 Klik op de knop [ ] onder aan het hoofdvenster.
Inleiding Geavanceerd Het histogrampalet weergeven Het histogrampalet bevat een histogram van de geselecteerde opname. U kunt snel een histogram controleren zonder een toolpalet te openen. Selecteer het menu [View/Beeld] [Histogram palette/Histogrampalet]. ¿ Het histogrampalet wordt weergegeven.
Een opname vergroten en weergeven in het voorbeeldvenster Inleiding Inhoud Dubbelklik hierop 1 2 3 4 5 6 7 8 Opnamen downloaden ¿ Het voorbeeldvenster wordt weergegeven. O Voor het voorbeeldvenster kunnen maximaal 36 vensters tegelijk worden weergegeven. ( 32bit Op 32-bits besturingssystemen kunnen slechts 4 vensters tegelijk worden weergegeven.
Inleiding Een bepaald gebied vergroten en weergeven Klik op het gebied dat u wilt vergroten. Geavanceerd Het navigatiepalet weergeven Het navigatiepalet bevat een vergroot gebied van een geselecteerde opname. Selecteer het menu [View/Beeld] [Navigator palette/ Navigatiepalet]. Klik hierop ¿ Het navigatiepalet wordt weergegeven. Inhoud 1 2 3 4 5 6 7 8 Opnamen downloaden Opnamen weergeven Opnamen sorteren ¿ Het desbetreffende gebied wordt vergroot tot 100% (ware pixelgrootte).
Geavanceerd De details van een opname controleren Inleiding Het hoofdvenster weergeven (multiweergave) Als u van het hoofdvenster overschakelt naar de “multiweergave”, kunt u de details van de opname controleren met het functiepaneel voor voorbeelden. Klik onder in het hoofdvenster (miniatuurweergave) op een knop om de opmaak te wijzigen. ¿ Het hoofdvenster (multiweergave) wordt weergegeven.
Inleiding Een opname controleren met het functiepaneel voor voorbeelden Met het functiepaneel voor voorbeelden kunt u de details van de opname controleren. U kunt dit paneel gebruiken in het hoofdvenster (multiweergave) en in het beeldbewerkingsvenster. Als het functiepaneel voor voorbeelden niet wordt weergegeven, kunt u dat weergeven door [Preview control panel/Functiepaneel voor voorbeelden] te selecteren in het menu [Preview/Voorbeeld]. Standaard zijn de knop [ ] en de knop [ ] geselecteerd.
Inleiding Meerdere opnamen tegelijk weergeven AF-punten weergeven Inhoud Selecteer meerdere opnamen en klik op de knop [ ]. 1 ¿ De geselecteerde opname wordt weergegeven. O U kunt maximaal acht opnamen weergeven. Klik op de knop [ ] naast de knop [ ] en selecteer in het menu dat wordt weergegeven, het item dat u wilt weergeven op de opname. O Selecteer [Show only AF points in focus/Alleen AF-punten in scherpstelgebied weergeven] of [Show all AF points/Alle AFpunten weergeven].
Inleiding Een gebied buiten het ingestelde gebied met waarschuwingsindicators (waarschuwing voor belichting/schaduw) weergeven U kunt in zowel belichte delen als schaduwdelen waarschuwingen instellen. Dit is handig voor het controleren van de afgesneden lichte en donkere gebieden en om te voorkomen dat een opname te veel wordt aangepast. Op plaatsen waar de opname het ingestelde bereik overschrijdt, kunt u het belichte deel in rood en het schaduwdeel in blauw weergeven.
Inleiding Onbewerkte en bewerkte opnamen vergelijken (onbewerkt/bewerkt) Verticaal/horizontaal schikken (dubbele weergave) / Verticaal/horizontaal splitsen (gesplitste weergave) U kunt de onbewerkte en de bewerkte versie van een aangepaste opname in één venster weergeven en het resultaat van de aanpassingen controleren. Met deze functie kunt u een opname aanpassen terwijl u de opname die u bewerkt, vergelijkt met de oorspronkelijke opname.
Inleiding 3 Selecteer een opname en klik op de knop [ ]. ¿ De opname en de eigenschappen die u in stap 2 hebt geselecteerd, worden op het scherm weergegeven. O Als de receptinhoud van een opname die wordt bewerkt, in de modus onbewerkt/bewerkt wordt weergegeven (dubbele weergave/gesplitste weergave), worden bewerkte items rood weergegeven. Een opname controleren in de multifunctionele voorbeeldweergave In het voorbeeldvenster worden de coördinaten van de muis en de te gebruiken kleurruimte weergegeven.
Inleiding Een opname controleren in secundaire vensters Secundaire vensters zijn voorbeeldvensters die u kunt openen voor miniaturen en opnamevoorbeelden. U kunt voor één opname maximaal vier secundaire vensters openen om het scherpstelgebied in alle delen van het beeld te controleren, enz. Selecteer een opname en selecteer vervolgens [Show second screen/Secundair scherm weergeven] in het menu dat wordt weergegeven als u met de rechtermuisknop klikt.
Vensterpanelen (deelvensters) openen en sluiten U kunt de panelen (deelvensters) boven, onder, links en rechts van elk venster sluiten, afhankelijk van de taken die u uitvoert. U kunt met DPP werken in een optimale weergave. Klik op [ ] om een paneel te openen of te sluiten.
De weergavemethode en de volgorde van paletten wijzigen Voor elk palet (toolpalet, navigatiepalet, histogrampalet, controlepalet en camerabesturingspalet), kunt u de manier wijzigen waarop het palet wordt weergegeven (vastgezet/zwevend), en kunt u de weergavevolgorde van meerdere vastgezette paletten wijzigen.
DPP afsluiten Selecteer het menu [File/Bestand] [Exit/Afsluiten] in het hoofdvenster. Inleiding Inhoud 1 2 3 4 5 6 7 8 Opnamen downloaden Opnamen weergeven Opnamen sorteren Opnamen bewerken Opnamen printen ¿ DPP wordt afgesloten. Grote aantallen RAW-opnamen verwerken Opnamen op afstand Voorkeuren opgeven Referentie/ Index Wanneer u DPP probeert af te sluiten zonder de aangepaste opname op te slaan, wordt een bevestigingsdialoogvenster weergegeven.
3 Opnamen ordenen en sorteren Inleiding Opnamen op een efficiënte manier controleren en sorteren .............................................................. 29 Opnamen sorteren...................................................... 31 Selectietekens toevoegen ...................................... 31 Classificaties instellen ............................................ 31 Opnamen sorteren in het hoofdvenster ...................... 32 Selectietekens toevoegen in het hoofdvenster.......
Opnamen op een efficiënte manier controleren en sorteren U kunt opnamen die als miniaturen in het hoofdvenster worden weergegeven, vergroten en zo elke opname op een efficiënte manier controleren. U kunt opnamen sorteren in groepen. op de knop [ ] of [ ] om naar een andere 3 Klik opname te gaan die u wilt controleren. Controlevenster in het hoofdvenster meerdere opnamen die u wilt 1 Selecteer controleren. 2 Geef het controlevenster weer.
Inleiding 4 Klik op het gebied dat u wilt vergroten. Handige functies in het controlevenster Klik hierop ¿ Het desbetreffende gebied wordt weergegeven op 100% (ware pixelgrootte). O U kunt de weergavepositie wijzigen door over de opname te slepen. O Als u op de knop [ ] klikt, kunt u de opname op 50% weergeven. O Klik nogmaals op het gebied om terug te keren naar de volledige schermweergave. O Klik op de knop [ ] om af te sluiten.
