User manual
121
Reageren op foutberichten
Controleren op de transmitter
 Het DNS-adres op de transmitter is ingesteld op [Handmatig 
inst.]. Is dit de juiste instelling?
 Als er geen DNS-server wordt gebruikt, stelt u het DNS-adres van 
de transmitter in op [Nee] (p.144).
 Komt het IP-adres van de DNS-server op de transmitter 
overeen met het werkelijke adres van de server?
 Stel het IP-adres op de transmitter in zodat het overeenkomt met 
het adres van de DNS-server (p.138, 144).
Controleren op de DNS-server
 Is de DNS-server ingeschakeld?
 Schakel de DNS-server in.
 Zijn de DNS-serverinstellingen voor de IP-adressen en 
bijbehorende namen correct?
 Zorg ervoor dat de IP-adressen en bijbehorende namen correct 
zijn ingevoerd op de DNS-server.
 Werkt de DNS-server correct?
 Controleer de DNS-serverinstellingen om na te gaan of deze goed 
werkt als DNS-server.
 Vraag zo nodig uw netwerkbeheerder of de DNS-server 
beschikbaar is.
Controleren op het hele netwerk
 Bevat het netwerk een router of vergelijkbaar apparaat dat 
fungeert als gateway?
 Vraag de netwerkbeheerder zo nodig om het adres van de 
netwerkgateway en voer dit in op de transmitter (p.138, 144).
 Zorg ervoor dat het gateway-adres correct is ingevoerd op alle 
netwerkapparaten, inclusief de transmitter.
22: Geen respons van DNS server










