EF200-400mm f/4L IS USM Extender 1.
Hartelijk dank voor de aanschaf van dit Canon-product. Voorzien van een 1,4x intern tussenstuk en beeldstabilisator is de Canon EF200-400mm f/4L IS USM Extender 1.4x een hoogwaardige telezoomlens voor gebruik met EOS-camera’s. ●● “IS” is de afkorting voor beeldstabilisator. ●● “USM” is de afkorting voor ultrasone motor. Kenmerken 1. Voorzien van een intern 1,4x tussenstuk. (Met de tussenstukschakelaarhendel kunt u de scherpstelafstand van het objectief op 1x of 1,4x instellen.) 2.
Veiligheidsmaatregelen Veiligheidsmaatregelen ●● Kijk niet door de lens of de camera naar de zon of een andere heldere lichtbron. Dit beschadigt uw ogen. Het is vooral gevaarlijk wanneer u rechtstreeks door de lens naar de zon kijkt. ●● Richt het objectief of de camera niet naar de zon en fotografeer haar niet. De reden is dat het objectief de zonnestralen bundelt, zelfs wanneer de zon zich buiten het beeldveld bevindt of bij het fotograferen met tegenlicht, hetgeen een storing of brand kan veroorzaken.
Benaming van de onderdelen Scherpstelring (→ 5) Afstandsschaal (→ 17) Zonnekapbevestiging (→ 17) Oriëntatievergrendelknop (→ 20) Beveiligingssleuf (afgedekt) (→ 20) Tussenstukschakelaarvergrendeling (→ 14) Tussenstukschakelaarhendel (→ 14) Drop-in filter (→ 21) Weergavering (→ 9) Rubber ring (→ 4) AF-stoptoets (→ 6) Lensbevestigingsmarkering (→ 4) Zoomring (→ 10) Beeldstabilisatormoduskeuzeschakelaar (→ 11) Beeldstabilisatorschakelaar (→ 11) Scherpstelling-presettoets (→ 7) Contactpunten (→ 4) Scher
1. Het objectief bevestigen en verwijderen Raadpleeg de handleiding van de camera voor informatie betreffende het bevestigen en verwijderen van het objectief. ●● Na het verwijderen van het objectief plaatst u het met de achterkant omhoog om te voorkomen dat het lensoppervlak en de contactpunten beschadigd. ●● Als de contactpunten vuil of bekrast zijn of als er vingerafdrukken op zitten, kan dit resulteren in corrosie of een gebrekkige elektrische verbinding.
2. De scherpstelmodus instellen Zet de scherpstelmodusschakelaar op AF als u wilt fotograferen in de autofocus (AF) modus. Als u de modus handmatig scherpstellen (MF) wilt gebruiken, zet u de scherpstelmodusschakelaar op MF. U kunt vervolgens scherpstellen door aan de scherpstelring te draaien. De scherpstelring werkt altijd, ongeacht de scherpstelmodus. U kunt foto’s maken in de PF-stand (Power Focus) door de scherpstelmodusschakelaar op PF te zetten wanneer de scherpstelling-presetschakelaar (p.
4. AF-stoptoets De AF-stopfunctie werkt ook in de AI Servo AF-modus. Hoekpositionering van de AF-stoptoets kan door een Canon-servicecentrum tegen vergoeding worden aangepast. Tijdens automatische scherpstelling kunt u op de AF-stoptoets drukken om de automatische scherpstelling tijdelijk te onderbreken. Als de ontspanknop nog steeds half is ingedrukt wanneer de AF-stoptoets wordt losgelaten, zal de automatische scherpstelling hervat worden.
5. Scherpstelling-preset Door de scherpstelafstand vooraf in te stellen, kunt u meteen op dat punt scherpstellen, zelfs wanneer u een ander onderwerp fotografeert. Deze functie werkt in de AF-, PF- en de MF-stand. < Instellen > Zet de scherpstellingpresetschakelaar op ON of . Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen op de afstand die u wilt voorinstellen. Druk op de scherpstellingpresettoets. ●● De afstand waarop is scherpgesteld wordt vooringesteld.