Inleiding Classificaties instellen Opnamen sorteren U kunt opnamen sorteren door selectietekens toe te voegen of classificaties in te stellen (dit wordt aangegeven met [ ]) voor elk onderwerp of thema. Geef de opname weer die u wilt classificeren, en klik vervolgens op een van de [ ]. Klik hierop Geef de opname weer waaraan u een selectieteken wilt toevoegen, en klik vervolgens op een van de tekens [ ] tot [ ]. ¿ Het geselecteerde selectieteken wordt linksboven in het venster weergegeven.
Inleiding Classificaties instellen in het hoofdvenster Opnamen sorteren in het hoofdvenster U kunt opnamen ook sorteren door in het hoofdvenster selectietekens toe te voegen of classificaties in te stellen (dit wordt aangegeven met [ ]) voor elk onderwerp of thema. Selecteer de opnamen die u wilt classificeren, en klik vervolgens op een van de [ ].
Inleiding Meerdere opnamen selecteren in het hoofdvenster Houd de toets ingedrukt en klik op de gewenste opnamen. Als u meerdere opeenvolgende opnamen wilt selecteren, houdt u de toets ingedrukt en klikt u op de eerste en laatste opname. Opnamen rangschikken in het hoofdvenster U kunt opnamen in het hoofdvenster rangschikken in de volgorde van de selectietekens die u aan opnamen hebt toegevoegd of op basis van de datum en tijd van opname.
Inleiding Onbeperkt rangschikken Sleep de opname naar de gewenste locatie. ¿ De opname wordt naar de gewenste locatie verplaatst. O U kunt ook meerdere opnamen selecteren (pag. 33) en verplaatsen. O De volgorde van de gerangschikte opnamen wordt tijdelijk vastgelegd als [Custom/Aangepast] bij [Sort/Sorteren] in het besturingsgebied voor miniaturen en dat blijft zo totdat u DPP afsluit of een andere map selecteert in de mappenstructuur.
Inleiding O Opnamen die zijn toegevoegd aan het venster [Collection/Collectie] Wanneer u een opname aan het venster [Collection/Collectie] toevoegt die uit een RAW-opname en een JPEG-opname bestaat, wordt de markering [ ] bij de opname weergegeven. Omdat de RAW-opname en de JPEG-opname feitelijk afzonderlijk worden toegevoegd, neemt het aantal opnamen op het tabblad [Collection/Collectie] met 2 toe. Opname-informatie controleren Selecteer de opname waarvan u de opnameinformatie wilt controleren.
Inleiding O Opname-informatie wordt weergegeven op het tabblad [Exif Information/Exif-informatie], terwijl IPTC*-informatie die achteraf aan de opname is toegevoegd, wordt weergegeven op het tabblad [XMP/IPTC Information/XMP-/IPTC-informatie]. IPTC *-informatie bestaat uit extra opmerkingen bij opnamen, zoals bijschriften en informatie over de fotograaf en de opnamelocatie.
Ordenen van opnamen In dit gedeelte wordt beschreven hoe u ongewenste opnamen kunt verwijderen, verplaatsen, kopiëren, enzovoort, om uw opnamen te ordenen. Een ongewenste opname verwijderen Houd er rekening mee dat verwijderde opnamen niet kunnen worden teruggehaald. Selecteer een ongewenste opname in het hoofdvenster. 1 het menu [File/Bestand] [Move to Recycle Bin/ 2 Selecteer Verplaatsen naar prullenbak].
Inleiding Opnamen in mappen verplaatsen U kunt mappen met opnamen verplaatsen of kopiëren en de opnamen op map sorteren. Sleep de map die u wilt verplaatsen of kopiëren. O Verplaatsen: Sleep de map naar de doelmap en laat de muisknop los. O Kopiëren: Houd de toets ingedrukt, sleep de map naar de gewenste map en laat de muisknop en de toets los. Veelgebruikte mappen vastleggen (met een bladwijzer) U kunt mappen die u vaak gebruikt vastleggen in bladwijzers.
4 Opnamen bewerken Inleiding RAW-opnamen......................................................... 41 RAW-opnamen .......................................................... 41 RAW-ontwikkeling...................................................... 41 Wanneer RAW-ontwikkeling moet worden uitgevoerd .................................................................. 41 Voordelen van een RAW-opname ............................. 41 JPEG- en TIFF-opnamen bewerken ........................ 42 Toolpaletten .......
Inleiding Effecten van correctie van vervorming voor fisheye-lenzen........................................................ De schuifregelaar Shooting distance information (Informatie opnameafstand)....................................... Meerdere opnamen tegelijk corrigeren ...................... Digitale lensoptimalisatie ........................................... Digitale lensoptimalisatie gebruiken .......................... Beeldscherpte aanpassen .........................................
RAW-opnamen RAW-opnamen Een RAW-opname bestaat uit opnamegegevens met uitvoergegevens die met een beeldverwerkingssensor zijn vastgelegd. Omdat de opnamen niet op het moment van opname in de camera worden verwerkt en de opname wordt vastgelegd in de speciale vorm van “RAW-opnamegegevens + gegevens over de beeldverwerkingsinstellingen op het moment van opname”, is speciale software nodig om de opname weer te geven of te bewerken. * “RAW” betekent “in natuurlijke vorm” of “niet verwerkt of verfijnd”.
JPEG- en TIFF-opnamen bewerken Met DPP kunt u met de volgende toolpaletten JPEG- en TIFF-opnamen op dezelfde manier aanpassen als RAW-opnamen.
Toolpaletten Inleiding In DPP kunt u tussen verschillende vensters met toolpaletten schakelen om opnamen te bewerken. Bij aanpassingen die worden uitgevoerd met de toolpaletten, worden alleen de beeldverwerkingsinstellingen gewijzigd en blijven de “oorspronkelijke opnamegegevens” ongewijzigd. Hierdoor treedt bij het bewerken geen kwaliteitsverlies op en kunt u uw opname keer op keer aanpassen. De verschillende functies van de toolpaletten worden nader uitgelegd in de desbetreffende onderwerpen.
JPEG/TIFF Bewerken met het toolpalet Basisaanpassingen Met het toolpalet Basisaanpassingen maakt u eenvoudige aanpassingen in RAW-opnamen. Met dit toolpalet kunt u de helderheid van de opname aanpassen, de beeldstijl instellen, de witbalans, het contrast, de kleurtoon, de verzadiging en het dynamisch bereik aanpassen, de Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) toepassen en de scherpte van de opname instellen.
Inleiding Beeldstijl De beeldstijl wijzigen Als de opname er anders uitziet dan u zag op het moment dat u de opname maakte, kunt u de beeldstijl wijzigen om dichter bij het verwachte resultaat te komen. Zelfs als u de opname hebt opgeslagen (pag. 84) terwijl [Monochrome/ Monochroom] (pag. 51) was geselecteerd, kunt u de beeldstijl op elk gewenst moment wijzigen door een andere beeldstijl dan [Monochrome/Monochroom] te selecteren.
Inleiding Beeldstijl Omschrijving Wordt weergegeven wanneer u een opname (In de camera selecteert die is gemaakt met het beeldstijlbestand dat in de camera is vastgelegd. vastgelegd beeldstijlbestand) De naam van het beeldstijlbestand wordt in de lijst weergegeven tussen ( ). Inhoud 1 2 3 4 5 6 7 8 Opnamen downloaden [Beeldstijlbestand De naam van de beeldstijl die in DPP is toegepast, toegepast in DPP] wordt weergegeven tussen [ ].
