Operation Manual
402
Als u de aan-uitschakelaar op <1/R> of <2> zet, verwijdert 
de zelfreinigende sensor automatisch het stof van de voorzijde van de 
sensor. Normaal gesproken is de reinigingseenheid actief zonder dat u 
daar iets van merkt. U kunt sensorreiniging ook handmatig uitvoeren of 
u kunt deze sensor als volgt uitschakelen.
1
Selecteer [Sensorreiniging].
 Selecteer [Sensorreiniging] op het 
tabblad [53] en druk vervolgens op 
<0>.
2
Selecteer [Reinig nuf].
 Selecteer [Reinig nuf] en druk 
vervolgens op <0>.
 Selecteer [OK].
Op het scherm wordt aangegeven dat de sensor wordt gereinigd. 
(Mogelijk hoort u een zacht, kort geluid.) Tijdens de reiniging klinkt een 
mechanisch geluid van de sluiter, maar er wordt geen foto gemaakt.
 Nadat de sensorreiniging is voltooid, wordt de camera automatisch 
uitgeschakeld en vervolgens weer ingeschakeld.
 Selecteer bij stap 2 [Auto. reinigingf] en selecteer vervolgens 
[Uitschak.].
 Het reinigen van de sensor wordt niet meer uitgevoerd als u de aan-
uitschakelaar op <1/R> of <2> zet.
f Automatische sensorreiniging
De sensor nu reinigen
Automatisch reinigen van de sensor uitschakelen
 Voor het beste resultaat plaatst u de camera tijdens de sensorreiniging 
rechtop en stabiel op een tafel of een ander plat oppervlak.
 Wanneer u de sensorreiniging een aantal keren herhaalt, wordt het 
resultaat niet echt beter. Direct na het reinigen van de sensor is de optie 
[Reinig nuf] tijdelijk niet beschikbaar.
Er worden mogelijk lichte puntjes weergegeven op opnamen als de sensor 
is beïnvloed door kosmische stralen, enz. Wanneer u [
Reinig nuf
] 
selecteert, wordt de weergave hiervan mogelijk onderdrukt (pag. 518).










