Operation Manual
267
3 De flitsfunctie instellen
 Sluitersynchronisatie
Normaal gesproken stelt u deze optie in 
op [Synchronisatie 1e gordijn] zodat er 
direct na de belichting wordt geflitst.
Als [
Synchronisatie 2e gordijn
] is ingesteld, wordt er geflitst vlak voordat 
de sluiter dichtgaat. Wanneer dit wordt gecombineerd met een lange 
sluitertijd, kunt u een lichtspoor maken. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de 
koplampen van een auto 's avonds die daardoor natuurlijker aandoen. 
Wanneer synchronisatie van 2e gordijn is ingesteld, samen met [
ETTL II
], 
flitst de flitser twee keer na elkaar: eenmaal wanneer u de ontspanknop 
helemaal indrukt en eenmaal net vóór het einde van de belichting.
Als [
Hogesnelheidssynchronisatie
] is ingesteld, kan de flitser met alle 
sluitertijden worden gebruikt. Dit is handig als u opnamen wilt maken met 
achtergrondvervaging (open diafragma) op locaties zoals buiten bij daglicht.
 Flitsbelichtingscompensatie
U kunt de flitsbelichtingscompensatie 
instellen op maximaal ongeveer 3 stops 
met tussenstappen van 1/3 stop.
Raadpleeg de instructiehandleiding van 
de Speedlite voor meer informatie.
 Flitsbelichtingsbracketing
Er worden drie opnamen gemaakt terwijl 
de flitssterkte automatisch wordt 
aangepast.
Voor meer informatie raadpleegt u de 
instructiehandleiding van een Speedlite 
die is uitgerust met 
Flitsbelichtingsbracketing.










