Operation Manual
119
3 Kenmerken van AI Servo AF selecteren
 Versn./vertr. tracking
Hiermee bepaalt u de gevoeligheid voor 
het volgen van bewegende onderwerpen 
die kortstondig enorm kunnen versnellen 
of vertragen, bijvoorbeeld als gevolg van 
abrupt starten of stoppen, enz.
0
Geschikt voor onderwerpen die met een stabiele snelheid bewegen 
(minimale wijzigingen in de bewegingssnelheid).
-2 / -1
Geschikt voor onderwerpen die met een stabiele snelheid bewegen 
(minimale wijzigingen in de bewegingssnelheid). Dit is nuttig 
wanneer 0 is ingesteld, maar de scherpstelling instabiel is door een 
kleine beweging van het onderwerp of een obstakel voor het 
onderwerp.
+2 / +1
Dit is effectief voor onderwerpen die plotselinge bewegingen maken, 
plotseling versnellen of vaart minderen of plotseling stoppen. Zelfs 
wanneer de snelheid van het bewegende onderwerp plotseling sterk 
verandert, blijft de camera op het onderwerp scherpstellen. Zo is bij 
een naderend onderwerp de kans kleiner dat de camera scherpstelt 
op een plek achter het onderwerp, aangezien dat tot een onscherp 
onderwerp zou leiden. Voor een onderwerp dat plotseling tot 
stilstand komt, is de kans kleiner dat de camera op een plek voor het 
onderwerp scherpstelt. Met de instelling +2 kan de camera grote 
veranderingen in de snelheid van het bewegende onderwerp beter 
volgen dan met de instelling +1.
Omdat de camera gevoelig is voor de kleinste bewegingen van het 
onderwerp, kan de scherpstelling kortstondig onstabiel zijn.