Scherpstelling-preset < Scherpstellen op de vooringestelde afstand > Door de weergavering naar links of rechts te draaien, verschuift u de scherpstelling tot aan de preset-afstand. De scherpstelling verschuift onafhankelijk van de AF-scherpstelling zolang u aan de weergavering draait. ●● Als de scherpstelling-presetschakelaar op klinkt de pieptoon tweemaal.
6. PF-stand (Power Focus) Door middel van de weergavering kunt u de scherpstelling gelijkmatig veranderen. Dit is een nuttige functie bij het wijzigen van de scherpstelling tijdens het opnemen van films. Zet de scherpstelling-presetschakelaar op OFF en de scherpstelmodusschakelaat op PF. Draai de weergavering als u de scherpstelling wilt wijzigen. Wanneer u de weergavering in een bepaalde richting draait, wijzigt u de scherpstelling in dezelfde richting als wanneer u de scherpstelring draait.
7. Zoomen Om te zoomen, draait u aan de zoomring. Zorg dat u klaar bent met zoomen voordat u met scherpstellen begint. Zoomen na het scherpstellen kan van invloed zijn op de scherpstelling.
8. Beeldstabilisator U kunt de beeldstabilisator gebruiken in de AF-, PF- of MF-stand. Ook kan de beeldstabilisator worden gebruikt, ongeacht de instelling van het interne tussenstuk (1x of 1,4x). Zet de STABILIZERschakelaar op ON. ●● Als u de beeldstabilisatorfunctie niet wilt gebruiken, zet u de schakelaar op OFF. Selecteren van de beeldstabilisatormodus. ●● MODE 1: Corrigeert trillingen in alle richtingen. Deze modus is vooral effectief bij het fotograferen van stilstaande onderwerpen.
9. Tips bij het gebruik van de beeldstabilisator De beeldstabilisator voor dit objectief is handig wanneer u met de hand foto’s wilt maken. Met name in de hieronder beschreven omstandigheden. l MODE 1 l MODE 2 ON (AAN) ON (AAN) OFF (UIT) ●● Omstandigheden met weinig licht, zoals bij schemerlicht of binnenshuis. ●● Plaatsen zoals musea of toneelpodia, waar gebruik van flitslicht niet is toegestaan. ●● Op plaatsen waar u niet stabiel staat.
Tips bij het gebruik van de beeldstabilisator ●● De beeldstabilisator kan de onscherpte die wordt veroorzaakt door beweging van het onderwerp niet compenseren. ●● Zet de STABILIZER-schakelaar op OFF wanneer u foto’s neemt met de Bulb-instelling (lange belichtingstijden). Als de STABILIZER-schakelaar op ON staat, kan de beeldstabilisatorfunctie fouten veroorzaken. ●● De beeldstabilisator werkt mogelijk niet goed in de volgende gevallen: • U maakt een foto terwijl u op een zeer hobbelige weg rijdt.
10. Interne tussenstukschakelaar Met de tussenstukschakelaarhendel kunt u de scherpstelafstand van het objectief op 1,4x instellen. Schuif de tussenstukschakelaarvergrendeling naar de voorzijde van het objectief. ●● Dit zorgt ervoor dat de tussenstukschakelaarhendel kan worden verplaatst. Gebruik de tussenstukschakelaarhendel om een scherpstelafstand van 1x of 1,4x te selecteren. ●● Dit zorgt ervoor dat de scherpstelafstand van het objectief naar 1x of 1,4x kan worden gewijzigd.
Het interne tussenstuk dat in dit objectief is geplaatst, kan alleen onder bepaalde voorwaarden worden gebruikt, afhankelijk van het type EOS-camera dat wordt gebruikt. Gebruik de onderstaande informatie om te bepalen tot welke groep uw camera behoort en volg de van toepassing zijnde instructies voor gebruik.
Voorzorgsmaatregelen voor het gebruik van het interne tussenstuk ●● Verplaats de interne tussenstukschakelaar niet in één van de volgende situaties of wanneer de camera in werking is. Dit veroorzaakt een defect aan de camera of het objectief. •• Wanneer de sluiterknop half wordt ingedrukt (niet van toepasing op Groep 2 camera’s). •• Wanneer de sluiterknop wordt ingedrukt helemaal naar beneden.
