Operation Manual
3 Persoonlijke voorkeuze-instellingen
430
Fijnafstelling flitsbelichting C.Fn3
U kunt het standaardflitsbelichtingsniveau van de camera zeer 
nauwkeurig afstellen. Dit kan helpen als het 
'standaardflitsbelichtingsniveau' van de camera (zonder 
flitsbelichtingscompensatie) altijd lijkt te zorgen voor onder- of 
overbelichting van het onderwerp.
OFF: Uitschakelen
ON: Inschakelen
Selecteer [Inschakelen] en druk vervolgens op de knop <Q>. 
Het scherm voor aanpassing verschijnt. U kunt met tussenstappen 
van 1/8 stop een aanpassing maken van maximaal ± 1 stop. Als 
het flitsbelichtingsniveau het onderwerp veelal onderbelicht, stelt u 
deze in op de pluszijde. Indien deze naar overbelichting neigt, stelt 
u deze in op de minzijde.
Gewoonlijk is deze aanpassing niet nodig. Voer deze aanpassing 
alleen uit als het nodig is. Deze aanpassing kan tot gevolg hebben dat 
er geen juiste flitsbelichting kan worden verkregen.










