Operation Manual
59
De camera is compatibel met alle Canon EF-lenzen. De camera kan 
niet worden gebruikt in combinatie met EF-S- of EF-M-lenzen.
1
Verwijder de doppen.
 Verwijder de achterste lensdop en de 
cameradop door ze los te draaien in 
de richting die door de pijlen wordt 
aangegeven.
2
Bevestig de lens.
Zorg ervoor dat de rode 
bevestigingsmarkering op de lens en 
die op de camera zich op gelijke 
hoogte bevinden en draai de lens in 
de richting van de pijl totdat deze 
vastklikt.
3
Stel de scherpstelmodusknop op 
de lens in op <AF>.
 <AF> staat voor 'autofocus', oftewel 
automatische scherpstelling.
 <MF> staat voor Manual Focus, of 
handmatige scherpstelling. 
Automatisch scherpstellen werkt dan 
niet.
4
Verwijder de voorste lensdop.
Een lens bevestigen en verwijderen
Een lens bevestigen










