User manual
27
Om verbinding te maken met een toegangspunt, controleert u of het 
toegangspunt WPS
*
 ondersteunt voor een gemakkelijke verbinding 
tussen Wi-Fi
®
-apparaten.
Als u niet weet of het toegangspunt WPS-compatibel is, raadpleeg dan 
de instructiehandleiding van het toegangspunt of andere documentatie.
* Wi-Fi Protected Setup
 Als WPS wordt ondersteund
De twee volgende verbindingsmethoden zijn beschikbaar. Met WPS 
(PBC-modus) kan er makkelijker een verbinding tot stand worden 
gebracht.
• Verbinden via WPS (PBC-modus): Voer de handelingen uit zoals 
beschreven op pagina 28.
• Verbinden via WPS (PIN-modus): Voer de handelingen uit zoals 
beschreven op pagina 29.
 Als WPS niet wordt ondersteund
• Handmatig verbinden met een gedetecteerd netwerk: Voer de 
handelingen uit zoals beschreven op pagina 31.
Encryptie toegangspunt
De transmitter ondersteunt de volgende opties voor [Verificatie] en 
[Encryptie instellingen]. Wanneer u handmatig verbinding maakt met 
een gedetecteerd netwerk dient het toegangspunt een van de volgende 
encrypties te gebruiken.
 [Verificatie]: Open systeem, Shared key of WPA/WPA2-PSK
 [Encryptie instellingen]: WEP, TKIP of AES
Het type toegangspunt controleren
 Als stealth-functies van het toegangspunt actief zijn, kan de 
verbinding worden uitgeschakeld. Schakel stealth-functies uit.
 Wanneer er verbinding wordt gemaakt met een netwerk met een 
netwerkbeheerder, vraagt u de beheerder om de gedetailleerde 
instellingsprocedures.
Als het netwerk dat u gebruikt, filtert op MAC-adres, registreer dan het 
MAC-adres van de transmitter op het toegangspunt. Het MAC-adres kan 
worden gecontroleerd op het scherm [Functie-instell.] (p.114).