Inleiding Geavanceerd Een beeldstijlbestand gebruiken Een beeldstijlbestand is een bestand met de extensie voor beeldstijlen. Met DPP kunt u beeldstijlbestanden op RAW-opnamen toepassen. Bijvoorbeeld beeldstijlbestanden die u van de Canon-website hebt gedownload (verschillende scènes beschikbaar) of beeldstijlbestanden die u met Picture Style Editor hebt gemaakt. U moet een beeldstijlbestand op de computer opslaan voordat u het kunt gebruiken.
Inleiding De kleurtoon aanpassen met behulp van automatische witbalanscorrectie U kunt de witbalans aanpassen door een bepaald gedeelte van een opname als de standaard voor wit in te stellen en zo de opname natuurlijk te laten ogen. Automatische witbalanscorrectie is effectief wanneer u deze functie gebruikt in delen van een opname waarin de witte kleurtoon door een lichtbron is veranderd. ¿ De kleur van de opname wordt aangepast met het geselecteerde punt als de standaard voor wit.
Inleiding Geavanceerd Geavanceerd De witbalans aanpassen met de kleurtemperatuur U kunt de witbalans aanpassen door een numerieke waarde voor de kleurtemperatuur in te stellen. 1 Selecteer [Color temperature/Kleurtemperatuur] in de keuzelijst [White balance adjustment/Witbalans aanpassen]. Witbalans aanpassen Inhoud Dit is een functie waarmee u de witbalans nauwkeurig kunt aanpassen.
Inleiding Contrast aanpassen Geavanceerd U kunt de kleurovergang en de mate van contrast aanpassen. Sleep de schuifregelaar naar rechts voor meer contrast en naar links voor minder contrast. De helderheid van schaduwen/lichte delen aanpassen In een opname kunt u de helderheid van schaduwen en lichte delen aanpassen. Door alleen schaduwen of lichte delen in een opname aan te passen, kunt u het effect van afgesneden schaduwen en lichte delen verminderen.
Inleiding Kleurtoon en verzadiging wijzigen U kunt de kleurtoon en de algehele verzadiging aanpassen. Als de beeldstijl (pag. 45) is ingesteld op [Monochrome/Monochroom], veranderen [Color tone/Kleurtoon] en [Color saturation/Verzadiging] in [Filter effect/Filtereffect] en [Toning effect/Toningeffect] (deze pagina). Herstelt de oorspronkelijke instellingen van de opname Monochroom aanpassen Als u Picture Style (Beeldstijl) (pag.
Inleiding O Filtereffect: Hiermee maakt u een monochrome foto waarin het wit van wolken en het groen van bomen wordt benadrukt. Filter Voorbeeld van effect None (Geen) Algemene monochrome opname zonder filtereffect. Yellow (Geel) Blauwe lucht wordt natuurlijker weergegeven en witte wolken zien er helder uit. Orange (Oranje) Blauwe lucht wordt iets donkerder. De helderheid van de ondergaande zon neemt verder toe. Red (Rood) Blauwe lucht wordt vrij donker.
Inleiding [Linear/Lineair] - Een functie voor geavanceerde aanpassingen Schakel [Linear/Lineair] in als u opnamen wilt aanpassen met beeldbewerkingssoftware die over geavanceerde bewerkingsfuncties beschikt. Als [Linear/Lineair] is ingeschakeld, wordt de opname minder scherp weergegeven. [Contrast], [Highlight/Belichting], [Shadow/Schaduw] en [Auto Lighting Optimizer/Auto optimalisatie helderheid] (pag. 54) werken niet als u [Linear/Lineair] hebt geselecteerd.
Inleiding Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) gebruiken Inhoud Als het opnameresultaat donker of het contrast laag is, kunt u met de functie Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) de helderheid of het contrast automatisch bijstellen voor een mooiere opname. U kunt de instelling van de gemaakte opname ook wijzigen met de functie Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) van de camera.
Inleiding Beeldscherpte aanpassen U kunt de algemene sfeer van een opname verzachten of verscherpen. U kunt aanpassingen maken door een van deze twee modi te selecteren, [Sharpness/ Scherpte] en [Unsharp mask/Onscherp masker]. Selecteer [Sharpness/Scherpte] in de keuzelijst en pas de instelling aan. Herstelt de oorspronkelijke instellingen van de opname [Sharpness/Scherpte]: Regelt de scherpte van een beeld door de hoeveelheid nadruk op de contouren van een beeld aan te passen.
Inleiding Gedetailleerde instelling van beeldscherpte Selecteer [Unsharp mask/Onscherp masker] in de keuzelijst en pas de instelling aan.
JPEG/TIFF Bewerken met het toolpalet Kleurtoon aanpassen Met het toolpalet Kleurtoon aanpassen kunt u opnamen met dezelfde functies als in algemene beeldbewerkingssoftware aanpassen. 1 Selecteer een opname in het hoofdvenster, enz. 2 Geef het toolpalet Kleurtoon aanpassen weer. Inleiding Helderheid en contrast aanpassen U kunt de helderheid en het contrast van een opname aanpassen.
Inleiding O Brightness (Helderheid): Sleep de schuifregelaar naar rechts om een opname helderder te maken en naar links om een opname donkerder te maken. O Contrast: Hiermee kunt u de kleurovergang en de mate van kleurcontrast aanpassen. Sleep de schuifregelaar naar rechts voor meer contrast en naar links voor minder contrast.
Inleiding 2 Klik op een punt dat u als standaard voor wit wilt instellen. Geavanceerd Tooncurve aanpassen U kunt de helderheid, het contrast en de kleur van een bepaald gebied aanpassen door de kleurtooncurve te wijzigen (pag. 136). 1 Selecteer de kleurtooncurvemodus en de interpolatiemethode.
Inleiding 2 Voer de gewenste aanpassingen uit.
Inleiding Geavanceerd Het dynamische bereik aanpassen U kunt het dynamische bereik (het bereik van weergegeven lichtgradaties) van donkere punten naar heldere punten in een opname aanpassen. Omlaag verplaatsen Uitvoerniveau witte punten O Het bereik voor zwarte punten ligt tussen 0 en 247 (in te stellen in stappen van 1). O Het bereik voor witte punten ligt tussen 8 en 255 (in te stellen in stappen van 1). O U kunt histogrammen met informatie vóór en na het bewerken weergeven (pag. 60).
JPEG/TIFF Bewerken met het toolpalet Kleur aanpassen Met het toolpalet Kleur aanpassen kunt u de tint, verzadiging en helderheid in een specifiek kleurenspectrum aanpassen voor acht kleurenspectrums (rood, oranje, geel, groen, aqua, blauw, paars en magenta). U kunt ook de tint en verzadiging voor de hele opname instellen en monochroomopnamen aanpassen. Selecteer een opname in het hoofdvenster, enz. 1 2 Geef het toolpalet Kleur aanpassen weer.
Inleiding Tint en verzadiging voor een hele opname aanpassen Gebruik de schuifregelaars om aanpassingen aan te brengen. U kunt ook aanpassingen aanbrengen door rechtstreeks een numerieke waarde in te voeren. O Hue (Tint): Sleep de schuifregelaar naar rechts om kleurtonen geler te maken en naar links om kleurtonen roder te maken. O Saturation (Verzadiging): Hiermee past u de algehele kleurintensiteit van de opname aan.
