Operation Manual

289
Problemen oplossen
In opnamemodi (<A> <C> <2> <4> <6>) met de
standaardinstelling <a> (Autom. flits) klapt de ingebouwde flitser
indien nodig automatisch omhoog.
Als u continu en met slechts korte tussenpozen opnamen maakt met
de ingebouwde flitser, kan de flitser mogelijk tijdelijk niet worden
gebruikt om de flitsereenheid te beschermen.
Als u een andere flitser gebruikt dan een Speedlite uit de EX-serie,
werkt de flitser altijd op vol vermogen (pag. 271).
Stel onder [z1: Flitsbesturing], als [Flits meetmethode] voor [C.
Fn-inst. externe flitser] is ingesteld op [TTL], de flitser altijd op vol
vermogen (pag. 197).
Als flitsbelichtingscorrectie al is ingesteld op de externe Speedlite, kan
flitsbelichtingscorrectie niet meer worden ingesteld op de camera.
Wanneer de flitsbelichtingscorrectie van de externe Speedlite wordt
geannuleerd (ingesteld op 0), kan de flitsbelichtingscorrectie van de
camera weer worden ingesteld.
Stel bij [53: Persoonlijke voorkeuze(C. Fn)] de optie
[3: Flitssync.snelheid AV-modus] in op [0: Automatisch] (pag. 259).
De ingebouwde flitser klapt vanzelf uit.
De ingebouwde flitser werkt niet.
De flitser werkt altijd op vol vermogen.
Ik kan geen flitsbelichtingscorrectie instellen bij gebruik van
een externe Speedlite.
Snelle synchronisatie kan niet worden ingesteld in de modus <
f
>.