Operation Manual

163
In dit gedeelte worden de instellingen besproken die specifiek zijn voor
movie-opnamen.
Wanneer u op de knop <Q> drukt terwijl de opname wordt
weergegeven op het LCD-scherm, kunt u een van de volgende functies
instellen: AF-methode, witbalans, beeldstijl, Auto Lighting Optimizer
(Auto optimalisatie helderheid), movie-opnameformaat, videosnapshot
en de opnamekwaliteit (foto's ).
1
Druk op de knop <Q>. (7)
De instelbare functies worden weergegeven.
Als de AF-methode <f> is, wordt
bovendien het AF-punt weergegeven.
Het AF-punt is ook selecteerbaar
(pag. 148).
2
Selecteer een functie en stel deze in.
Druk op de pijltjestoetsen <W> en
<X> om een functie te selecteren.
De geselecteerde functie en Uitleg
(pag. 53) worden weergegeven.
Druk op de pijltjestoetsen <Y> en
<Z> of draai aan het instelwiel
<6> om de functie in te stellen.
Wanneer u op <0> drukt, wordt het
instellingenscherm van de
desbetreffende functie weergegeven.
3
Verlaat de instelling.
Druk op de knop <Q> om naar de
movie-opname terug te keren.
Instellingen voor de opnamefunctie
Q Snel instellen
Voor handmatige belichting verandert de opnamekwaliteit (foto's) in de ISO-
snelheidinstelling.