Operation Manual
181
O Handmatige witbalans
 4
Fotografeer een effen wit object.
Kijk door de zoeker. Het gebied tussen 
de gestippelde lijn (zie afbeelding) moet 
een effen wit object bedekken.
 Stel handmatig scherp en maak 
opnamen met de standaardbelichting 
die voor het witte object is ingesteld.
 U kunt elke willekeurige 
witbalansinstelling gebruiken.
De gegevens van de handmatige witbalans 
worden vastgelegd op de camera.
 Zie 'De vastgelegde handmatige 
witbalans selecteren en gebruiken 
om opnamen te maken' als u de 
handmatige witbalans wilt gebruiken 
(pag. 183).
Als de bij stap 4 verkregen belichting sterk afwijkt van de standaardbelichting, 
kan dit een incorrecte witbalansinstelling tot gevolg hebben.
 Een handmatige witbalans kan ook als volgt worden vastgelegd:
1. Druk op de knop <B> en draai aan het instelwiel <5> om <O> te 
selecteren (pag. 177).
2. Draai vervolgens aan het instelwiel <
6
> om het nummer te selecteren 
waaronder de handmatige witbalansinstelling moet worden vastgelegd.
3. Druk op de knop <J>.
9 Het nummer dat u hebt geselecteerd in stap 2 knippert op het 
LCD-paneel aan de bovenzijde.
4. Volg stap 4 hierboven om een effen wit object te fotograferen.
9 De gegevens van de handmatige witbalans worden vastgelegd 
onder het geselecteerde nummer.
 Als in stap 4 [Juiste WB kan niet verkregen worden met gesel. beeld] 
wordt weergegeven, ga dan terug naar stap 1 en probeer het opnieuw.
 De in stap 4 gemaakte opname wordt niet op de kaart opgeslagen.
 In plaats van een wit object kunnen opnamen met gebruik van een 
grijskaart of een reflector met 18% grijs (in de handel verkrijgbaar) een 
nauwkeurigere witbalans opleveren.










