Operation Manual

32
1
2
3
4
5
Inleiding
Inhouds-
overzicht
Basisbediening
Geavanceerde
bewerkingen
Geavanceerde
beeldbewerkingen
en afdrukken
JPEG/TIFF-
opnamen
bewerken
Index
Grote aantallen
opnamen
verwerken
Referentie
Selecteer [Sharpness/Scherpte] in de keuzelijst en
kies een instelling.
Herstelt de
oorspronkelijke
instellingen van
de opname
Sleep de schuifregelaar naar links of rechts
Geeft de waarde van de instelling weer
Selecteer
[Sharpness/Scherpte]
Het aanpassingsbereik is 0 t/m 10 (in stappen van 1).
Gedetailleerde instelling van beeldscherpte
Selecteer [Unsharp mask/Onscherp masker] in de
keuzelijst en kies een instelling.
Sleep de schuifregelaar naar links of rechts
Geeft de waarden
van de instellingen
weer
Selecteer
[Unsharp mask/
Onscherp masker]
Pas de scherpte aan met de vensterweergave ingesteld op [200% view/
200%-weergave], [100% view/100%-weergave] of [50% view/50%-
weergave]. Als de weergave is ingesteld op [Fit to window/Aanpassen
aan venster] (volledige schermweergave), kan het effect van de
aanpassing onnatuurlijk lijken.
De effecten van de aanpassing van de scherpte komen
onnatuurlijk over