Operation Manual
335
3 Menufunctie-instellingen
 Track.gev.Servo AF movies
U kunt de trackinggevoeligheid van 
Servo AF voor movies op zeven niveaus 
instellen. Dit heeft invloed op de 
reactiesnelheid van AF-
trackinggevoeligheid wanneer de AF-
punten weg bewegen van het 
onderwerp, zoals tijdens pannen of 
wanneer er een obstakel voor de AF-
punten komt.
Deze functie kan worden ingesteld als 
[Servo AF voor movies] is ingesteld op 
[Inschakelen] en [AF-methode] is 
ingesteld op [FlexiZone - Single].
Vergrendeld op: -3/ -2/-1
Met deze instelling is de camera minder geneigd om een ander 
onderwerp te volgen als het AF-punt het oorspronkelijke onderwerp 
kwijtraakt. Hoe dichter de instelling is op het minteken (-), des te minder 
snel de camera een ander onderwerp zal volgen. Dit is effectief 
wanneer u wilt voorkomen dat de AF-punten snel iets anders volgen 
dan het beoogde onderwerp tijdens pannen of wanneer er een obstakel 
voor de AF-punten komt.
Gevoelig: +1/+2/+3
Hiermee reageert de camera sneller bij het volgen van een onderwerp dat 
voor het AF-punt komt. Hoe dichter de instelling is op het plusteken (+), des te 
gevoeliger de camera zal reageren. Dit is effectief wanneer u een bewegend 
onderwerp wilt blijven volgen terwijl de afstand ervan tot de camera verandert, 
of als u snel wilt kunnen scherpstellen op een ander onderwerp.
Als u [AF-methode] instelt op [u+volgen] heeft dit hetzelfde effect als het 
instellen van [(0)].