JPEG/TIFF Bewerken met het toolpalet Gedetailleerd aanpassen Met het toolpalet Gedetailleerd aanpassen kunt u ruis reduceren in opnamen die in het donker of met hoge ISO-instellingen zijn gemaakt. U kunt dit toolpalet ook gebruiken in combinatie met de functies voor het aanpassen van de scherpte. De functies in dit toolpalet kunt u gebruiken voor JPEG- en TIFF-opnamen en ook voor RAW-opnamen. Selecteer een opname in het hoofdvenster, enz. 1 2 Geef het toolpalet Gedetailleerd aanpassen weer.
Inleiding Dezelfde ruisreductie instellen voor verschillende opnamen U kunt hetzelfde ruisreductieniveau voor meerdere opnamen instellen door eerst meerdere opnamen te selecteren in het hoofdvenster en vervolgens het ruisreductieniveau aan te passen met de schuifregelaars [Reduce luminance noise/Luminantieruis reduceren] en [Reduce chrominance noise/Chrominantieruis reduceren].
JPEG/TIFF Bewerken met het toolpalet Bijsnijden/Hoek aanpassen U kunt het bijsnijden van een opname beperken tot een bepaald gedeelte van de opname, maar u kunt ook de compositie van een opname wijzigen. Hierbij wordt een horizontaal opgenomen opname verticaal. U kunt de hoek van een opname ook aanpassen voordat u de opname bijsnijdt. Selecteer de opname die u wilt bijsnijden. 1 2 Geef het toolpalet Bijsnijden/Hoek aanpassen weer.
Inleiding O Lijst met aspect ratio's (breedte:hoogte) [Free/Vrij]: U kunt opnamen naar ieder gewenst formaat bijsnijden, ongeacht de verhouding die u kunt selecteren. [Custom/Aangepast]: U kunt de opname bijsnijden volgens de opgegeven ratio. 5 Keer terug naar het hoofdvenster. ¿ Het bijsnijdkader wordt in de bijgesneden opname weergegeven (pag. 135). ¿ Als de bijgesneden opname in een voorbeeldvenster of het beeldbewerkingsvenster wordt weergegeven, wordt deze in de bijgesneden vorm weergegeven.
Inleiding * Bij het maken van opnamen met de EOS 5DS/EOS 5DS R, EOS 5D Mark IV, EOS 5D Mark III of EOS 7D Mark II terwijl [Add cropping information/Bijsnijdinformatie toevoegen] is ingesteld in Persoonlijke voorkeuze, wordt alleen informatie over de aspect ratio vastgelegd en wordt de opname niet daadwerkelijk bijgesneden, zelfs niet bij JPEG-opnamen.
Bewerken met het toolpalet Lenscorrectie Met het toolpalet Lenscorrectie kunt u gebruikmaken van de correctiefuncties voor lensaberratie en digitale lensoptimalisatie om lensaberratie in uw opnamen te corrigeren en de resolutie te verbeteren. U kunt dit toolpalet ook gebruiken in combinatie met de functies voor het aanpassen van de scherpte. Let erop dat de correctiefuncties voor lensaberratie en digitale lensoptimalisatie alleen kunnen worden gebruikt bij RAW-opnamen.
Inleiding Correcties aanbrengen U kunt correcties één voor één of allemaal tegelijk maken in een van de vijf onderstaande afwijkingen. O Peripheral illumination (Helderheid randen) O Chromatic aberration (Chromatische aberratie) (kleurranden in de buitenranden van een opname) O Color blur (Kleurvervaging) (vervaging van blauw of rood die soms optreedt aan de rand van het belichte gebied van een opname) O Distortions (Vervormingen) O Diffraction (Diffractie) Selecteer een opname in het hoofdvenster.
Inleiding Effecten van correctie van vervorming voor fisheye-lenzen O Shot settings (Opname-instellingen) Als u deze optie selecteert, wordt alleen de aberratie voor optische vervorming gecorrigeerd. O Emphasize Distance (Afstand benadrukken) Hiermee wordt de opname geconverteerd naar een afbeelding met “equidistante projectie”. Deze projectiemethode behoudt de relaties tussen afstanden.
Inleiding O Emphasize Center (Centrum benadrukken) Hiermee wordt de opname geconverteerd naar een afbeelding met 'orthogonale projectie'. Met deze projectiemethode wordt het centrum meer benadrukt. Omdat een orthografische projectie het mogelijk maakt dat een onderwerp met dezelfde helderheid wordt weergegeven alsof het hetzelfde gebied in de opname inneemt, kan deze methode goed worden gebruikt in fotografie voor hemelhelderheidsdistributie en fotografie van centraal gesitueerde dieren.
Inleiding Meerdere opnamen tegelijk corrigeren U kunt dezelfde correcties op meerdere opnamen toepassen door eerst meerdere opnamen te selecteren in het hoofdvenster en vervolgens de correctieprocedures uit te voeren (pag. 70). U kunt dezelfde correcties ook toepassen door het recept van de gecorrigeerde opname te kopiëren en in meerdere opnamen te plakken (pag. 88).
Inleiding Digitale lensoptimalisatie gebruiken 2 Klik op de knop [ ]. de status van [Lens data/Lensgegevens] 1 Controleer voor [Digital Lens Optimizer/Digitale Inhoud 1 2 3 4 5 6 7 8 Opnamen downloaden lensoptimalisatie]. ¿ Het venster [Add or Remove lens data/Lensgegevens toevoegen of verwijderen] wordt geopend.
Inleiding het selectievakje in voor de lens waarmee 3 Schakel de opname is gemaakt en klik op de knop [Start]. het selectievakje [Digital Lens Optimizer/Digitale 4 Schakel lensoptimalisatie] in en pas de opname aan. Inhoud 1 2 3 4 5 6 7 8 Opnamen downloaden Opnamen weergeven Opnamen sorteren Opnamen bewerken Opnamen printen Herstelt de toestand van vóór de aanpassing ¿ De lensgegevens worden naar uw computer gedownload.
Inleiding O Gebruik de schuifregelaar om het effect van digitale lensoptimalisatie aan te passen. O Als er geen informatie over de opnameafstand bij de opname is opgeslagen, wordt de schuifregelaar automatisch ingesteld op oneindig en verschijnt er een [] boven de schuifregelaar. O Als de lens niet hoeft te worden bijgesteld met de schuifregelaar [Shooting distance information/Informatie opnameafstand], kan de schuifregelaar niet worden gebruikt.
JPEG/TIFF Bewerken met het toolpalet Stof verwijderen/Kopieerstempel Met dit toolpalet kunt u stof en andere markeringen in een opname wissen en een opname corrigeren door een gedeelte van de opname te kopiëren en op een overbodig deel van het beeld te plakken. De functies in dit toolpalet kunt u gebruiken voor JPEG- en TIFFopnamen en ook voor RAW-opnamen.
Inleiding Aanvullende informatie O U kunt de oorspronkelijke instellingen van een opname waaruit stof is verwijderd op elk gewenst moment herstellen Een opname waaruit stof is verwijderd, wordt als zodanig weergegeven of geprint. Aangezien het stof op de opname echter niet daadwerkelijk is gewist, kunt u de oorspronkelijke opname altijd herstellen door op de knop [ ] in het toolpalet Stof verwijderen/Kopieerstempel te klikken of door de procedure “Opnamen opnieuw bewerken” uit te voeren (pag. 86).
