User manual
112
U kunt verbindingsinstellingen op een kaart opslaan en ze in andere camera's 
gebruiken. Daarnaast kunnen verbindingsinstellingen die zijn geconfigureerd 
op andere camera's ook op de gewenste camera worden toegepast.
1
Selecteer [Inst. op krt opsl./laden].
 Op het scherm [Connectie-inst.] 
zoals weergegeven in stap 5 op 
pagina 107, selecteert u [Inst. op krt 
opsl./laden].
2
Selecteer [Inst. op kaart opslaan].
3
Selecteer [OK].
 De bestandsnaam wordt automatisch 
door de camera bepaald: WFTNPF, 
gevolgd door een getal (01 tot 99) en 
de extensie NIF. U kunt het bestand 
naar wens hernoemen door op de 
knop [z] te drukken.
 De instellingen worden opgeslagen 
op de kaart.
 De instellingen worden opgeslagen 
als bestand in het gedeelte van de 
kaart dat u ziet als u de kaart opent 
(in de rootmap).
Instellingen opslaan en laden
Instellingen opslaan
Slechts veertig instellingsbestanden kunnen worden opgeslagen op een 
kaart uit de camera. Voor het opslaan van meer dan veertig bestanden, 
gebruikt u een andere kaart.










