Operation Manual

171
3 Een beeldstijl selecteren
Het scherm voor het selecteren van de Beeldstijl heeft pictogrammen
voor [Sterkte], [Details], of [Drempel] van [Scherpte], [Contrast], en
andere parameters. De cijfers zijn de ingestelde waarden voor deze
parameters zoals ingesteld door de betreffende beeldstijl.
Symbolen
Symbolen
g
Scherpte
A
Sterkte
B
Details
C
Drempel
h Contrast
i
Verzadiging
j
Kleurtoon
k
Filtereffect (monochroom)
l
Toningeffect (monochroom)
Tijdens het maken van movies wordt " *, * " weergegeven voor [Details] en
[Drempel] van [Scherpte]. [Details] en [Drempel] worden niet toegepast op
movies.