Operation Manual
7 Aangepaste bediening
448
Wanneer u op de knop drukt die aan deze functie is toegewezen, 
worden de meting en de AF uitgevoerd.
*1: Wanneer die zijn toegewezen aan de knop 
<p> of <A> kunt u door op de knop <B> 
te drukken terwijl het instellingenscherm wordt 
weergegeven de gedetailleerde AF-instellingen 
instellen. Wanneer u bij het maken van opnamen 
op de knop <p> of <A> drukt, wordt AF op 
de ingestelde wijze uitgevoerd.
 AF-startpunt
Wanneer [Geregistreerd AF-punt] is ingesteld, kunt u op de knop 
<p> of <A> drukken om over te schakelen naar het 
ingestelde AF-punt.
Het AF-punt vastleggen
1.
Stel de AF-gebiedselectiemodus in op een van de volgende opties: Eén 
punt Spot AF (handmatige selectie), Eén punts AF (handmatige selectie), 
AF-puntuitbreiding (handmatige selectie  ), AF-puntuitbreiding 
(handmatige selectie, omringende punten) of Automatische selectie-AF. 
Zone-AF en Grote zone-AF kunnen niet worden geselecteerd.
2. Selecteer handmatig een AF-punt.
3. Houd de knop <S> ingedrukt en druk op de knop <i>. Er klinkt 
een pieptoon. Het AF-punt is nu vastgelegd. Als de AF-
gebiedselectiemodus op iets anders dan Automatische selectie-AF is 
ingesteld, knippert het geregistreerde AF-punt.
: Meten en AF-start
 Wanneer het AF-punt is vastgelegd, wordt het volgende weergegeven:
• Automatische selectie-AF:   HP (HP: Home Position, startpunt)
• Eén punt Spot AF (handmatige selectie), Eén punts AF (handmatige 
selectie), AF-puntuitbreiding (handmatige selectie  ), AF-
puntuitbreiding (handmatige selectie, omringende punten): 
SEL (midden), SEL HP (buiten midden)
 Als u het ingestelde AF-punt wilt annuleren, houdt u de knop <S> 
ingedrukt en drukt u op de knop <O>. Het ingestelde AF-punt wordt ook 
geannuleerd als u [54: Wis alle camera-instellingen] selecteert.