Inleiding Handmatig stof wissen (reparatiefunctie) U kunt stofvlekken in een opname wissen door ze een voor een te selecteren. ervoor dat de stofvlek die u wilt wissen, zich 5 Zorg binnen [ ] bevindt en klik. 1 2 Geef het toolpalet Stof verwijderen/Kopieerstempel weer. 3 Klik op het punt waar stof moet worden gewist. Opnamen weergeven Opnamen sorteren Klik hierop ¿ De opname wordt in de 100%-weergave weergegeven. O U kunt de weergavepositie wijzigen door te slepen.
Inleiding Aanvullende informatie O Klik meerdere malen als stofvlekken niet volledig zijn gewist Als ongewenste stofvlekken niet worden gewist, ook niet nadat u stap 5 hebt uitgevoerd, kunt u ze volledig wissen door meerdere malen te klikken. O Stofvlekken kunnen doorgaans worden gewist met de reparatiefunctie Stofvlekken kunnen worden gewist met de reparatiefunctie. Het is mogelijk dat u stoflijnen niet kunt wissen. Gebruik in dergelijke gevallen de kopieerstempelfunctie (pag. 81).
Inleiding Ongewenste delen van een opname wissen (kopieerstempelfunctie) U kunt een opname corrigeren door een ander deel van de opname te kopiëren en over een ongewenst deel van de opname te plakken. Volg stap 1 t/m 3 in 'Handmatig stof wissen (reparatiefunctie)' (pag. 79). 1 2 Selecteer het gedeelte dat u wilt kopiëren. O Klik op het gedeelte dat u wilt kopiëren nadat u op de knop [Select Copy Source/Kopieerbron selecteren] hebt geklikt.
De te gebruiken kleurruimte instellen U kunt voor elke opname een andere kleurruimte (pag. 137) dan de standaardkleurruimte instellen (pag. 130). Geef het toolpalet Instellingen weer selecteer de kleurruimte die u wilt instellen.
Soft-Proof Colors gebruiken Met Soft-Proof Colors kunt u een geselecteerd printprofiel of CMYK-simulatieprofiel toepassen op de weergeven opname. De betrouwbaarheid van Soft-Proof Colors is afhankelijk van de beeldschermkwaliteit, het beeldscherm- en printerprofiel en de lichtomstandigheden van uw werkomgeving.
JPEG/TIFF Bewerkingsresultaten opslaan Bewerkingsgegevens opslaan in een opname De inhoud die is aangepast met het toolpalet (het recept), kan worden opgeslagen in de opname of als een afzonderlijke opname. Selecteer het menu [File/Bestand] gewenste item. Inleiding Een opname opslaan als een afzonderlijke opname Als u een RAW-opname wilt weergeven, bewerken en printen met andere software dan DPP, dient u de opname naar een meer veelzijdige JPEG- of TIFFopname te converteren en op te slaan.
Inleiding de gewenste instellingen op en klik op de knop 3 Geef [Save/Opslaan]. Inhoud O Standaard wordt de opname geconverteerd naar en opgeslagen als een JPEG-opname met de hoogste opnamekwaliteit, zonder dat het formaat van de opname wordt gewijzigd. Desgewenst kunt u de instellingen wijzigen.
JPEG/TIFF Opnamen opnieuw bewerken Wanneer opnamen worden bewerkt met het toolpalet (pag. 42 t/m pag. 82), worden alleen de beeldverwerkingsinstellingen aangepast “en blijven de 'oorspronkelijke opnamegegevens'” ongewijzigd. (De informatie over het bijsnijdkader of het wissen van stof van een bijgesneden opname (pag. 66) of een opname waaruit stof is verwijderd (pag. 77 t/m pag. 81), wordt gewoon bij de opname opgeslagen. U kunt daarom alle wijzigingen die bij de opname zijn opgeslagen (pag.
JPEG/TIFF Aanpassingsgegevens (recept) gebruiken Inleiding De gegevens van alle aanpassingen (recept) die zijn uitgevoerd met het toolpalet, kunnen als een apart receptbestand (met de extensie “.dr4”) worden opgeslagen en worden geladen en toegepast op een andere opname. U kunt opnamen op een efficiënte manier bewerken door één opname te selecteren uit opnamen die in dezelfde opnameomgeving zijn gemaakt en deze opname aan te passen.
Inleiding Een recept kopiëren en toepassen op een andere opname U kunt een recept van een bewerkte opname kopiëren en dit vervolgens op een andere opname toepassen. 1 2 Een recept opslaan als een bestand 1 Selecteer de opname met het recept dat u wilt kopiëren. Als u alle items van een recept wilt kopiëren, selecteert u het menu [Edit/Bewerken] [Copy recipe/Recept kopiëren].
Inleiding Recepten laden en toepassen 1 Selecteer de opname waarop u een recept wilt toepassen, en selecteer vervolgens het menu [Edit/ Bewerken] [Read and paste recipe from file/Recept lezen uit en toepassen op bestand]. ¿ Het dialoogvenster [Open/Openen] wordt weergegeven. 2 Selecteer een recept en klik op de knop [Open/ Openen]. ¿ Het recept wordt op de opname toegepast.
JPEG/TIFF Meerdere opnamen aanpassen en met elkaar vergelijken U kunt de gebieden in verschillende opnamen die in meerdere voorbeeldvensters moeten worden weergegeven, synchroniseren en de opnamen aanpassen terwijl u ze vergelijkt. de opnamen die u wilt vergelijken, weer in het 1 Geef voorbeeldvenster. 2 Lijn de opnamen uit. O Selecteer het menu [Window/Venster] [Arrange horizontally/ Horizontaal schikken] of [Arrange vertically/Verticaal schikken]. ¿ De voorbeeldvensters worden uitgelijnd.
JPEG/TIFF Opnamen efficiënt bewerken Bewerkingen uitvoeren in het beeldbewerkingsvenster De weergave van miniaturen en het voorbeeldvenster worden gecombineerd en opnamen kunnen efficiënt worden bewerkt. U kunt snel wisselen tussen de opnamen die u wilt bewerken. Selecteer eerst de opnamen die u wilt bewerken, in het hoofdvenster. Inleiding 3 Bewerk de opname. Inhoud 1 2 3 4 5 6 7 8 Opnamen downloaden de opnamen die u wilt bewerken, in het 1 Selecteer hoofdvenster.
Inleiding 4 Klik op het gebied dat u wilt vergroten. De weergavepositie van de miniaturen wijzigen en de miniaturen naast elkaar weergeven Selecteer het menu [View/Beeld] [Horizontal Thumbnails/Horizontale miniaturen]. Inhoud 1 2 3 4 5 6 7 8 Opnamen downloaden Opnamen weergeven Klik hierop Opnamen sorteren Opnamen bewerken Opnamen printen ¿ Het desbetreffende gebied wordt vergroot tot 100% (ware pixelgrootte).
Inleiding Opnamen verzamelen en bewerken in het venster Collection (Collectie) U kunt geselecteerde opnamen verzamelen in collectiemappen om ze te bekijken, te vergelijken en te bewerken. U kunt opnamen uit een of meer mappen verzamelen, zodat u er op een efficiënte manier mee kunt werken. 1 Klik op [+ Add collection/+ Collectie toevoegen] in het gebied [Collection/Collectie] in het hoofdvenster. opnamen of opnamemappen in het 3 Selecteer hoofdvenster.