11. S ymbool voor compensatie oneindige afstand 12. Zonnekap Symbool voor compensatie oneindige afstand Vergrendelingsknop Afstandsmarkering Hiermee compenseert u voor de verschuiving van het scherpstelpunt oneindig als gevolg van veranderingen in de temperatuur. De positie oneindig bij normale temperatuur is het punt waarbij de verticale lijn van het L-merkteken van de afstandsschaal op één lijn ligt met de afstandsmarkering.
13. De lensdop op het objectief zetten Draai de zonnekap van het objectief om, schuif hem over het objectief en draai de vergrendelknop aan om hem op zijn plek vast te zetten. Til de haak en de gesp met de lus op en plaats de kap zodanig dat de vergrendelknop de sleuf in de kap inschuift. Houd de vergrendelknop bij de opening van de kap, sluit de gesp met om de kap op zijn plek vast te zetten zoals aangegeven.
14. Objectiefkoffer Vergrendelingsknop Deksel Scharnier Draagriem Hendel Sleutelgat Berg de lens als volgt op. Keer de zonnekap om, schuif deze over de lens en bevestig de lensdop. Draai de statiefbevesting naar u toe zoals getoond in de afbeelding en plaats het in de ruimte bij de scharnieren van de objectiefkoffer. Zo plaatsen dat de zonnekapvergrendelingsknop naar de voorkant (handvat) van de koffer is gericht, zoals getoond op de afbeelding.
15. G ebruik van de statiefbevestiging 16. Beveiligingssleuf Er kan een statief of eenbeenstatief op de statiefbevestiging op het objectief worden bevestigd. De statiefbevestiging afstellen Als u de oriëntatievergrendelingsknop op de statiefbevestiging losdraait, kunt u de camera draaien om het beeld in te stellen voor eender welke verticale of horizontale positie.
17. Drop-in filters Bij de lens wordt een drop-in gelatinefilterhouder, met glasfilter, uit de A 52(WII)-serie geleverd. In de drop-in filterhouder kan een gelatinefilter (los verkrijgbaar) worden geplaatst. < Gebruik van een gelatinefilter > 14mm 14mm 47mm 47mm < Installeren en verwijderen > Om het drop-in filter te verwijderen drukt u de linkse en rechtse vergrendelknoppen in en trekt u de filterhouder recht omhoog uit de gleuf.
18. Tussenstukken (los verkrijgbaar) Technische gegevens van het objectief wanneer u tussenstuk EF1,4× II/III of EF2× II/III gebruikt, zijn als volgt.
Tussenstukken (los verkrijgbaar) ●● Bevestig het tussenstuk op het objectief en bevestig het objectief op de camera. U verwijdert het tussenstuk door in omgekeerde volgorde te werk te gaan. Er kunnen zich storingen voordoen als u het tussenstuk eerst op de camera bevestigt.
19.
Camera/tussenstuk compatibiliteitstabel *1: EOS-1D Mark II, EOS-1Ds Mark II, EOS-1D Mark II N, EOS-1D, EOS-1Ds *2: EOS650, EOS620, EOS750, EOS750 QD, EOS850, EOS850 QD, EOS700, EOS10S/10, EOS REBEL/1000, EOS REBEL S/1000 F, EOS REBEL S QD/1000 FN QD, EOS ELAN/100, EOS630/600, EOS RT, EOS-1, EOS REBEL II/1000 N, EOS A2/5 20. V erlengstuk (los verkrijgbaar) U kunt het verlengstuk EF12 II of EF25 II aanbrengen voor uitvergrote foto’s. De scherpstelafstand en vergroting zijn hieronder aangegeven.
Technische gegevens Brandpuntsafstand/diafragma Objectiefconstructie Minimaal diafragma Diagonaal Verticaal Beeldhoek Horizontaal Kortste scherpstelafstand Maximale vergrotingsfactor Beeldveld Filter Maximale diameter en lengte Gewicht Zonnekap Lensdop Objectiefkoffer Wanneer het interne tussenstuk is ingesteld op 1x 200-400mm f/4,0 20 groepen, 25 elementen f/32 12°- 6° 10′ 7°- 3° 30′ 10°- 5° 10′ Wanneer het interne tussenstuk is ingesteld op 1,4x 280-560mm f/5,6 24 groepen, 33 elementen f/45 8° 50′- 4° 2
CT1-8578-004 0114Ni © CANON INC.