Operation Manual

43
3
1
2
4
5
Inleiding
Inhoud
Opnamen
downloaden
Opnamen
weergeven
Opnamen
printen
Referentie/
Index
6
Grote aantallen
RAW-opnamen
verwerken
7
Opnamen
op afstand
8
Voorkeuren
opgeven
Opnamen
sorteren
Opnamen
bewerken
Als de opname er anders uitziet dan u zag op het moment dat u de opname
maakte, kunt u de beeldstijl wijzigen om dichter bij het verwachte resultaat te
komen. Zelfs als u de opname hebt opgeslagen (pag. 49) terwijl [Monochrome/
Monochroom] (pag. 85) was geselecteerd, kunt u de beeldstijl op elk gewenst
moment wijzigen door een andere beeldstijl dan [Monochrome/Monochroom] te
selecteren.
De beeldstijl wijzigen
Herstelt de oorspronkelijke
instellingen van de opname
Maak een selectie
U kunt de instellingen voor [Color tone/Kleurtoon], [Color saturation/
Verzadiging], [Contrast], [Unsharp mask/Onscherp masker] en [Sharpness/
Scherpte] behouden, zelfs als u de beeldstijl wijzigt.
[Auto] wordt niet toegepast op opnamen die zijn gemaakt met de EOS-1D
Mark IV, EOS 5D Mark II of EOS 7D. Wanneer de beeldstijl wordt aangepast
terwijl er meerdere opnamen zijn geselecteerd, kunt u [Auto] selecteren als er
opnamen tussen zitten die met een andere ondersteunde camera dan de
EOS-1D Mark IV, EOS 5D Mark II of EOS 7D zijn gemaakt. [Auto] wordt
echter niet toegepast op opnamen die zijn gemaakt met de EOS-1D Mark IV,
EOS 5D Mark II of EOS 7D.
U kunt [Auto] niet selecteren voor RAW-opnamen met
meervoudige belichting die met de camera zijn gemaakt.