User manual

41
Verbindingsinstellingen voor EOS Utility configureren
4
Klik op de computer op [Connect/
Verbinden].
Selecteer de camera waarmee u verbinding
wilt maken en klik op [
Connect/Verbinden
].
Als er meerdere camera's worden
weergegeven, identificeert u de
camera waarmee u verbinding wilt
maken op basis van het MAC-adres
dat op het LCD-scherm van de
camera wordt weergegeven.
Het MAC-adres vindt u tevens in het scherm
[
Functie-instell.
] (pag. 84).
5
Selecteer [OK].
Wanneer de camera de computer
detecteert waarop u in stap 4 op
[Connect/Verbinden] hebt geklikt,
wordt het scherm links weergegeven.
Selecteer [
OK
] en druk op <
0
>.
Er verschijnt een scherm met een
melding over een geslaagde verbinding.
6
Selecteer [OK].
Druk op <0> om terug te keren naar
het scherm [Netwerkinstellingen].
X Het lampje <Y> op de camera
knippert groen.
De instellingen voor verbinding met EOS Utility zijn nu geconfigureerd.
Het is niet nodig om de koppeling opnieuw uit te voeren als u een
bepaalde camera en computer samen blijft gebruiken na het
koppelingsproces zonder de instellingen te wijzigen.
Handelingen op de camera-2