Operation Manual
Problemen oplossen
506
 Stel [z3: Spiegel opklappen] in op [Uitschakelen].
 Stel de scherpstelmodusknop op de lens in op <AF> (pag. 59).
 Druk voorzichtig op de ontspanknop om bewegen van de camera te 
voorkomen (pag. 61, 62).
 Als de lens een Image Stabilizer (beeldstabilisatie) heeft, stelt u de IS-
schakelaar in op <1>.
 Bij weinig licht kan de sluitertijd toenemen. Gebruik een kortere 
sluitertijd (pag. 231), stel een hogere ISO-snelheid in (pag. 163), 
gebruik een flitser (pag. 260) of gebruik een statief.
 Zie "Onscherpe foto's voorkomen" op pagina 229.
 Het aantal bruikbare AF-punten en de vorm van het gebied AF-kader 
kan variëren, afhankelijk van de gebruikte lens. De lenzen zijn per 
categorie onderverdeeld in 11 groepen, van A tot K (pag. 102). Ga na 
tot welke groep uw lens behoort. Een lens uit groep G tot K heeft 
minder bruikbare AF-punten (pag. 105-108).
Ik moet de sluiterknop tweemaal volledig indrukken 
om een foto te maken.
De opname is niet scherp.
Er zijn minder AF-punten of de vorm van 
het gebied AF-kader is anders.