Inleiding 5 Controleer de weergegeven opnamen. 6 Bewerk de opnamen. O Bewerk de weergegeven opnamen. ¿ Weergegeven opnamen blijven bewaard in de collectiemappen, ook na het afsluiten van DPP. Opnamen verwijderen uit collectiemappen O Geselecteerde opnamen verwijderen Selecteer opnamen in een collectiemap en selecteer [Remove from collection/Uit collectie verwijderen] in het menu [File/Bestand].
JPEG/TIFF Opnamen samenvoegen U kunt twee opnamen samenvoegen tot één enkele opname. U kunt bovendien opnamen combineren door nog een opname toe te voegen aan een samengestelde opname. De oorspronkelijke opnamen blijven ongewijzigd omdat de samengestelde opname als afzonderlijke opname wordt opgeslagen. Inleiding Selecteer het menu [Tools/Extra] [Start 2 Compositing tool/Samenvoegen starten]. 1 2 3 4 5 6 7 8 Opnamen downloaden 32bit Op 32-bits besturingssystemen is deze functie niet beschikbaar.
Inleiding 3 Selecteer de te combineren opname. O Selecteer de te combineren opname in de keuzelijst [Foreground Image/Voorgrondopname]. 4 Selecteer een samenvoegmethode. O Selecteer een samenvoegmethode in de keuzelijst [Composite Method/Samenvoegmethode]. Inhoud 1 2 3 4 5 6 7 8 Opnamen downloaden Opnamen weergeven Opnamen sorteren Opnamen bewerken Opnamen printen ¿ De geselecteerde opname wordt weergegeven in het weergavegebied voor miniaturen van de [Foreground Image/ Voorgrondopname].
Inleiding 5 Zet de opnamen op de juiste positie. Inhoud 1 2 3 4 5 6 7 8 Opnamen downloaden Opnamen weergeven Opnamen sorteren Grote verplaatsing (50 pixels) Kleine verplaatsing (1 pixel) Het midden van de opnamen uitlijnen U kunt de coördinaten van de [Foreground Image/Voorgrondopname] ook direct invoeren om de opname uit te lijnen.
Inleiding 6 Klik op de knop [Save As/Opslaan als]. O Geef de instellingen op (opslaglocatie, enz.) in het venster dat wordt weergegeven en klik vervolgens op de knop [Save/ Opslaan]. O Als u op de knop [Continue/Doorgaan] klikt, worden opnamen samengevoegd tot een nieuwe achtergrondopname, waar u nog weer een andere opname mee kunt combineren. O Klik op de knop [Close/Sluiten] om af te ronden.
JPEG/TIFF HDR-opnamen (High Dynamic Range) maken U kunt opnamen maken met een groot dynamisch bereik waarin het effect van afgesneden schaduwen en lichte delen is gereduceerd, en opnamen die de indruk wekken te zijn geschilderd. Dit is geschikt voor stillevens en landschappen. Deze functie heeft het meeste effect als u drie opnamen met verschillende belichting gebruikt van dezelfde scène (negatieve belichting, standaardbelichting, positieve belichting) om een HDR-opname te maken.
Inleiding de gewenste instellingen op en klik op de knop 3 Geef [Start HDR/HDR starten]. de vereiste bewerkingen uit om de opname aan 4 Voer te passen. Inhoud 1 2 3 4 5 6 7 8 Opnamen downloaden Opnamen weergeven Opnamen sorteren O Als u een andere opname wilt selecteren of als u een opname wilt toevoegen, klikt u op de knop [Browse/Bladeren], selecteert u in het dialoogvenster [Open/Openen], dat dan wordt geopend, het opnamebestand en klikt u op de knop [Open/Openen].
Inleiding [Detail Enhancement/Detaillering] [Strength/Sterkte]: past het algehele contrast en het contrast van de details samen aan. Sleep de schuifregelaar naar rechts voor een sterker effect. [Smoothness/Egaalheid]: past de algehele egaalheid van de opname aan. Sleep de schuifregelaar naar rechts voor een egale en natuurlijk indruk. [Fineness/Details]: past de scherpte van details aan. Sleep de schuifregelaar naar rechts voor een scherpere contour.
Geavanceerd Dual Pixel RAW-optimalisatie gebruiken Door de Dual Pixel RAW-functie vóór het maken van RAW-opnamen in te stellen op een camera die compatibel is met de functie, worden opnamen opgenomen als “speciale RAW-opnamen (Dual Pixel RAW-beelden)” met dual pixel-informatie die vanuit de beeldverwerkingssensor is toegevoegd. Dit heet een Dual Pixel RAW-beeld.
Inleiding 3 Pas de opname aan. Het gezichtspunt of de voorgrondbokeh wijzigen voor fraaiere resultaten Wijzig het gezichtspunt of de voorgrondbokeh voor fraaiere resultaten met behulp van de dual pixel-informatie die is opgenomen in Dual Pixel RAW-beelden. 1 O Gebruik de schuifregelaar om de resolutie aan te passen op basis van diepte-informatie en het resolutieniveau. 4 Klik op de knop [OK]. ¿ De resultaten worden toegepast op de opname.
Inleiding 4 Pas de opname aan. Het voorkomen van ghosting in opnamen Verminder het voorkomen van ghosting in opnamen met behulp van de dual pixel-informatie in Dual Pixel RAW-beelden. 1 Selecteer in het hoofdvenster of het venster voor het bewerken van beelden de Dual Pixel RAW-beeld die u wilt aanpassen, en selecteer vervolgens [Start Dual Pixel RAW Optimizer/Start Dual Pixel RAWoptimalisatie] in het menu [Tools/Gereedschap]. ¿ Het venster Dual Pixel RAW-optimalisatie wordt weergegeven.
Inleiding 3 Klik op de knop [OK]. ¿ De resultaten worden toegepast op de opname. Zie voor informatie over het opslaan van aanpassingen in opnamen “Bewerkingsresultaten opslaan“ (pag. 84).
Geavanceerd Een RAW-opname overbrengen naar Photoshop U kunt een RAW-opname naar een TIFF-opname (16-bits) converteren en deze overbrengen naar Adobe Photoshop. Selecteer het menu [Tools/Extra] [Transfer to Photoshop/Overbrengen naar Photoshop]. ¿ Photoshop wordt gestart en de overgebrachte opname wordt weergegeven. U kunt één opname tegelijk overbrengen. U kunt slechts één opname tegelijk overbrengen. Raadpleeg pag. 118 als u meerdere opnamen tegelijk wilt overbrengen.
Geavanceerd De werkbalk in het hoofdvenster aanpassen U kunt knoppen voor veelgebruikte functies weergeven in de werkbalk in het hoofdvenster. U kunt ook de volgorde van de knoppen wijzigen. Selecteer het menu [Tools/Extra] [Customize 1 Toolbar/Werkbalk aanpassen]. ¿ Het venster [Configure Toolbar/Werkbalk configureren] wordt weergegeven. de functies die u wilt weergeven in de 2 Selecteer werkbalk.
5 Opnamen printen Inleiding Een opname printen .............................................. 109 Printen met opname-informatie ............................. 110 Een miniaturenlijst afdrukken (Overzichtsafdruk afdrukken).............................................................. 111 Printen met plug-in ................................................
