Operation Manual

Table Of Contents
17
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
downloaden
Opnamen
bewerken
Meerdere opnamen tegelijk weergeven
Rasterlijnen weergeven
Selecteer meerdere opnamen en klik op de knop
[].
De geselecteerde opname wordt weergegeven.
U kunt maximaal acht opnamen weergeven.
1
Klik op de knop [ ] naast de knop [ ] en stel in het
menu dat wordt weergegeven, de afstand tussen de
rasterlijnen in.
Voor het instellen van de afstand voert u waarden in (8 t/m
256 pixels) of sleept u de schuifregelaar.
Nadat u de instellingen hebt opgegeven, klikt u op de knop
[Close/Sluiten] om het venster te sluiten.
2
Selecteer een opname en klik op de knop [ ].
De opname wordt met rasterlijnen weergegeven.
AF-punten weergeven
1
Klik op de knop [ ] naast de knop [ ] en selecteer
in het menu dat wordt weergegeven, het item dat u
wilt weergeven op de opname.
Selecteer [Show only AF points in focus/Alleen AF-punten in
scherpstelgebied weergeven] of [Show all AF points/Alle AF-
punten weergeven].
Nadat u de instellingen hebt opgegeven, klikt u op de knop
[Close/Sluiten] om het venster te sluiten.
2
Selecteer een opname en klik op de knop [ ].
Er wordt een opname weergegeven met de AF-punten die u in
stap 1 hebt geselecteerd.
AF-punten worden niet weergegeven voor opnamen waarvan het formaat is
gewijzigd en die daarna zijn geconverteerd en opgeslagen
(pag. 84)
voor
afbeeldingen waarvoor u een ander effect hebt geselecteerd dan [Shot
settings/Opname-instellingen] om de vervorming/aberratie van een fisheye-lens
te corrigeren. Dat is ook zo bij opnamen waarvoor tijdens de ontwikkeling van de
RAW-bestanden in de camera specifieke instellingen voor correctie van
vervorming of chromatische aberratie zijn ingesteld.