User manual
21
Basisinstellingen communicatiefunctie
 Het invoerveld wijzigen
Druk op de knop <Q> om te 
wisselen tussen de boven- en 
onderkant van het invoerveld.
 De cursor verplaatsen
Gebruik <5> of <9> in het 
bovenste gedeelte om de cursor te 
verplaatsen.
 Tekst invoeren
Gebruik <5> of <9> in het bovenste gedeelte om een teken te 
selecteren en druk vervolgens op <0> om het in te voeren.
U kunt controleren hoeveel tekens u hebt ingevoerd en hoeveel u er 
nog kunt invoeren door [*/*] in de rechterbovenhoek van het scherm 
te raadplegen.
 Tekens wissen
Druk op de knop <L> om één teken te wissen.
 De invoer voltooien
Druk op de toets <M> om uw invoer te bevestigen en het menu 
te sluiten. Als er een bevestigingsvenster wordt weergegeven, 
selecteert u [OK] om af te sluiten.
 De invoer annuleren
Druk op de toets <B> om de invoer te annuleren en af te sluiten. 
Als er een bevestigingsvenster wordt weergegeven, selecteert u 
[OK] om af te sluiten.
Het virtuele toetsenbord gebruiken










