User manual
120
Reageren op foutberichten
Controleren op de DHCP server
 Is de DHCP server ingeschakeld?
 Schakel de DHCP server in.
 Zijn er genoeg adressen om te worden toegekend door de 
DHCP-server?
 Vergroot het aantal adressen dat door de DHCP-server wordt 
toegekend.
 Verwijder apparatuur met door de DHCP-server toegekende 
adressen van het netwerk om het aantal gebruikte adressen te 
verminderen.
 Werkt de DHCP-server correct?
 Controleer de DHCP-serverinstellingen om na te gaan of deze 
goed werkt als DHCP-server.
 Vraag zo nodig uw netwerkbeheerder of de DHCP-server 
beschikbaar is.
Controleren op het hele netwerk
 Bevat het netwerk een router of vergelijkbaar apparaat dat 
fungeert als gateway?
 Vraag de netwerkbeheerder zo nodig om het adres van de 
netwerkgateway en voer dit in op de transmitter (p.138, 144).
 Zorg ervoor dat het gateway-adres correct is ingevoerd op alle 
netwerkapparaten, inclusief de transmitter.
Reageren op foutberichten 21 - 24
Controleer ook de volgende zaken bij fout 21 - 24.
Zijn de transmitter en het toegangspunt ingesteld om dezelfde 
encryptiesleutel te gebruiken voor verificatie?
 Deze fout doet zich voor als de encryptiesleutels niet overeenkomen en 
de verificatiemethode voor encryptie is ingesteld op [Open systeem]. Bij 
de instelling wordt onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en kleine 
letters, dus controleer of u alles correct hebt ingevoerd. Controleer of u 
de correcte encryptiesleutel voor verificatie hebt ingevoerd op de 
transmitter (p.32).










