User manual
103
1
Selecteer [Communicatie-
instellingen].
 Selecteer op het tabblad [53] de 
optie [Communicatie-instellingen] 
en druk op <0>.
2
Selecteer [Netwerkinstellingen].
 Zet [Communicatiefunct.] op 
[Inschak.] en selecteer 
[Netwerkinstellingen].
3
Selecteer [Connectie-inst.].
4
Selecteer [SET*].
 Selecteer uit de opgeslagen 
instellingen de instelling waarmee u 
wilt verbinden.
5
Selecteer [Verbinden].
 De verbinding wordt hersteld.
 Als er instellingen zijn gewijzigd op 
het doelapparaat, configureert u de 
instellingen opnieuw om verbinding te 
maken met de camera.
Opnieuw verbinden










