Operation Manual
3 Een beeldstijl selecteren
170
R Landschap
Voor levendige blauwe en groene tinten en zeer scherpe en heldere 
opnamen. Gebruik deze instelling voor indrukwekkende 
landschappen.
u Gedetailleerd
Geschikt voor gedetailleerde contouren en fijne textuurweergave 
van het onderwerp. De kleuren worden iets levendig.
S Neutraal
Geschikt om het beeld met een computer te verwerken. Voor 
natuurlijke kleuren en ingetogen opnamen met een bescheiden 
helderheid en kleurverzadiging.
U Natuurlijk
Geschikt om het beeld met een computer te verwerken. De kleur 
van een onderwerp dat wordt vastgelegd in zonlicht bij een 
kleurtemperatuur van 5200K, wordt aangepast naar de 
colorimetrische kleur van het onderwerp. Voor ingetogen opnamen 
met een bescheiden helderheid en kleurverzadiging.
V Monochroom
Voor zwart-witopnamen.
W Gebruiker 1-3
U kunt een standaardstijl, zoals [Portret], [Landschap], een 
beeldstijlbestand, enzovoort opslaan en deze naar wens aanpassen 
(pag. 175). Een niet-aangepaste beeldstijl onder Gebruiker 1, 2 of 3 
heeft dezelfde instellingen als de beeldstijl [Standaard].
Zwart-witopnamen die zijn vastgelegd in JPEG, kunnen niet worden omgezet in 
kleur. Let erop dat u de instelling [
Monochroom
] niet ingeschakeld laat 
wanneer u weer foto's in kleur wilt maken. Als [
Monochroom
] is geselecteerd, 
wordt <
0
> op het LCD-paneel aan de bovenzijde weergegeven.
U kunt <z> in de zoeker weergeven wanneer [Monochroom] is ingesteld 
(pag. 436).










