User manual

61
Verbindingsinstellingen voor smartphone configureren
3
Maak verbinding met de camera.
Wanneer de verbinding tot stand is
gebracht, verschijnt het hier links
weergegeven scherm op het LCD-
scherm van de camera.
Druk op de knop <B> om het
aantal weer te geven opnamen te
selecteren. Zie stap 7 op pagina 65
voor aanwijzingen over hoe deze in te
stellen.
Selecteer [OK] en druk op <0>.
Er verschijnt een scherm met een
melding over een geslaagde
verbinding.
X Het hoofdscherm van Camera
Connect wordt op de smartphone
weergegeven.
X Het lampje <Y> op de camera
knippert groen.
4
Selecteer [OK].
Druk op <0> om terug te keren naar
het scherm [Netwerkinstellingen].
De instellingen voor verbinding met een smartphone zijn nu
geconfigureerd.
Handelingen op de camera
Op het instellingenscherm van Camera Connect kunt u de
apparaatnaam weergeven en wijzigen.
Wanneer er verbinding is, werkt de camerafunctie voor automatisch
uitschakelen niet.