Een opname printen U kunt opnamen printen met een printer. Ter illustratie wordt hieronder de procedure voor het printen van één opname op één vel papier beschreven. 1 Selecteer de opname die u wilt printen. 2 Selecteer het menu [File/Bestand] [Print/Printen].
Printen met opname-informatie U kunt zonder beperkingen één opname op één pagina plaatsen en deze printen met titels, opname-informatie, enz. Selecteer één opname die u wilt printen. 1 het menu [File/Bestand] [Print with detailed 2 Selecteer setting/Printen met detailinstellingen]. de gewenste instellingen voor het printen op en klik 3 Geef op de knop [Print/Printen].
Een miniaturenlijst afdrukken (Overzichtsafdruk afdrukken) U kunt rijen met meerdere beelden afdrukken op één vel papier. 1 2 3 Selecteer de beelden die u in een miniaturenlijst wilt afdrukken. Selecteer het menu [File/Bestand] [Print contact sheets/Overzichtsafdruk afdrukken]. Geef de vereiste instellingen voor het afdrukken op en klik op de knop [Print/Afdrukken].
Printen met plug-in Selecteer het menu [File/Bestand] [Plug-in printing/ 1 Printen met plug-in] de plug-in voor de printer die u gebruikt. ¿ De plug-in wordt gestart. 2 Geef de gewenste instellingen voor het printen van foto's op en print de foto's.
6 Grote aantallen RAW-opnamen verwerken Witbalans in een batch toepassen op opnamen (persoonlijke witbalans) ......................................... 114 Persoonlijke witbalans vastleggen............................ 114 Persoonlijke witbalans toepassen ............................ 115 Opnamen in een batch opslaan als JPEG- of TIFF-opnamen (batchverwerking) .................................. 116 Opnamen in een batch overbrengen naar beeldbewerkingssoftware ...............................................
Witbalans in een batch toepassen op opnamen (persoonlijke witbalans) Witbalansaanpassingen die zijn toegepast op een RAW-opname die is gemaakt in een specifieke opnameomgeving, kunnen worden vastgelegd als een persoonlijke witbalans. U kunt de witbalans vervolgens op efficiënte wijze aanpassen door deze persoonlijke witbalans toe te passen op een groot aantal RAW-opnamen die zijn gemaakt in dezelfde opnameomgeving. Persoonlijke witbalansgegevens voor DPP versies 4 of eerder kunnen niet worden toegepast.
Inleiding Persoonlijke witbalans toepassen Selecteer in het hoofdvenster de opname waarop u een persoonlijke witbalans wilt toepassen. 1 2 Selecteer het menu [View/Beeld] [Tool palette/Toolpalet]. op het nummer van de persoonlijke witbalans 3 Klik die u wilt toepassen. ¿ Het toolpalet wordt weergegeven.
Opnamen in een batch opslaan als JPEG- of TIFF-opnamen (batchverwerking) U kunt bewerkte RAW-opnamen in een batch converteren naar en opslaan als uiterst veelzijdige JPEG- of TIFF-opnamen. De opnamen worden als aparte opnamen opgeslagen dus de RAW-opnamen blijven ongewijzigd. 4 Klik op de knop [Exit/Afsluiten] in het verwerkingsdialoogvenster. in het hoofdvenster meerdere opnamen die u wilt 1 Selecteer converteren. het menu [File/Bestand] [Batch process/Batch 2 Selecteer verwerken].
Inleiding Het is niet mogelijk om opnamen met een recept op te slaan In het venster [Batch settings/Batchinstellingen] kunt u bewerkte RAWopnamen niet opslaan met de opdracht [Save/Opslaan] of [Save As/ Opslaan als] (pag. 84). De ontwikkel-/bewerkingsresultaten opslaan voor de versie die u momenteel gebruikt De verwerkingstechnologie van DPP voor RAW-opnamen wordt voortdurend verbeterd, zodat u de laatste verwerkingstechnieken beter kunt toepassen.
Opnamen in een batch overbrengen naar beeldbewerkingssoftware U kunt meerdere opnamen naar beeldbewerkingssoftware overbrengen. In tegenstelling tot “Een RAW-opname overbrengen naar Photoshop” (pag. 106) brengt u opnamen over die eerst zijn geconverteerd en opgeslagen als een aparte opname. De overgebrachte opname wordt dus niet verwijderd nadat u de bewerkingssoftware hebt afgesloten. De software die in het voorbeeld wordt gebruikt, is Adobe Photoshop.
De naam van opnamebestanden in een batch wijzigen in het hoofdvenster meerdere opnamen 1 Selecteer waarvan u de bestandsnaam wilt wijzigen. Selecteer het menu [Tools/Extra] [Start Rename 2 tool/Naam wijzigen starten]. ¿ Het naamwijzigingsvenster wordt weergegeven. de gewenste instellingen op en klik op de knop 3 Geef [Execute/Uitvoeren].
7 Opnamen op afstand Inleiding Opnamen op afstand ............................................. 121 Klik-witbalans vastleggen op de camera ..................
Opnamen op afstand U kunt opnamen op afstand maken met “EOS Utility” waarmee communicatie met een camera mogelijk is. Voor opnamen op afstand moet “EOS Utility versie 3.x” op uw computer zijn geïnstalleerd. Voor informatie over camera's die compatibel zijn met “EOS Utility versie 3.x” raadpleegt u de instructiehandleiding voor “EOS Utility versie 3.x” (elektronische handleiding in PDF-indeling). Deze functie is niet beschikbaar op camera's uit de EOS M-serie of PowerShot-camera's.
Inleiding U kunt de [File Name/Bestandsnaam] wijzigen in het venster Specify Remote Shooting Folder (Map opgeven voor opnamen op afstand). (Als [Do not modify/Niet wijzigen] is geselecteerd, worden beelden opgeslagen met de bestandsnamen die zijn ingesteld op de camera.) Inhoud 1 2 3 4 5 6 7 8 Opnamen downloaden 1 Klik op de knop [Settings/Instellingen] om het venster Set file name for captured image (Bestandsnaam voor opname instellen) weer te geven.
Inleiding 5 Geef de gewenste instellingen op. 7 Geef de gewenste instellingen op. Inhoud 1 2 3 4 5 6 7 8 Opnamen downloaden Opnamen weergeven Opnamen sorteren Opnamen bewerken Opnamen printen O Raadpleeg de “EOS Utility Instructiehandleiding” (elektronische handleiding in PDF-indeling) voor gedetailleerde instructies voor het instellen van procedures. 6 Klik op de knop [Settings/Instellingen].
Inleiding Klik-witbalans vastleggen op de camera Tijdens het maken van opnamen op afstand kunt u de klik-witbalans vastleggen op de aangesloten camera. Om deze functie te gebruiken moet EOS Utility-versie 3.4.20 of hoger op uw computer geïnstalleerd zijn. Deze functie is niet beschikbaar op EOS M-camera's of PowerShotcamera's. 1 Geef de gemaakte opname weer die als standaard voor de witbalans moet worden gebruikt.
Inleiding een punt dat u als de standaard voor 3 Selecteer witbalans in de gemaakte opname wilt gebruiken en leg de witbalans vast op de camera. Inhoud 1 2 3 4 5 6 7 8 Opnamen downloaden Opnamen weergeven Opnamen sorteren Opnamen bewerken O Klik met de muis op de knop [ ] en klik op de in stap 1 weergegeven opname op een punt dat u als de standaard voor de witbalans wilt gebruiken.
