Operation Manual

Menufunctie-instellingen
140
Aspect ratioN
De beeldverhouding (aspect ratio) van de opname kan worden
ingesteld op [3:2], [4:3], [16:9] of [1:1]. Het gebied rond het Live
view-beeld wordt omgeven door een zwart masker wanneer de
volgende beeldverhoudingen zijn ingesteld: [4:3] [16:9] [1:1].
De JPEG-opnamen worden samen met de ingestelde beeldverhouding
opgeslagen. De RAW-opnamen worden altijd met de beeldverhouding [
3:2
]
opgeslagen. De geselecteerde beeldverhouding wordt als informatie aan
het RAW-bestand toegevoegd. Wanneer u het RAW-bestand met de
EOS-software verwerkt, kunt u hierdoor een beeld genereren met de
beeldverhouding die tijdens de opname was ingesteld. In het geval van
beeldverhoudingen [
4:3
], [
16:9
] en [
1:1
] verschijnen de lijnen voor
beeldverhouding tijdens de opnameweergave, maar de lijnen worden niet
daadwerkelijk op de opname getekend.
Beeld-
kwaliteit
Beeldverhouding en aantal pixels (circa)
3:2 4:3 16:9 1:1
3
5184 x 3456
(17,9 megapixel)
4608 x 3456
(16,0 megapixel)
5184 x 2912*
(15,1 megapixel)
3456 x 3456
(11,9 megapixel)
1
4
3456 x 2304
(8,0 megapixel)
3072 x 2304
(7,0 megapixel)
3456 x 1944
(6,7 megapixel)
2304 x 2304
(5,3 megapixel)
a
2592 x 1728
(4,5 megapixel)
2304 x 1728
(4,0 megapixel)
2592 x 1456*
(3,8 megapixel)
1728 x 1728
(3,0 megapixel)
b
1920 x 1280
(2,5 megapixel)
1696 x 1280*
(2,2 megapixel)
1920x1080
(2,1 megapixel)
1280 x 1280
(1,6 megapixel)
c
720 x 480
(350.000 pixels)
640 x 480
(310.000 pixels)
720 x 400*
(290.000 pixels)
480 x 480
(230.000 pixels)
Opnamekwaliteiten met een sterretje komen niet helemaal met de
desbetreffende beeldverhouding overeen.
Het opnamegebied dat wordt weergegeven voor de beeldverhouding
met een sterretje, is iets groter dan het opgenomen gebied. Controleer
de opnamen op het LCD-scherm wanneer u de opnamen maakt.
Als u een andere camera gebruikt voor het direct afdrukken van
opnamen die met deze camera zijn gemaakt in de beeldverhouding 1:1,
worden de opnamen mogelijk niet goed afgedrukt.