Operation Manual
q De meetmethode selecteren
240
Bij een multi-spotmeting ziet u de relatieve belichtingsniveaus van 
meerdere gebieden van de opname en stelt u zelf de uiteindelijke 
belichting in om het gewenste resultaat te bereiken.
Multi-spotmeting kan worden gebruikt in de modi <d>, <s> en <f>.
1 Stel de meetmethode in op <r> (spotmeting).
2 Druk op de knop <B> (8).
 Richt de spotmetingscirkel op het gebied waarvoor u de relatieve 
belichtingswaarde wilt meten en druk op de knop <B>. Doe 
dit voor alle gebieden die u wilt meten.
 Aan de rechterkant van de zoeker wordt het relatieve 
belichtingsniveau voor de spotmetingswaarden weergegeven. 
Voor de belichting wordt het gemiddelde van de 
spotmetingswaarden ingesteld.
In deze status kunt u de uiteindelijke belichting instellen om de gewenste 
fotografische expressie te bereiken terwijl het belichtingsniveau wordt 
vergeleken met de drie markeringen op de indicator voor het belichtingsniveau.
Multi-spotmeting
 U kunt per opname maximaal acht spotmetingen uitvoeren.
 Het belichtingsniveau dat in het geheugen is bewaard na multi-
spotmetingen wordt in de volgende gevallen verwijderd:
• Na het einde van de spotmeettimer (8).
• U hebt op de knop <W>, <o>, <Q>, <i>, <S>, 
<O> of <B> gedrukt.
Zelfs wanneer [
81: Spotmeting gek. aan AF-p.
] is ingesteld op [
Gekopp. 
aan actief AF-p.
] (pag. 423), kan multi-spotmeting worden uitgevoerd.