8 Voorkeuren opgeven Inleiding Voorkeuren opgeven ............................................. 127 General settings (Algemene instellingen)................. 127 Beeldverwerking ....................................................... 128 Color management (Kleurbeheer) ............................ 130 View settings (Weergave-instellingen) .....................
Voorkeuren opgeven U kunt de verschillende functies van DPP wijzigen in het venster [Preferences/Voorkeuren]. Controleer de inhoud van elk venster en geef de gewenste instellingen op. Raadpleeg ook de eventueel beschikbare, gedetailleerde uitleg voor elk venster. 1 Inleiding General settings (Algemene instellingen) U kunt opgeven welke map moet worden geopend wanneer u DPP start, instellingen voor het opslaan van recepten definiëren, enzovoort.
Inleiding O Default value of output resolution (Standaardwaarde voor de uitvoerresolutie) Als u JPEG- of TIFF-opnamen opslaat die zijn gemaakt door het converteren van RAW-opnamen (pag. 84, pag. 116), kunt u de resolutie van de JPEG- of TIFF-opnamen instellen. O Tijdelijk opgeslagen bestanden U kunt tijdelijk opgeslagen bestanden die zijn gemaakt, verwijderen en de bedieningssnelheid verbeteren, opslaglocaties voor bestanden wijzigen of een schijfgebruikslimiet instellen.
Inleiding O Noise reduction defaults (Standaardinstellingen voor ruisreductie) U kunt vooraf een standaardniveau instellen voor de ruisreductie. Alleen RAW-opnamen worden ondersteund. O Wanneer [Apply camera settings/Camera-instellingen toepassen] is geselecteerd, kunt u vooraf een standaardniveau voor ruisreductie instellen, dat geschikt is voor de camera-instellingen.
Inleiding Color management (Kleurbeheer) U kunt instellingen opgeven voor kleurbeheer, zoals instellingen voor de kleurruimte, kleurovereenstemming, enz. Inhoud 1 2 3 4 5 6 7 8 Opnamen downloaden Opnamen weergeven Opnamen sorteren Opnamen bewerken Opnamen printen Grote aantallen RAW-opnamen verwerken O Om deze functie te gebruiken, hebt u een NVIDIA CUDA (verwerkingscapaciteit 2.0 of hoger) GPU* met minstens 1,0 GB videogeheugen nodig.
Inleiding Wijzigingen worden niet toegepast op de bewerkte opname Ook als de standaardinstelling wordt gewijzigd, wordt de nieuwe standaardinstelling niet toegepast op bewerkte opnamen (opnamen die zijn aangepast met het toolpalet, die zijn bijgesneden of waaruit stof is verwijderd). Wijzig de instellingen afzonderlijk. View settings (Weergave-instellingen) U kunt de opmaak voor de schermweergave instellen.
Referentie Inleiding Problemen oplossen.............................................. 133 De software verwijderen (installatie ongedaan maken) ....... 134 Informatie over het opnamekader in het hoofdvenster en het beeldbewerkingsvenster ....... 135 Verklarende woordenlijst ....................................... 136 Index...................................................................... 138 Over deze instructiehandleiding ..................... 142 Handelsmerken ........................................
Problemen oplossen Raadpleeg de onderstaande onderwerpen als DPP niet correct werkt. De installatie kan niet correct worden voltooid O Selecteer beheerdersrechten ([Computer administrator/Beheerder van deze computer], [Administrator/Beheerder], etc.) wanneer u de gebruiker instelt. U kunt de software niet installeren als er een andere gebruikersinstelling dan die van beheerder is geselecteerd.
De software verwijderen (installatie ongedaan maken) O Sluit alle toepassingen af voordat u de software verwijdert. O Meld u aan als beheerder wanneer u de software verwijdert. O Verwijder de software volgens de methode voor het verwijderen van OS-software. O Start de computer opnieuw op nadat u de software hebt verwijderd. Zo vermijdt u mogelijke computerproblemen. Computerproblemen zullen vooral optreden als u de computer niet opnieuw opstart voordat u de software opnieuw installeert.
Informatie over het opnamekader in het hoofdvenster en het beeldbewerkingsvenster (pag. 11 en pag. 91) Bijsnijdkader*2 (pag. 66) Inleiding Inhoud Selectieteken (pag. 31, pag. 32) Teken voor instellen van vastgezette opname (pag. 19) Teken voor weergave van meerdere opnamen (pag. 20) 1 2 3 4 5 6 7 8 Opnamen downloaden Opnamen weergeven Opnamen sorteren Opnamen bewerken Opnamen printen Opnametype*1 Classificatieteken (pag. 31, pag. 32) Teken voor digitale lensoptimalisatie (pag.
Verklarende woordenlijst Inleiding RAW-opname Bitwaarde De RAW-opnamen van EOS-camera's worden vastgelegd in een nietgecomprimeerde 14-bits of 12-bits indeling. Aangezien RAW-opnamen speciale, niet-ontwikkelde opnamen zijn, hebt u software met ontwikkelingsfuncties, zoals DPP, nodig om deze opnamen weer te geven. Niet-ontwikkelde RAW-opnamen hebben als voordeel dat u een groot aantal aanpassingen in deze opnamen kunt maken, waarbij vrijwel geen kwaliteitsverlies in de opnamen optreedt.
Inleiding Kleurruimte CMYK-simulatieprofielen Een kleurruimte is een reproduceerbare kleurenreeks (kenmerken van een kleurenspectrum). DPP ondersteunt de onderstaande vijf soorten kleurruimten. sRGB: Standaardkleurruimte voor Windows. Wordt algemeen gebruikt voor de standaardkleurruimte van beeldschermen, digitale camera's en scanners. Adobe RGB: Een bredere kleurruimte dan sRGB. Wordt hoofdzakelijk gebruikt voor het printen in een bedrijfsomgeving. Apple RGB: Standaardkleurruimte voor Macintosh.
Index Inleiding A B Aanpassen Aanpassing kleurtooncurve .......................................................... 59 Aanpassingen kopiëren................................................................ 88 Aanpassingen opslaan ................................................................. 88 Aanpassingen toepassen ............................................................. 88 Aanpassingsgegevens (recept)....................................................
Inleiding Color management (Kleurbeheer) (voorkeuren) ............................... 130 ColorMatch RGB............................................................................... 137 Contrast ........................................................................................ 50, 57 Controlevenster................................................................................... 29 Converteren naar JPEG- of TIFF-opnamen en opslaan .............
Inleiding M Mappen als bladwijzers vastleggen .................................................... Mappen verplaatsen of kopiëren......................................................... Miniatuurweergave.............................................................................. Miniatuurweergave (functie Filteren/Sorteren).................................... Miniatuurweergave (hoofdvenster) ..................................................... Weergave aanpassen ........................................
Inleiding R Rangschikken van opnamen......................................................... 33, 34 Rasterlijnen ......................................................................................... 20 RAW-opname ............................................................................. 41, 136 Recept......................................................................................... 87, 136 Receptbestand....................................................................................
Inleiding W Weergave Miniatuurweergave (hoofdvenster)............................................... 11 Miniatuurweergave en vergrote weergave (beeldbewerkingsvenster) ............................................................ 91 Multifunctionele voorbeeldweergave ............................................ 23 Vergrote weergave (controlevenster) ........................................... 29 Vergrote weergave (voorbeeldvenster) ........................................ 17 Voorbeeldvenster synchroniseren.