Operation Manual
7 Aangepaste bediening
450
Nadat u deze functie hebt ingesteld en aan een knop hebt toegewezen, kunt u 
de volgende instellingen toepassen door de toegewezen AF-knop ingedrukt te 
houden: AF-gebiedselectiemodus (pag. 91), Trackinggevoeligheid (pag. 118), 
Versnelling/vertraging tracking (pag. 119), AF-punt aut. schak. (pag. 120), 
Servo 1e beeldvoorkeur (pag. 122) en Servo 2e beeldvoorkeur (pag. 123). Dit is 
handig wanneer u de AF-kenmerken wilt wijzigen tijdens AI Servo AF.
*2: Druk terwijl het instellingenscherm wordt 
weergegeven op de knop <B> om het scherm 
met gedetailleerde instellingen weer te geven. 
Draai aan het instelwiel <5> of <6> om de 
parameter te selecteren die u wilt instellen en druk 
op <0> om er een vinkje [X] bij te zetten. Als u 
een parameter selecteert en op <0> drukt, kunt u 
de parameterinstelling aanpassen. Als u op de 
knop <L> drukt, worden de standaardinstellingen 
hersteld.
U kunt de AF-bediening wisselen. Wanneer u in de modus 1-beeld AF 
op de knop drukt waaraan deze functie is toegewezen, schakelt de 
camera over naar de modus AI Servo AF. Als u in de modus AI Servo 
AF op de knop drukt, schakelt de camera over naar de modus 1-beeld 
AF. Dit is handig als u steeds heen en weer moet schakelen tussen 
1-beeld AF en AI Servo AF voor een onderwerp dat steeds beweegt en 
dan weer tot stilstand komt.
*3:
Druk terwijl het instellingenscherm wordt weergegeven op de knop <
B
> om [
Alleen bij 
vasthouden schakelen
] of [
Elke keer schak. bij drk. knop
] te selecteren.
Wanneer u tijdens een meting op de knop drukt die aan deze functie is 
toegewezen, kan het scherpstelpunt worden ingesteld op het 
geregistreerde AF-punt.
*4: Druk terwijl het instellingenscherm wordt weergegeven op de knop <B> om 
[Alleen bij vasthouden schakelen] of [Elke keer schak. bij drk. knop] te 
selecteren. Zie pagina 448 voor informatie over het registreren van het AF-punt.
: Naar ingestelde AF-functie gaan
: ONE SHOT z AI SERVO
: Naar ingesteld AF-punt gaan










