Operation Manual

455
7 Aangepaste bediening
Wanneer u op de knop drukt die aan deze functie is toegewezen,
schakelt u meteen over op het hier ingestelde beeldformaat. Terwijl de
camera van beeldformaat wisselt, knippert het pictogram p1 in de
zoeker en knippert het beeldformaat op het LCD-paneel aan de
achterzijde. Na de opname wordt de instelling Directe instelling
beeldkwaliteit geannuleerd en wordt de camera weer ingesteld op het
voorgaande beeldformaat.
*8: Druk terwijl het instellingenscherm wordt weergegeven op de knop <B> om het
beeldformaat voor deze functie te selecteren.
Wanneer u op de knop drukt die aan deze functie is toegewezen,
schakelt u meteen over op het hier ingestelde beeldformaat. Terwijl de
camera van beeldformaat wisselt, knippert het pictogram p1 in de
zoeker en knippert het beeldformaat op het LCD-paneel aan de
achterzijde. Ook na de opnamen wordt de instelling Directe inst.
beeldkwaliteit niet geannuleerd. Als u wilt teruggaan naar het vorige
beeldformaat, drukt u nogmaals op de knop die aan deze functie is
toegewezen.
*8: Druk terwijl het instellingenscherm wordt weergegeven op de knop <B> om het
beeldformaat voor deze functie te selecteren.
Druk op <0> om het scherm Opnamefunctie + kaart-/mapselectie
weer te geven op het LCD-scherm (pag. 152).
Druk op <0> om het scherm voor het selecteren van de beeldstijl op
het LCD-scherm weer te geven (pag. 169).
Druk op <0> om de witbalans te wijzigen. U kunt dit instellen terwijl u
op het LCD-paneel aan de bovenzijde of in de zoeker kijkt.
: Directe instelling beeldkwaliteit
: Directe instelling beeldkwaliteit (vasthouden)
: Opn.functie+kaart/map sel.
: Beeldstijl
: Witbalansselectie